04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie<br />

de problematiek van de verantwoorde financiering zich slechts zelden<br />

zou <strong>voor</strong>doen. De arresten hebben een donkere kamer geopend. Maar<br />

het lichtknopje is nog niet <strong>voor</strong> alle lampen gevonden. Erba II speelt<br />

daarin een niet erg gelukkige rol, zoals hieronder zal blijken. Dat geldt<br />

ook <strong>voor</strong> het nog te bespreken cryptische Eneca-arrest.<br />

(xiii) Strijd tussen Erba I en II.<br />

Uit de overwegingen van Hof en Hoge Raad in Erba II kan worden<br />

opgemaakt dat zij (ook) menen dat er in februari 1952 sprake was van<br />

wetenschap van dreigende insolventie. De Hoge raad overweegt<br />

immers: ‘dat begin 1952, ruim 1¼ jaar vóór haar <strong>faillissement</strong> door<br />

Erba werd aangevraagd, enerzijds de financiële positie van de Vries<br />

van Buuren met het oog op de geleden verliezen wel zorg baarde’. De<br />

Hoge Raad verbindt daaraan niet de conclusie dat het toegebrachte<br />

nadeel ongedaan moet worden gemaakt. Hij vervolgt: ‘doch anderzijds<br />

haar kapitaal nog geenszins was verloren, zodat bij regelmatige<br />

<strong>voor</strong>tgang van haar bedrijf – waartoe juist het door de Bank<br />

<strong>voor</strong>tgezette crediet strekte – benadeling van de crediteuren niet<br />

behoefde te worden verwacht’. Waaraan die verwachting <strong>voor</strong> de<br />

toekomst moet voldoen, wordt niet gezegd en daarmee is de uitkomst<br />

wat vrijblijvend in het licht van de bestaande zorgen. Tenminste het feit<br />

dat de bank het krediet (verlaagd!) <strong>voor</strong>tzette tegen meer zekerheden<br />

mag toch niet de reden zijn om die verwachting ook aan te nemen. Dan<br />

zou elke <strong>voor</strong>tzetting van een krediet per definitie verantwoord zijn. 1058<br />

<strong>Het</strong> deel van de overweging ‘waartoe juist het door de Bank<br />

<strong>voor</strong>tgezette crediet strekte’ is in die zin niet erg gelukkig. Zeker niet<br />

als we bedenken dat de financier geen bijdrage leverde aan het<br />

saneringsproces door bij<strong>voor</strong>beeld bijstorting door aandeelhouders te<br />

verlangen, maar zijn krediet juist verminderde en meer zekerheden<br />

vroeg. In dezelfde overweging wordt nog wel aangeknoopt bij het<br />

‘kapitaal’ (bedoeld wordt eigen vermogen!) dat ‘nog geenszins was<br />

verloren’. Ook dat is verwarrend. In de eerste plaats omdat dat<br />

vermogen niets zegt over het vermogen na liquidatie. Er kan wel<br />

degelijk al sprake zijn van verhaalinsolventie. Vervolgens zegt dat<br />

vermogen weinig over de gerechtvaardigde verwachtingen <strong>voor</strong> de<br />

toekomstige rentabiliteit waaraan wel wordt gerefereerd. En ten slotte<br />

was dit vermogen inmiddels waarschijnlijk gereduceerd tot een niveau<br />

dat de solvabiliteit niet alleen niet voldoende maar zelfs onvoldoende<br />

was (zie (vi)). Uiteindelijk gaat de Hoge Raad er in het tweede arrest<br />

aan <strong>voor</strong>bij dat het krediet de financiering van verdere verliezen op<br />

onverantwoorde wijze mogelijk maakte terwijl de onderneming al sterk<br />

verliesgevend was (verlengde Beklamel-norm) en mogelijk zelfs al<br />

feitelijk insolvent was. Ook besteedt de Hoge Raad er geen aandacht<br />

aan dat de bank zijn positie juist verbeterde ten koste van andere<br />

crediteuren wegens de kennelijk door hem onderkende risico’s en dat in<br />

1058 Anders: Erba I; zie ook IX.3.1.<br />

351

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!