04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk VII<br />

wetenschap van feitelijke insolventie (of al eerder, als bewust geen reddingspogingen werden<br />

ondernomen) heeft laten <strong>voor</strong>tzetten.<br />

Navrant is dat het Hof na terugverwijzing juist construeert dat de rechtshandeling<br />

(niet: ‘transactie’, zie het eerste arrest!) waarbij de overeenkomst<br />

werd gesloten, niet vernietigd kon worden omdat toen nog geen wetenschap van<br />

benadeling bestond: ‘Zij komen in hoofdzaak er op neer dat uitgangspunt bij de<br />

oprichting van Montana door Interniber is geweest dat Montana uitsluitend<br />

<strong>voor</strong> Interniber zou produceren en dat Interniber daartegenover verplicht was<br />

tot afname van de door Montana geproduceerde en <strong>voor</strong> haar bestemde<br />

caravans, alsmede dat partijen dit uitgangspunt vervolgens in praktijk hebben<br />

gebracht’. Dat is navrant omdat juist in die afspraak, tezamen met de later<br />

blijkende verliesgevendheid, het nadeel en een zekere verantwoordelijkheid per<br />

definitie besloten lagen.<br />

Natuurlijk ligt dit ook aan de door de curator ingestelde vordering. Maar bepaald onbevredigend is<br />

dat Interniber <strong>voor</strong> risico van de crediteuren de verliesgevende onderneming mede ten eigen bate<br />

kon <strong>voor</strong>tzetten en zelfs haar eigen risico bij de bank mocht aflossen.<br />

Verder worden door Hof en Hoge Raad na het eerste arrest van de Hoge Raad de<br />

beoordeling van de gevolgen van de ‘transactie’ losgelaten, waardoor volgens<br />

het tweede arrest toch weer de wetenschap van benadeling bij het sluiten van de<br />

overeenkomst doorslaggevend is. Maar de wetenschap bij het sluiten van de<br />

overeenkomst in verband met de gevolgen van de overeenkomst was niet<br />

relevant omdat er sprake was van een redelijke prijs. 666<br />

VII.11 Regres/hoofdelijkheid<br />

<strong>Het</strong> is mogelijk dat diverse partijen betrokken zijn bij concrete benadelingen en<br />

dat die benadelingen ook aan ieder van hen toerekenbaar zijn. In zijn<br />

algemeenheid geldt dat als verschillende personen gezamenlijk verantwoordelijk<br />

zijn <strong>voor</strong> een schade toebrengende fout, zij gezamenlijk en ieder afzonderlijk<br />

door de benadeelde <strong>voor</strong> het geheel aansprakelijk kunnen worden gehouden.<br />

Deze hoofdelijkheid heeft tot gevolg dat de aansprakelijken zich niet achter<br />

elkaar kunnen verschuilen, maar de mate van verantwoordelijkheid onderling<br />

moeten uitvechten en dat het verhaalsrisico <strong>voor</strong> het regres op elk van de<br />

verantwoordelijken rust. Doorslaggevend <strong>voor</strong> de eventuele regresvordering (zie<br />

6:10, 101 en 102 lid 1 BW) is de wederzijdse causaliteit en de billijkheid<br />

wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, waarbij zowel de<br />

zwaarte van de normschending als de onderlinge schuldverhouding een rol<br />

speelt.<br />

In III en VI bleek dat de benadelingsvordering tegen wederpartijen<br />

gebaseerd was op de Pauliana-norm en die tegen betrokkenen op de Beklamelnorm.<br />

De Beklamel-norm was in feite een zorgvuldigheidsnorm en de Pauliananorm<br />

rekende nadeel veel gemakkelijker toe omdat er sprake was van schending<br />

van het recht op gelijkheid (3:277 BW). <strong>Het</strong> ligt dus <strong>voor</strong> de hand dat als zowel<br />

666 Zie verder de weergave en kritische bespreking in X.10.<br />

232

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!