04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk IX<br />

voldaan wordt aan de verlengde Beklamel-norm en de eisen aan de maximale<br />

financiering. 1007 Voor die kortere periode zal de financier ook niet aangesproken<br />

kunnen worden onder de verlengde Beklamel-norm.<br />

IX.4 Nadeel in het licht van de Pauliana-norm<br />

IX.4.1 Vermindering van <strong>voor</strong> verhaal vatbaar vermogen<br />

In hoofdstuk VII zijn de diverse vormen van concreet nadeel in het kader van de Pauliana-norm in<br />

kaart gebracht, waaronder het nadeel ten gevolge van betalingen. In hoofdstuk VIII is betoogd dat<br />

het nadeel door betalingen na dreigende insolventie evenzeer onder de Pauliana-norm zou moeten<br />

worden gebracht (verwerping van 47 en 53 F). Niet het moment van het sluiten van de<br />

overeenkomst, maar het moment waarop het nadeel wordt toegebracht zou doorslaggevend moeten<br />

zijn. De financier kan als wederpartij bij uitstek in het kader van zekerheden of andere te ontvangen<br />

betalingen betrokken zijn bij de benadeling door een vermindering van verhaalsvermogen. Zoals<br />

gezegd leidt kredietverlening tot crediteurenvervanging. 1008 Die crediteurenvervanging heeft <strong>voor</strong><br />

de op enig moment bestaande crediteuren een grote impact. Niet alleen wordt het de onderneming<br />

mogelijk gemaakt haar activa met andere dan eigen middelen te financieren. 1009 Bovendien kan de<br />

financier zich, anders dan de door hem betaalde crediteuren, bij <strong>voor</strong>rang verhalen op de<br />

zekerheidsactiva. <strong>Het</strong> effect daarvan is dat de andere crediteuren na insolventie geen of nauwelijks<br />

verhaal meer vinden.<br />

<strong>Het</strong> uitgangspunt dat in het kader van de Pauliana-norm bij benadeling door<br />

betalingen niet gekeken moet worden naar het moment van het sluiten van de<br />

overeenkomst maar naar het moment waarop het nadeel is toegebracht, behoeft<br />

bij de positie van de financier nadere beschouwing. Dat geldt met name bij het<br />

krediet waarbij huidige en toekomstige vorderingen en <strong>voor</strong>raden (stil) worden<br />

verpand.<br />

Uit de toelichting bij 47 F 1010 blijkt dat de wetgever er destijds belang aan hechtte dat tijdens de<br />

kredietverlening nieuwe zekerheden moeten kunnen worden gevestigd die niet door de Pauliana<br />

kunnen worden aangetast behoudens in de gevallen van 47 F. Onder oud BW moesten toekomstige<br />

vorderingen telkens opnieuw bij op te maken akte fiduciair gecedeerd worden. 1011 De<br />

zakenrechtelijke overdracht vond derhalve telkens door een nieuwe rechtshandeling plaats. In dat<br />

systeem vervulde 47 F een functie, omdat daardoor de wetenschap van benadeling in 42 F niet van<br />

toepassing was op al die afzonderlijke overdrachten. Onder oud recht zou zonder 47 F elke<br />

overdracht afzonderlijk moeten worden beoordeeld naar de op dat moment bestaande wetenschap<br />

van benadeling. Onder huidig recht geldt dat nog steeds <strong>voor</strong> de stille verpanding van<br />

dubbeltoekomstige vorderingen. Hieronder zal echter blijken dat die overdrachten van vordering –<br />

of thans stille verpanding – bezien vanuit een dynamisch perspectief niet tot nadeel hoeven te<br />

leiden. Ook om een andere reden zou het onwenselijk zijn als de geldigheid van die fiduciaire<br />

cessie, of thans stille verpanding, van <strong>voor</strong>heen toekomstige vorderingen in het licht van slechts<br />

dreigende insolventie ter discussie zou kunnen worden gesteld. Want als de bank er wegens de<br />

dreigende insolventie serieus rekening mee zou moeten houden dat de te verkrijgen zekerheden<br />

aangetast zouden kunnen worden, zou de bank ook de mogelijkheid moeten hebben dan direct tot<br />

opzegging van het krediet te komen. Dat zou onwenselijke gevolgen hebben, omdat de continuïteit<br />

1007 Zie IV.6.<br />

1008 Zie IX.2.3.<br />

1009 Zie IV.5.<br />

1010 Zie VIII.7.<br />

1011 Vergelijk bij<strong>voor</strong>beeld de casus in X.6 (Steinz q.q./Amro).<br />

322

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!