04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk VIII<br />

VIII.7.3 ‘Sibi vigilare’<br />

Een van de argumenten van de toenmalige wetgever was dat iedereen <strong>voor</strong> zijn<br />

eigen rechten moest (kunnen) opkomen, het ‘sibi vigilare’. Gevolg daarvan is<br />

dat degene die het beste <strong>voor</strong> zich zelf zorgt, ook <strong>voor</strong> gaat. De Hoge Raad 818<br />

heeft dit argument ook gebruikt.<br />

Is het recht van de sterkste een norm die bescherming verdient? Of liggen in het recht normen<br />

besloten die juist grenzen stellen aan het recht van de sterkste? <strong>Het</strong> sibi vigilare is niet zozeer een<br />

argument, maar verklaart dat de ene mens beter <strong>voor</strong> zich zelf kan zorgen dan de ander en dat het<br />

recht daar geen verandering in kan brengen. <strong>Het</strong> is geen argument in de zin dat Kaïn Abel mocht<br />

vermoorden omdat Abel maar beter <strong>voor</strong> zich zelf had moeten zorgen. Hier gaat het om de vraag of<br />

de gelijke verdeling van het insolvente vermogen onvoldoende relevant is omdat – als het tenminste<br />

op betalingen aankomt – ieder maar <strong>voor</strong> zichzelf moet zorgen.<br />

Ter oriëntatie een <strong>voor</strong>beeld waar de complicerende factor, het verwijt aan de<br />

schuldenaar even wordt uitgesloten: tien volwassenen met weinig geld op zak sturen een klein kind<br />

met hun geld naar de broodjeszaak om de hoek om twintig broodjes te halen <strong>voor</strong> de lunch. <strong>Het</strong><br />

kind is een deel van het geld of de broodjes onderweg verloren en komt terug met een zakje<br />

waarvan iedereen onmiddellijk ziet dat daar geen twintig en ook geen tien broodjes in zitten. Vindt<br />

u dat de drie volwassenen die toevallig bij de deur staan als het kind binnen komt de zak direct in<br />

ontvangst moeten nemen om vervolgens met z’n drietjes in een andere kamer de broodjes soldaat te<br />

maken? Of, als dat niet gebeurt, en het kind de volwassenen vraagt of zij een broodje willen, moet<br />

het kind dan onder de voet gelopen worden zodat degene die het eerst komt het eerst maalt? Of<br />

vindt u dat als het kind braaf uitdeelt en na vijf broodjes alles op is de vijf volwassenen hun broodje<br />

alsnog met de ander vijf moeten delen? Vindt u wellicht dat degene die al snel een hap van zijn<br />

broodje heeft genomen in weer een andere positie verkeert? En wat nu als het niet om de zekerheid<br />

gaat dat er te weinig is (Beklamel-norm), maar om de waarschijnlijkheid. Dus in dit <strong>voor</strong>beeld een<br />

duidelijk beteuterde kleuter met een zakje dat waarschijnlijk geen twintig broodjes zou kunnen<br />

bevatten. Of zou u hopen dat er bij u thuis toch een vader/moeder (lees: rechter) is die er<strong>voor</strong> zou<br />

zorgen dat er toch gewacht werd tot er duidelijkheid was en dan zonodig gedeeld zou worden? Of<br />

is het bij u een goede gewoonte om in de lange traditie van de Kaninefaten de kleuter altijd onder<br />

de voet te lopen omdat je maar nooit weet?<br />

De gelijkheid van crediteuren (titel 10 van boek 3 BW) verdraagt het argument<br />

van sibi vigilare niet omdat het recht van de sterkste tegenstrijdig is aan, en<br />

onverenigbaar is met, het uitgangspunt van gelijke verdeling, de paritas<br />

creditorum. Als het gaat om de door de curator ten behoeve van alle crediteuren<br />

ingestelde vordering heeft de Hoge Raad dit argument feitelijk ook al de das om<br />

gedaan in Notaris E./Curatoren THB. 819 Daar werd overwogen dat aan<br />

individuele weren van de aangesproken derde jegens individuele crediteuren<br />

<strong>voor</strong>bijgegaan moet worden en de relevante benadeling bestaat uit het saldo van<br />

de vermindering van de verhaalsmogelijkheden. Uitgaande van het recht van de<br />

sterkste zou het insolventierecht ook in het algemeen overbodig zijn.<br />

Er is <strong>voor</strong> het argument dat ieder met <strong>voor</strong>tvarendheid <strong>voor</strong> zijn eigen rechten moet kunnen<br />

opkomen wel iets anders te zeggen. <strong>Het</strong> argument is niet geheel onbegrijpelijk in het licht van de in<br />

de Faillissementswet ongelukkigerwijs (zie III.2.1) niet opgenomen verplichting (en zelfs beperkte<br />

mogelijkheid <strong>voor</strong> bestuurders) het eigen <strong>faillissement</strong> of surseance aan te vragen, waardoor de<br />

aanvraag van de derde noodzakelijk is om te lang uitstel te <strong>voor</strong>komen. Als de aanvrager dan ook<br />

nog de daardoor verkregen betaling later zou moeten inleveren zou dit in de weg staan aan zulke<br />

818 Zie Osby en Van Dooren q.q./ABN Amro I.<br />

819 HR 15-9-1995, NJ 1996, 629 (Notaris E./Curatoren THB).<br />

282

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!