04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk IX<br />

In grote lijnen leidt de formule <strong>voor</strong> maximale financiering ertoe dat liquiditeitsinsolventie<br />

vanzelf intreedt als de solvabiliteit onvoldoende wordt. In grote<br />

lijnen, omdat kasstromen – die de liquiditeit bepalen – niet helemaal parallel<br />

hoeven te lopen met resultaten en solvabiliteit. Verder zullen sommige<br />

tussentijdse wijzigingen in de balans ook tot aanpassing van de financiering<br />

nopen. 843 De bank zal dus een vinger aan de pols moeten houden. Lang niet altijd<br />

mag ervan uitgegaan worden dat de bank ook (onmiddellijk) wetenschap heeft<br />

van feitelijke insolventie of van een onvoldoende solvabiliteit en een navenant te<br />

hoge financiering. Maar omdat met de formule de maximale financiering <strong>voor</strong>af<br />

wel kan worden vastgesteld, kan ook eenvoudig geconstateerd worden of er<br />

bij<strong>voor</strong>beeld niet vanaf het begin te veel is gefinancierd. Hoe de bank dient te<br />

handelen indien blijkt dat hij een te hoge financiering ter beschikking heeft<br />

gesteld, zal worden besproken in IX.3.4. Een verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de<br />

financieringsstructuur zal bij bestuurders blijven liggen. 844 Bij bestuurders kan<br />

ook veel makkelijker worden aangenomen dat zij de <strong>voor</strong> toerekening onder de<br />

(verlengde) Beklamel-norm vereiste wetenschap hebben of moeten hebben. Ook<br />

al is een eigen onderzoeksplicht van de financier wel aan te nemen, financiers<br />

blijven afhankelijk van de (kwaliteit van de) informatie die hen door bestuurders<br />

wordt verstrekt.<br />

IX.1.1.4 Pauliana-norm en financier<br />

De financier is niet alleen betrokkene, maar ook wederpartij bij de<br />

kredietovereenkomst en de verstrekking van zekerheden. Voor wederpartijen<br />

werd in hoofdstuk VI de Pauliana-norm ontwikkeld, die betrekking heeft op de<br />

onderlinge verdeling van risico’s tussen die wederpartijen. In verband met de<br />

Pauliana-norm zijn eerder 845 specifieke solvabiliteitseisen geformuleerd die zijn<br />

toegesneden op de financier die een kredietovereenkomst aangaat of wijzigt of<br />

nieuwe zekerheden krijgt. De geformuleerde solvabiliteitseisen hielden verband<br />

met de specifieke wetenschap die hij – als tevens betrokkene – moet hebben van<br />

de eventueel dreigende insolventie. Ook de financier zou in beginsel<br />

aangesproken moeten kunnen worden onder de Pauliana-norm. Daarbij moet er<br />

wel rekening mee worden gehouden dat het recht van <strong>voor</strong>rang van de financier<br />

in beginsel gelegitimeerd 846 is en <strong>voor</strong>tzetting van de financiering, ook na<br />

dreigende insolventie, essentieel kan zijn <strong>voor</strong> het behoud van continuïteit. De<br />

legitimering van het recht van <strong>voor</strong>rang betekent een aanzienlijke beperking van<br />

de toepasbaarheid van de Pauliana-norm. Alleen op het moment dat er een<br />

wijziging wordt aangebracht in de zekerhedenpositie van de financier ten nadele<br />

van anderen, kan de wetenschap van dreigende insolventie relevant zijn. Bij<br />

daaruit <strong>voor</strong>tvloeiende dilemma’s zal in dit hoofdstuk nog uitgebreid stilgestaan<br />

worden. 847<br />

843 Zie IV.7.<br />

844 Zie ook IV.9.<br />

845 Zie VI.4.<br />

846 Zie V.5.3 en hieronder nog: IX.2.4.<br />

847 Zie IX.3.2, IX.3.4, IX.3.5 en IX.4.<br />

292

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!