04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IX<br />

Dat neemt niet weg dat het <strong>voor</strong> de door te starten onderneming soms zeer<br />

moeilijk kan zijn om een financiering te verkrijgen, met name indien de<br />

financier daar zelf geen belang meer bij heeft. 973<br />

Dit onderzoek gaat niet over de financiering ná <strong>faillissement</strong>. Niettemin een enkele opmerking bij<br />

het onderwerp van doorfinanciering na <strong>faillissement</strong> en surseance. Bij <strong>voor</strong>genomen<br />

wetswijzigingen van de afgelopen decennia speelde telkens de vraag of een verplichting tot<br />

doorfinanciering van de bank moest worden opgenomen. In die discussies 974 is naar mijn mening<br />

verloren gegaan dat het in principe niet op de weg van de curator ligt op basis van de bestaande<br />

kredietovereenkomst <strong>voor</strong>t te gaan. Hij zou een nieuwe overeenkomst moeten afsluiten.<br />

Voortzetting van alleen het bestaande krediet pleegt juist per saldo geen aanvulling van liquide<br />

middelen op te leveren. Verder is essentieel dat nu juist een scheiding wordt aangebracht tussen de<br />

bestaande schuld met bestaande zekerheden en de nieuwe schuld met nieuwe zekerheden. Zo niet,<br />

dan zullen de kredietschuld en daarbij op dat moment behorende zekerheden niet gefixeerd worden<br />

en zal daarmee de gelijkheid van crediteuren doorkruist kunnen worden, bij<strong>voor</strong>beeld doordat nog<br />

te verstrekken zekerheden ook zullen gaan dienen ter dekking van de oude schuld. Voorts zal het<br />

nieuwe krediet moeten worden aangewend <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>al 975 de ‘nieuwe’ schulden. Tot slot zij<br />

opgemerkt dat de financiële positie op basis waarvan na surseance of <strong>faillissement</strong> gefinancierd kan<br />

worden, geheel anders is dan daar<strong>voor</strong>. De fixatie heeft tot gevolg dat de balans van de boedel niet<br />

overeenkomt met die van de failliet. De <strong>faillissement</strong>sschuldeisers zijn als het ware aandeelhouders<br />

geworden en komen bij de verplichtingen niet meer <strong>voor</strong>. <strong>Het</strong> actief bestaat uit het resterende<br />

verhaalsactief (na uitwinning door separatisten). Of financiering van de boedel verantwoord is,<br />

dient te worden beoordeeld aan de hand van andere gegevens dan de balans van de failliet zelf.<br />

Daarbij zullen de beschikbare zekerheden een rol spelen. Maar belangrijker nog is of en in hoeverre<br />

een positieve rentabiliteit verwacht mag worden. Positieve rentabiliteit betekent dan dat de<br />

verhoging van de liquidatiewaarde van het vrije verhaalsactief door (tijdelijke) <strong>voor</strong>tzetting van de<br />

onderneming groter zal zijn dan het saldo van de kosten van <strong>voor</strong>tzetting.<br />

Terug naar de in het <strong>schemergebied</strong> <strong>voor</strong>bereide doorstart. Ook al is het discontinuïteitsrisico<br />

een feit omdat er sprake is van verhaalsinsolventie, daarmee staat de omvang van de<br />

verhaalsinsolventie nog niet vast. Dat is afhankelijk van de liquidatie zelf. De omvang van het<br />

risico kan meestal het beste worden beperkt door – zo mogelijk – onderhandse verkoop van de<br />

activa in onderling verband, going concern, waardoor ook een deel van de goodwill 976 van de<br />

onderneming geliquideerd kan worden. Belangen van continuïteit en werkgelegenheid kunnen zo<br />

ook gediend worden. Ook zal het zo mogelijk zijn een deel van het ‘liquidatiepassief’ te vermijden,<br />

doordat verplichtingen door de koper worden overgenomen (de ingevolge 39 en 40 F maar deels<br />

gefixeerde verplichtingen uit arbeidscontracten en huur, en de overname van andere verplichtingen<br />

die anders tot schadeclaims (37a F) zouden leiden). Tenslotte kan ook de financier belang hebben<br />

bij de aldus te bereiken maximale opbrengst van zekerheidsactief.<br />

De (eventueel gedeeltelijke) door een activa-transactie te realiseren doorstart<br />

kan verschillende doelen dienen: (a) maximalisatie van de waarde van het actief;<br />

(b) minimalisatie van het passief; (c) bevordering van werkgelegenheid; (d)<br />

bevordering van continuïteit.<br />

De praktijk leert dat de kans op slagen van een doorstart bevorderd wordt door een goede<br />

<strong>voor</strong>bereiding vóór <strong>faillissement</strong>. Bij het veel gehoorde argument dat dit niet goed mogelijk is in<br />

973<br />

Zie IX.3.1.<br />

974<br />

Zie onder andere Van Mierlo (1994), Rank-Berenschot (1995), Vriesendorp (1996b) en<br />

Winter (1998).<br />

975<br />

De opvatting van de Hoge Raad over dwangcrediteuren maakt (helaas) de fixatie niet<br />

geheel mogelijk (HR 20-3-1981, NJ 1981, 640 (Veluwse Nutsbedrijven) en HR 16-10-<br />

1998, NJ 1998, 896 (Van der Hel q.q./Edon).<br />

976<br />

Zie ook Verstijlen (2001a), p. 249 e.v.<br />

314

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!