04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk VIII<br />

(iii) onverplichte betalingen (om niet of natuurlijke verbintenissen).<br />

Deels gaat het hier ook om betalingen die betrekking hebben op alleen de<br />

verwezenlijking van de vermindering van eigen vermogen door een betaling<br />

omdat de achterliggende rechten en verplichtingen niet in balans zijn. Als de<br />

betaling betrekking heeft op een verplichting (bedoeld in a)) en die verplichting<br />

wegens een toerekenbare benadeling al ongedaan moet worden gemaakt<br />

(Pauliana-norm) zal, ook in het huidige wettelijke stelsel, de eventueel<br />

daaropvolgende betaling daarmee ook ongedaan gemaakt moeten worden. In<br />

VII.4.2 zagen we echter dat niet alleen het aangaan van niet in balans zijnde<br />

rechten en verplichtingen tot nadeel leidt, maar dat met name de betaling daarop<br />

door de aspirant-failliet de volledige vermindering van eigen vermogen pas<br />

realiseert. De vraag is dus evenzeer onder welke omstandigheden zulke<br />

betalingen ongedaan gemaakt zouden moeten kunnen worden.<br />

Zoals in VII.4.2.2 bleek heeft de toe te passen norm <strong>voor</strong> de<br />

benadelende betaling dus alleen afzonderlijke relevantie als het gaat om:<br />

(a) een onverplichte betaling;<br />

(b) een betaling op een verplichting waarbij de benadeling door het ‘in<br />

negatieve balans’ zijn van rechten en verplichtingen bij het sluiten van de<br />

overeenkomst nog niet toerekenbaar was;<br />

(c) een betaling die tot nadeel leidt terwijl de rechten en verplichtingen ‘in<br />

balans’ zijn.<br />

De onverplichte betaling (a) leidt niet tot problemen. Ook onder 42 F is deze in<br />

principe aantastbaar zonder dat een nadere wetenschapseis wordt gesteld. <strong>Het</strong><br />

principe van 3:277 BW staat <strong>voor</strong>op. Eigenlijk moet hieraan nog worden<br />

toegevoegd dat ten tijde van de betaling er wel sprake moest zijn van verhaalsinsolventie.<br />

De betalingen (b) en (c) worden om als benadeling toerekenbaar te zijn<br />

door 47 en 53 F aan andere eisen onderworpen dan de Pauliana-norm. Naar mijn<br />

mening ten onrechte, en daar zal dit hoofdstuk dan ook <strong>voor</strong>al over gaan. In feite<br />

kan dat heel kort door aan te geven dat en waarom ook <strong>voor</strong> deze betalingen de<br />

Pauliana-norm de enig juiste norm is. Er is geen reden <strong>voor</strong> afwijking. De lange<br />

historie, de veelheid aan argumenten en de hardnekkige jurisprudentie vragen er<br />

echter om deze stelling nader te onderbouwen zodat een veel uitgebreidere<br />

bespreking van dit onderwerp noodzakelijk is.<br />

Mijn opvatting heeft in de praktijk veruit de grootste gevolgen <strong>voor</strong> de rechtspositie van de<br />

financier als wederpartij. In een afzonderlijk hoofdstuk IX zullen de diverse rechtsposities van de<br />

financier op een rijtje worden gezet en <strong>voor</strong> zover nodig nog worden uitgewerkt.<br />

VIII.1.2 Plan van behandeling<br />

In dit hoofdstuk zal worden betoogd dat de eerder geformuleerde Pauliana-norm<br />

ook van toepassing moet zijn op alle benadelingen onafhankelijk van de vraag of<br />

dit het gevolg is van een vermindering van verhaalsvermogen en/of eigen<br />

vermogen. In VIII.2 zullen de contouren van het wenselijk recht worden<br />

242

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!