04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk VIII<br />

hem niets te verwijten valt en hij dus niet hoeft terug te betalen. <strong>Het</strong> is wat mij betreft wel het<br />

enige argument dat aan 47 F enig geloofwaardig reliëf geeft, maar onvoldoende. Praktisch, omdat<br />

het uitgangspunt zoals gezegd naïef is. Dogmatisch, omdat 3:277 BW geen strafbepaling is maar<br />

noopt tot (her)verdeling als er onvoldoende is. Toerekening die tot herverdeling leidt is mogelijk na<br />

verkregen wetenschap van dreigende insolventie.<br />

<strong>Het</strong> noodzakelijke bewijs van het ‘overleg’ is feitelijk welhaast diabolisch. De curator<br />

vindt tegenover zich een bestuurder die het opportuun heeft geacht een bepaalde crediteur te<br />

be<strong>voor</strong>delen en een crediteur die denkt ‘hebben is hebben en krijgen is de kunst’. Die bestuurders<br />

zijn tegelijkertijd de aangewezen personen om zich te verklaren over het overleg, dat kennelijk<br />

alleen in een kleine bandbreedte als overleg is aan te merken. Dat vraagt om verklaringen in<br />

bewoordingen die buiten die kleine bandbreedte zullen liggen.<br />

VIII.4.5 Opzet en bewijs<br />

Wat is het ‘oogmerk van begunstiging’? Kennelijk meer dan de geobjectiveerde<br />

wetenschap van benadeling. Bij de betaling op een reeds <strong>voor</strong> geobjectiveerde<br />

wetenschap van dreigende insolventie bestaande vordering staat de benadeling<br />

door vermindering van verhaalsactief simpelweg vast als het enige logische<br />

gevolg. Ieder mens snapt dat het de kunst is van iemand die je geld schuldig is<br />

maar op failleren staat de betaling nog binnen te krijgen. Als iedereen dat<br />

vanzelf snapt kan het te bewijzen ‘oogmerk’ niets toevoegen. Of liever gezegd<br />

het is als nader vereiste nagenoeg onbewijsbaar. De eis verlaat het normatieve<br />

kader.<br />

Wordt er verlangd dat er sacrale woorden door de schuldenaar en de crediteur worden uitgesproken<br />

‘wij beogen jou/mij willens en wetens te willen be<strong>voor</strong>delen’? Als dat zo is worden wij ver<br />

teruggeworpen in de tijd, nu het recht inmiddels doordrongen is van de normatieve uitleg van<br />

rechtshandelingen. 717<br />

Door het verlangde bewijs van ‘opzet’ wordt nagenoeg geheel het normatieve kader<br />

verlaten. Als het ‘oogmerk’ tot begunstiging net als in het strafrecht ‘kleurloos’ is, is het feitelijk en<br />

niet normatief van aard. En, omdat het bewijzen van wetenschap van benadeling bij <strong>voor</strong>baat<br />

onvoldoende is, is de meerdere eis niet alleen vrijwel onmogelijk, maar ook zo feitelijk van aard dat<br />

er geen normatieve betekenis meer aan kan worden gegeven. De uitleg van de Hoge Raad heeft het<br />

op zich al niet erg gelukkige 47 F op dit punt beperkt tot een vrijwel dode letter. De<br />

onhoudbaarheid daarvan wordt geïllustreerd door twee gevallen waarin de Hoge Raad gezwicht<br />

lijkt te zijn <strong>voor</strong> een normatieve uitleg van 47 F en toch het oogmerk lijkt te hebben aangenomen.<br />

VIII.4.6 Incidentele normatieve uitleg: Van Essen q.q./Aalbrecht,<br />

Looman en Cikam/Siemon q.q.<br />

In Van Essen q.q./Aalbrecht, Looman en Cikam/Siemon q.q. werden onder<br />

referte naar 47 F benadelende betalingen geredresseerd. In het eerste arrest ging<br />

het om betalingen in het zicht van insolventie aan een groepsvennootschap<br />

waarin één van de twee bestuurders zeggenschap had. In een principiële, maar<br />

inhoudelijk onduidelijke overweging werd met inachtneming van o.a. 47 F dit<br />

betalen <strong>voor</strong> beide bestuurders onrechtmatig geacht 718 : ‘een betaling’ (...) (kan),<br />

‘mede gelet op de art. 42, 43 en 47 F. en 343 Sr., als een onrechtmatige daad van<br />

haar bestuurders’ (...) ‘worden aangemerkt’. 47 F staat dus niet in de weg aan<br />

717 Van Dunné (1971).<br />

718 Zie uitgebreid X.14.<br />

258

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!