04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk VIII<br />

(e) het concept van 42 F houdt ten onrechte geen rekening met bij het sluiten overeen te komen<br />

nevenverplichtingen die zien op het in de toekomst ontstaan van dreigende insolventie; 701<br />

(f) 51 lid 3 F lijkt over het hoofd te zien hoe de benadeling door een betaling werkt. 702<br />

De hieronder uit te werken specifieke bezwaren tegen 47 en 53 F laten zien dat de bepalingen<br />

normatief niet deugdelijk zijn. Slechts indirect wordt daarmee bevestigd dat mijn andere kijk op de<br />

benadeling door betaling inderdaad gepast is. De legitimering van die andere benadering is in<br />

hoofdstuk VI en deels in hoofdstuk VII te vinden. Voor een meer specifieke en gedetailleerde<br />

uitwerking van bezwaren tegen diverse uitspraken van de Hoge Raad wordt verwezen naar<br />

hoofdstuk X, waarin in nogal wat gevallen wordt vermeld dat en hoe naar wenselijk recht anders<br />

beslist had moeten worden en tot welke oneigenlijke sluipwegen 47 en 53 F hebben geleid.<br />

VIII.4 47 en 53 F vormen geen normatief sluitend systeem<br />

VIII.4.1 47 F<br />

47 F kent diverse criteria wil een betaling vernietigd kunnen worden: (i) het<br />

moet gaan om een ‘opeisbare’ schuld; (ii) er moet worden ‘aangetoond’; (iii)<br />

hetzij wetenschap van <strong>faillissement</strong>saanvraag bij de betaalde partij; (iv) hetzij<br />

dat de betaling het gevolg was van ‘overleg’ tussen partijen; (v) met het doel van<br />

begunstiging boven andere schuldeisers. De diverse criteria zullen afzonderlijk<br />

besproken worden.<br />

Uit de jurisprudentie volgt <strong>voor</strong>ts dat als er geen sprake is van enig<br />

nadeel 47 F niet van toepassing is (Loeffen q.q./BMH II; Eneca). 703<br />

Behoudens ‘bijzondere omstandigheden’ lijkt 47 F op grond van o.a.<br />

Van Dooren q.q./ABN Amro I 704 een (beperkende) reflexwerking te moeten<br />

hebben op de mogelijkheden om opeisbare betalingen onderwerp te laten zijn<br />

van een onrechtmatige daadactie.<br />

VIII.4.2 Opeisbare schuld<br />

<strong>Het</strong> criterium van opeisbaarheid geeft de scheiding aan tussen de benadelingen<br />

die onder 42 dan wel 47 F moeten worden getoetst. Helemaal helder is die<br />

scheiding niet omdat, althans taalkundig, onverplicht en opeisbaar niet elkaars<br />

perfecte tegendeel zijn.<br />

47 F heeft alleen betrekking op de mogelijke vernietiging van de voldoening van een opeisbare<br />

schuld. Opeisbaar betekent dat een rechtsplicht moest bestaan en niet dat de schuldenaar feitelijk<br />

niet anders kon (V.d. Feltz q.q./Hoornsche Crediet en Effectenbank; Eneca; Ravast/Ontvanger 705 ).<br />

Opeisbaar betekent volgens de Hoge Raad ook dat de prestatie moest kunnen worden afgedwongen<br />

en wel in de vorm van de geleverde prestatie. Voldoening aan een natuurlijke verbintenis, of in<br />

betaling geven op een andere wijze of een ander moment dan overeengekomen, leidt niet tot<br />

701 Zie VII.8.<br />

702 Zie VII.4.3.<br />

703 HR 22-3-1991, NJ 1992, 214 (Loeffen q.q./BMH II); HR 10-12-1976, NJ 1977, 617<br />

(Eneca), althans in een mogelijke interpretatie van het arrest, zie X.3.4.2.<br />

704 HR 16-6-2000, JOR 2000, 201 (Van Dooren q.q./ABN Amro).<br />

705 HR 8-1-1937, NJ 1937, 431 (Van de Feltz q.q./Hoornsche Crediet en Effecten bank); HR<br />

10-12-1976, NJ 1977, 617 (Eneca); HR 22-9-1995, NJ 1996, 706 (Ravast/Ontvanger).<br />

254

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!