04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk X<br />

X.3.4.2 Twee interpretaties en cassatietechniek<br />

(xvi) Gunstige gevolgen.<br />

<strong>Het</strong> arrest kent in de literatuur twee interpretaties. 1071 Kort gezegd zijn<br />

de door de Hoge Raad genoemde ‘gunstige gevolgen’ in het ene geval<br />

het gevolg van saldering van <strong>voor</strong>- en nadeel dat in navolging van het<br />

Hof mogelijk positief zou uitvallen. In de minder gebruikelijke tweede<br />

uitleg gaat het bij de ‘gunstige gevolgen’ over de hypothetische<br />

gevolgen van de kredietvernieuwing oftewel de verwachting dat de<br />

onderneming gered zou worden en er daarom geen nadeel zou zijn te<br />

verwachten. De cassatietechniek speelt bij de tweede interpretatie een<br />

belangrijke rol, ook al kan niet met zekerheid worden vastgesteld wat<br />

de Hoge Raad bedoelde en of die hypothetische verwachting de Hoge<br />

Raad wel nauwkeurig <strong>voor</strong> ogen stond.<br />

(xvii) Nadeel.<br />

Eerst de eerste interpretatie. <strong>Het</strong> Hof stelt zich in het kader van het<br />

nadeel de onjuiste ‘vraag’ (..) ‘of het gehele equipment’ (de nieuwe<br />

zekerheid) ‘een waarde heeft gelijk aan dit bedrag’, dat wil zeggen de<br />

‘betaling van schuldeisers van Eneca’ door de bank. <strong>Het</strong> Hof overweegt<br />

vervolgens ‘dat geenszins vast is komen te staan dat de schuldeisers<br />

zijn benadeeld’. Zoals hier<strong>voor</strong> gezegd is de analyse van het Hof<br />

onjuist. De Hoge Raad zegt dat nergens, en lijkt het aldus met het Hof<br />

eens te zijn. Maar ook als dat zo zou zijn, rijst de vraag of de Hoge<br />

Raad ook <strong>voor</strong> wat betreft die wetenschap niet aan de haal is gegaan<br />

met de feitelijke constateringen van het Hof. Uit de overweging van het<br />

Hof: ‘dat, al zou benadeling van schuldeisers wel objectief vaststaan,<br />

het gezien de <strong>voor</strong>spiegelingen van de overheid zeer de vraag was of<br />

Eneca (schuldenaar) op 21 februari 1974 – datum van de overdracht –<br />

kon weten dat de fiduciaire eigendomsoverdracht als conditio sine qua<br />

non <strong>voor</strong> de afwending van een onmiddellijke deconfiture tot deze<br />

benadeling zou leiden’ (..) doet de Hoge Raad volgen ‘dat het Hof uit<br />

de feiten en omstandigheden zoals die ten processe zijn komen vast te<br />

staan, niet de overtuiging heeft gekregen dat er bij Eneca de<br />

wetenschap van benadeling bestond als vereist <strong>voor</strong> de door curatoren<br />

ingeroepen nietigheid van de fiduciaire overdracht’. Als de Hoge Raad<br />

daarmee bedoelt te zeggen dat het Hof niet tot de conclusie is gekomen<br />

dat er sprake was van wetenschap van dreigende insolventie<br />

<strong>voor</strong>afgaand aan de zekerheidverschaffing gaat de Hoge Raad met de<br />

vaststellingen van het Hof aan de haal, zie o.a de ‘grote financiële<br />

moeilijkheden’ (..) ‘van absoluut on<strong>voor</strong>zienbare omvang’ en de<br />

bevriezing van het krediet zelf. Waar het nadeel door de<br />

zekerheidsverschaffing zelf vaststaat, is de <strong>voor</strong>zienbaarheid van het<br />

1071 Zie o.a. Polak (1978), p. 485 e.v.; Van Koppen (1999), p. 22; Bakkerus (2000; Frieling<br />

(2004), p. 176; de conclusie van AG Bakels bij HR 19-10-2001, NJ 2001, 654<br />

(Diepstraten/Gilhuis q.q.). Polak en Frieling geven de alternatieve tweede uitleg.<br />

364

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!