04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Benadeling door vermindering van <strong>voor</strong> verhaal vatbaar vermogen<br />

(b) betalingen op niet tot vermindering van eigen vermogen leidende<br />

verplichtingen, maar die tot vermindering van verhaalsvermogen leiden<br />

omdat de wederprestatie al <strong>voor</strong> verkrijging van wetenschap van dreigende<br />

insolventie was geleverd. Deze vorm van benadeling komt <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> in<br />

het kader van een financieringsovereenkomst. Financieringsovereenkomsten<br />

plegen gesloten te worden <strong>voor</strong> wetenschap van dreigende insolventie en<br />

plegen niet of nauwelijks invloed te hebben op de eigen vermogenspositie<br />

van de schuldenaar;<br />

(c) verrekeningen op bestaande schulden – of betalingen die daartoe leiden – na<br />

wetenschap van dreigende insolventie.<br />

Hoewel al deze betalingen 787 zonder twijfel tot nadeel leiden en in strijd zijn met<br />

het gelijkheidsbeginsel in 3:277 BW en derhalve naar mijn mening ook zouden<br />

moeten kunnen worden toegerekend na bestaande wetenschap van dreigende<br />

insolventie, geven 47 en 53 F nauwelijks c.q. geen houvast op deze vormen van,<br />

in het licht van 6:162 BW wel toe te rekenen, nadeel. Alleen 54 F geeft houvast<br />

op de verrekening na schuldovername. En 54 F wordt ook toegepast op<br />

verrekeningen door de bank na ontvangen betalingen.<br />

Mede in het licht van de hier<strong>voor</strong> genoemde tweetrapsraket <strong>voor</strong> nadeel<br />

in het eigen vermogen komt het mij <strong>voor</strong> dat de wetgever destijds moet hebben<br />

bedoeld een tweedeling aan te brengen tussen de onverplichte rechtshandeling in<br />

42 F en de opeisbare schuld in 47 F. Als dat zo is, betekent opeisbaar het<br />

omgekeerde van onverplicht en dus verschuldigd. Ik zal hieronder laten zien dat<br />

de Hoge Raad evenwel in het woord ‘opeisbaar’ sluipwegen vindt om<br />

betalingen, die zich normatief niet onderscheiden van andere betalingen, onder<br />

de Pauliana-norm te brengen. Ook zal ik laten zien dat de Hoge Raad de<br />

mogelijkheid om een betaling via 42 F te laten vernietigen misbruikt in het<br />

kader van 53 F door verplichtingen die op zichzelf niet tot nadeel leiden te<br />

vernietigen. <strong>Het</strong> is niet duidelijk of de Hoge Raad zich daarvan bewust is, maar<br />

beide sluipwegen laten impliciet zien dat de Hoge Raad ook bij betalingen de<br />

Pauliana-norm de juiste norm acht te zijn.<br />

VIII.6.2 De sluipwegen van de Hoge Raad om de Pauliana-norm toe te<br />

passen (Loeffen q.q./BMH I, Montana I, Steinz q.q./Amro,<br />

Kin/Emmerig q.q., Verkerk/Tiethoff q.q., Bakker q.q./Katko,<br />

Kuijsters/Gaalman q.q., Amro/Curatoren THB, ING/Gunning<br />

q.q.)<br />

In dit onderdeel zal aangetoond worden dat in nogal wat jurisprudentie die de<br />

Hoge Raad heeft gehaald, getracht is te ontkomen aan 47 of 53 F en op<br />

betalingen feitelijk de Pauliana-norm – zij het met onvolkomenheden –<br />

toegepast werd.<br />

787 Met uitzondering van de vernieuwing van zekerheden door doorlopende stille<br />

verpanding van <strong>voor</strong>heen dubbeltoekomstige vorderingen, zie IX.4.2.<br />

271

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!