04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IX<br />

(f) indien een bank meer dan voldoende zekerheid heeft, wordt de<br />

maximalisering van de opbrengst niet gegarandeerd;<br />

(g) indien banken onvoldoende zekerheden hebben, zullen zij ook na<br />

verkrijging van wetenschap van feitelijke insolventie trachten hun<br />

(zekerheids-)positie te versterken en de schuld te verlagen;<br />

(h) banken kunnen, bij<strong>voor</strong>beeld indien zij een faciliteit hebben gegeven die in<br />

omvang afhankelijk is van de prestaties van de debiteur, een eigen belang<br />

hebben bij <strong>voor</strong>tzetting van de feitelijk insolvente en verlieslatende<br />

onderneming.<br />

Deze vanuit het belang van de bank natuurlijke tendensen behoeven een<br />

normatieve begrenzing, die niet kan worden overgelaten aan de contractsvrijheid<br />

van financiers. Die contractsvrijheid dient zich <strong>voor</strong>al te beperken tot de vraag<br />

welk bedrag de bank bij aanvang bereid is te financieren tegen welke op dat<br />

moment ook te verstrekken zekerheden. En ook dan moeten grenzen 966 worden<br />

gesteld aan de maximale omvang in verband met de solvabiliteit. Wanneer die<br />

grenzen worden overschreden zal het overmatige deel van de financiering als<br />

risicodragend moeten worden aangemerkt. 967<br />

<strong>Het</strong> gegeven dat de financier net als andere crediteuren risico’s loopt, is<br />

onvoldoende aanleiding om te mogen aannemen dat het door zekerheden<br />

beperkte, en ook overigens gecalculeerde risico er in concrete gevallen vanzelf<br />

toe leidt dat het discontinuïteitsrisico afdoende wordt beperkt en niet wordt<br />

vergroot of dat daarmee de – ten behoeve van de legitimering vereiste –<br />

positieve rentabiliteit voldoende vaststaat. 968 Evenmin is daarmee gegeven dat de<br />

financier na verkrijging van wetenschap van dreigende insolventie zijn positie<br />

ten koste van anderen mag verbeteren.<br />

IX.3.2 Redding van de onderneming<br />

Wordt een noodlijdende onderneming gered van de ondergang dan zal iedereen blij zijn, de bank,<br />

de andere betrokkenen, werknemers, crediteuren, toeleveranciers en afnemers. Dit Hollywoodscenario<br />

geeft voeding aan de tot het laatste moment bestaande hoop en werkt als een fuik <strong>voor</strong> de<br />

gedachte dat het doel elk middel heiligt. 969 Bij die hoop worden de risico’s en consequenties<br />

gemakkelijk op de achtergrond geplaatst. In dit onderzoek zijn de risico’s en effecten van de<br />

verschillende middelen echter juist nader onderzocht.<br />

Hierbij is gebleken 970 dat de beheersing van de risico’s die naar crediteuren worden<br />

verplaatst, vraagt om een wijze van financiering waarbij grenzen worden gesteld aan de liquiditeit<br />

en de financiering met vreemd vermogen (L ≤ (1-s).I – s.LM - V) en navenante eisen aan het eigen<br />

vermogen. Bij de verlieslatende onderneming werden in verband met de Pauliana-norm in zekere<br />

zin nog zwaardere eisen aan het eigen vermogen gesteld, indien de verstrekking van nadere<br />

zekerheden of de vermindering van risicodragend vermogen op de agenda staat. 971<br />

966 Zie IV.6.<br />

967 Zie IV.9.2.<br />

968 Zie ook IV.5 e.v.<br />

969 Vergelijk Ophof (1997).<br />

970 Zie hoofdstuk IV.<br />

971 Zie VI.4.4 en VI.4.5.<br />

312

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!