04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

daarbij tot stand gebrachte eigendomsoverdracht tot zekerheid’. De<br />

twee arresten bijten elkaar op dit punt en in feite wreekt zich dat de, nog<br />

te bespreken, intuïtie in het eerste arrest er niet toe heeft geleid een<br />

onderscheid te maken tussen enerzijds de (verlengde) Beklamel-norm<br />

en anderzijds de Pauliana-norm. De (verlengde) Beklamel-norm kan op<br />

de betrokkene worden toegepast na verkregen wetenschap van feitelijke<br />

insolventie of onvoldoende solvabiliteit. De Pauliana-norm geldt al na<br />

verkregen wetenschap van dreigende insolventie <strong>voor</strong> de transactie<br />

tussen de bank en de aspirant-failliet die tot nadeel leidt als niet<br />

tegelijkertijd de dreiging van het <strong>faillissement</strong> wordt weggenomen. 1060<br />

Eenzelfde – niet helder – onderscheid speelt ook in het nog te bespreken<br />

Eneca-arrest en in mindere mate het Osby-arrest.<br />

(xvi) Geen cassatie door de bank.<br />

Terzijde zij opgemerkt dat het Hof gezien de veroordeling van de bank<br />

die wel volgt toch een zekere verantwoordelijkheid van de bank had<br />

aangenomen na de tweede kredietverlening. Waar die<br />

verantwoordelijkheid precies op is gegrondvest is niet duidelijk. Met<br />

name is niet duidelijk waarom de normschending tot vergoeding van de<br />

waarde van nog onverkochte <strong>voor</strong>raad per 30 mei 1953 moet leiden. Dit<br />

komt ook in Erba II niet meer aan de orde omdat de bank geen cassatie<br />

had ingesteld. <strong>Het</strong> door de Hoge Raad in Erba II geformuleerde<br />

criterium doet vermoeden dat de Hoge Raad het toen niet met het Hof<br />

eens was.<br />

(xvii) Gebeurtenissen na kredietverlening (2).<br />

Terug naar Erba I. <strong>Het</strong> arrest refereert aan twee niet duidelijk<br />

omschreven normen <strong>voor</strong> de mogelijke aansprakelijkheid <strong>voor</strong> de bank:<br />

niet nader gedefinieerde omstandigheden waaronder zij ‘de gegeven<br />

transactie zelve had behoren na te laten’, en een norm die met zich<br />

brengt dat de bank ‘met de belangen van derden in zekere mate zal<br />

moeten rekening houden of doen houden’. Bij de verdere invulling van<br />

de tweede norm blijkt dat de Hoge Raad met name denkt aan het<br />

ontstaan van nieuwe crediteuren ‘na het sluiten van (...)<br />

crediettransacties’ tegen overdracht tot zekerheid van nagenoeg alle<br />

activa. Criterium is het (kunnen) weten ‘dat bij stopzetting van het<br />

hernieuwde crediet de nieuwe leveranciers, indien zij dan nog niet<br />

betaald waren, zouden worden benadeeld wegens gebrek aan verhaal<br />

en de bank desniettemin heeft nagelaten zorg te dragen, dat de debiteur<br />

tevoren in de gelegenheid was of alsnog werd gesteld deze leveranciers<br />

te betalen of de goederen terug te geven, tenzij de bank dit alsnog doet’.<br />

Dit betekent dat er omstandigheden ‘na het sluiten van de<br />

crediettransactie’ kunnen zijn en ‘het verloop van zaken nadien’, die<br />

nopen tot staking van het krediet dan wel betaling van de nieuwe<br />

crediteuren.<br />

1060 De conclusie van AG Langemeijer legt Erba I ook uit in het licht van de Pauliana-norm<br />

en de wetenschap die ten tijde van de kredietvernieuwing bestond.<br />

353

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!