04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

<strong>voor</strong> de Beklamel-norm, althans de onverantwoorde omvang van<br />

financiering volgens de verlengde Beklamel-norm, als intuïtie te zijn<br />

verscholen.<br />

(xx) Pauliana-norm.<br />

Als de Hoge Raad het heeft over crediteuren die ‘zouden worden<br />

benadeeld wegens gebrek aan verhaal’ lijkt gerefereerd te worden aan<br />

de actio Pauliana (42F), hoewel de vordering was gebaseerd op<br />

onrechtmatige daad. Maar de wetenschap van benadeling ten tijde van<br />

de rechtshandeling (verschaffing van zekerheid) komt niet aan de orde<br />

in Erba I, sterker nog, de nadruk ligt op gebeurtenissen nadien. Bij de<br />

onrechtmatigheidvraag trekt de Hoge Raad zich dus niets aan van het<br />

stelsel van 42-47 F. 1063 Maar had de Hoge Raad niet eenvoudig met<br />

behulp van 42 F de gevolgen van de zekerheidstelling ongedaan kunnen<br />

maken? Naar de letter van 42 F ging het om een <strong>voor</strong>dien niet<br />

bestaande verplichting (nieuw krediet; 47 F niet van toepassing) en<br />

bestond daaraan <strong>voor</strong>afgaand wetenschap van benadeling. 42 F biedt<br />

niet zonder meer de juiste oplossing. Bij een reddingsactie moet niet<br />

gekeken worden naar de <strong>voor</strong>afgaande situatie, maar naar de gecreëerde<br />

situatie. Slechts in zoverre is Erba II juist als het spreekt van het<br />

‘oordeel dat niettemin benadeling van de crediteuren destijds nog niet<br />

behoefde te worden verwacht’. In Erba I wordt de Pauliana-norm buiten<br />

beschouwing gelaten, maar de zekerheid werd wel degelijk opnieuw<br />

verstrekt toen de dreigende insolventie bekend was en niet door nadere<br />

maatregelen werd weggenomen. <strong>Het</strong> ging om een onverplichte<br />

rechtshandeling in de zin van 42 F. In september 1952 was dit niettemin<br />

niet relevant. Toen ging het alleen om vernieuwing van al bestaande<br />

zekerheden <strong>voor</strong> zover gegeven door de onderneming zelf en was er per<br />

saldo geen sprake van nadeel. In februari 1953 ging het wel degelijk<br />

ook over nieuwe zekerheden. Naar mijn mening heeft de Hoge Raad<br />

over het hoofd gezien dat de Pauliana-norm (3:277 BW) evenzeer geldt<br />

<strong>voor</strong> de bank die als wederpartij zekerheden ontvangt. Die norm vergt<br />

een andere wetenschap dan de wel door de Hoge Raad gebruikte<br />

Beklamel-norm.<br />

(xxi) Eigen schuld.<br />

In de arresten, en met name het arrest van het Hof na terugverwijzing,<br />

wordt ruimte gemaakt <strong>voor</strong> een beperking van de aansprakelijkheid van<br />

de bank in verband met de eigen schuld van de crediteur. <strong>Het</strong> moge zo<br />

zijn dat onder extreme omstandigheden – volstrekte roekeloosheid<br />

omdat ook de crediteur bij uitzondering op de hoogte was van de<br />

feitelijke insolventie – dit denkbaar is. Dat zou in dit specifieke geval<br />

hebben kunnen gelden <strong>voor</strong> de crediteuren die in februari meewerkten<br />

aan uitstel van betaling terwijl ze wisten dat de liquiditeitspositie mede<br />

door de bank steeds slechter werd. Door uitstel van betaling toe te staan<br />

<strong>voor</strong>kwamen zij dan zelf mogelijk bewust de liquiditeitsinsolventie.<br />

1063 Vergelijk Van Dooren q.q./ABN Amro I, X.16.<br />

355

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!