04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De financier/separatist<br />

insolventie eenmaal dreigt. 948 De normering daarvan kan niet goed bezien<br />

worden vanuit de onderneming en de verdeling van risico’s onder haar<br />

participanten. Zij moet worden bezien vanuit de verhouding tussen die<br />

wederpartijen (paritas creditorum). Daarbij moet er dan wel rekening mee<br />

worden gehouden dat het recht van <strong>voor</strong>rang zelf een gelegitimeerde<br />

uitzondering op het gelijkheidsbeginsel kán zijn. <strong>Het</strong> gaat niet om de vraag of de<br />

financier zekerheden mag hebben, maar bij<strong>voor</strong>beeld om de vraag of de<br />

financier zich in het zicht van <strong>faillissement</strong> nog méér zekerheden mag toeeigenen.<br />

<strong>Het</strong> door Van den Heuvel (2004) ontwikkelde argument dat de<br />

contractsvrijheid wel de wettelijke basis (3:278 BW) is vóór, maar niet de<br />

legitimering vormt ván het recht van <strong>voor</strong>rang lijkt mij juist. 3:277 BW houdt<br />

met recht rekening met de ongelijkheid die door <strong>voor</strong>rang kan ontstaan, omdat<br />

het wenselijk is dat de financier zo’n recht kan toekomen. Maar de vraag of een<br />

specifiek recht van <strong>voor</strong>rang alsnog gecreëerd mag worden in het zicht van<br />

<strong>faillissement</strong>, zal beoordeeld moeten worden aan de hand van de Pauliana-norm,<br />

omdat het recht van <strong>voor</strong>rang op alle activa niet bij <strong>voor</strong>baat of per definitie<br />

toekomt aan de financier.<br />

Waar bij Van den Heuvel de grenzen aan de legitimiteit van het recht van <strong>voor</strong>rang vaag blijven, is<br />

in dit onderzoek getracht deze grenzen precies te bepalen door de financieringsstructuur waarin de<br />

verhouding van alle participanten geregeld wordt. Voor de financier is de beperking te vinden in de<br />

maximale financiering, waarbij rekening wordt gehouden met de vereiste solvabiliteit en de<br />

financiering bij een chronisch onvoldoende liquiditeit wordt gestaakt. Van den Heuvel kampt met<br />

het dilemma van een economische legitimering versus individuele rechtvaardigheid. Dat dilemma<br />

is hier opgelost door de Pauliana-norm op individuele transacties toe te passen. Die stelt grenzen<br />

nadat wetenschap van dreigende insolventie is verkregen.<br />

IX.3 De dilemma’s van kredietverlening<br />

IX.3.1 Geen natuurlijk evenwicht tussen financier en crediteur<br />

Aangezien de financier ook een crediteur met een verhaalsrisico is, lopen zijn<br />

belangen tot op zekere hoogte parallel met die van andere crediteuren.<br />

Omdat de financier doorgaans veel beter geïnformeerd is dan de gemiddelde crediteur, is wel<br />

betoogd dat de financier tegelijkertijd de belangen van de andere crediteuren goed zou kunnen<br />

behartigen. Die gedachte lijkt bij Van de Heuvel 949 te bestaan als zij het recht van <strong>voor</strong>rang<br />

legitimeert door onder andere de monitoring-activiteiten van de bank. 950<br />

De verhaalsrisico’s en belangen van de bank lopen echter op essentiële punten<br />

niet parallel met die van crediteuren.<br />

In IX.2.2 bleek al dat banken zich de afgelopen decennia hebben ontpopt als verzekeraar. <strong>Het</strong> gaat<br />

om de grote getallen en de omslag van risico waarbij het gegeven dat in geval van <strong>faillissement</strong> nog<br />

slechts 50-60% 951 van de vordering verhaald wordt, kennelijk ondergeschikt is. Aangezien dit<br />

948 Zie ook V.6.<br />

949 Van den Heuvel (2004).<br />

950 Zie IX.2.4.<br />

951 Zie De Vries (2004).<br />

309

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!