04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk X<br />

Indien deze crediteuren daarbij goed en volledig waren geïnformeerd<br />

over de financiële situatie en de plannen en mogelijkheden dit recht te<br />

trekken moeten deze specifieke crediteuren op de eigen blaren zitten.<br />

Maar in zijn algemeenheid vergelijkt het Hof appels met peren. De<br />

financier kan als betrokkene worden aangesproken op de<br />

geobjectiveerde wetenschap van feitelijke insolventie, zowel omdat hij<br />

daarvan wetenschap kan en moet hebben als omdat hij een<br />

overwegende invloed heeft op het zich al dan niet <strong>voor</strong>doen van<br />

feitelijke insolventie. De gewone wederpartij kan soms een wetenschap<br />

van dreigende insolventie worden toegedicht, maar van feitelijke<br />

insolventie zal zij dat wel haast nooit (kunnen) hebben en zij heeft<br />

daarop ook geen invloed. Binnen het krachtenveld van de<br />

risicoverdeling, vormen de functie van vreemd vermogen, dat<br />

<strong>voor</strong>tschrijdende verliezen kan financieren, en het feitelijk aan de<br />

financier toebedeelde contractuele <strong>voor</strong>rangsrecht, het essentiële<br />

verschil tussen zorgvuldigheid die de financier in acht dient te nemen<br />

en de – slechts naar verkeersopvattingen toe te rekenen – norm die <strong>voor</strong><br />

de gewone wederpartij geldt. 1064<br />

(xxii) Regres en hoofdelijkheid.<br />

Tot slot zij opgemerkt dat de eventuele verwijten onder de Beklamelnorm<br />

niet alleen betrekking kunnen hebben op de bank maar ook op de<br />

bestuurders en soms op aandeelhouders van de later gefailleerde<br />

onderneming.<br />

X.3 Eneca-arrest<br />

(HR 10-12-1976, NJ 1977, 617).<br />

Casus: <strong>Het</strong> Hof ging uit van de volgende feiten: BACM ‘financierde de aannemersactiviteiten van<br />

Eneca <strong>voor</strong> merendeels Antilliaanse en Surinaamse overheden door geldleningen, borgstellingen<br />

<strong>voor</strong> bankcredieten en door het stellen van zogenaamde prepayment bonds en performance bonds.<br />

Als zekerheid <strong>voor</strong> de uit deze overeenkomst resulterende vorderingen van BACM op Eneca heeft<br />

Eneca al haar vorderingen op haar principalen uit door BACM gefinancierde<br />

aannemingscontracten gecedeerd aan haar lokale bankiers Maduro & Curiel's Bank NV in<br />

Curaçao en Vervuurts Bank NV in Suriname, welke bankiers de uit dien hoofde ontvangen gelden<br />

op een rekening plaatsen waarover BACM kon beschikken. Einde 1973 geraakte Eneca in grote<br />

financiële moeilijkheden ten gevolge van een loon- en prijsescalatie van absoluut on<strong>voor</strong>zienbare<br />

omvang. Naar aanleiding daarvan overwoog BACM de financieringsovereenkomst met Eneca te<br />

beëindigen hetgeen BACM terecht kon doen door de grote financiële moeilijkheden waarin Eneca<br />

was geraakt’ (..) ‘Hoezeer terecht is bovendien gebleken uit het (..) feit dat de geverifieerde<br />

vordering van BACM in het <strong>faillissement</strong> van Eneca f. 5 255 867,39 bedraagt waarvan’ (..) ‘slechts<br />

een fractie verhaalbaar is’. <strong>Het</strong> Hof stelde verder vast: ‘De Antilliaanse overheid oefende druk uit<br />

op BACM om de financiering van Eneca niet te beëindigen, daar deze beëindiging zou resulteren in<br />

de ondergang van Eneca hetgeen ernstige economische en maatschappelijke consequenties zou<br />

hebben. BACM en Eneca drongen bij de Antilliaanse overheid aan op herziening van de<br />

aannemingssommen, versnelling van betalingen op contracten en andere maatregelen waardoor de<br />

liquiditeitspositie van Eneca zou worden verbeterd, waarop deze overheid geenszins afwijzend<br />

reageerde. BACM heeft toen besloten door te gaan met financiering van Eneca's activiteiten zoals<br />

<strong>voor</strong>zien in de overeenkomst van 5 sept. 1972, mits Eneca het litigieuze equipment in fiduciaire<br />

1064 Zie VI.2, V.6 en VIII.7.3.<br />

356

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!