04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

VII.9.2.4 Pauliana-norm: marktconforme prestaties en een <strong>voor</strong>zienbare<br />

bijdrage aan het exploitatieverlies<br />

Ook marktconforme transacties met de aspirant-failliet kunnen bij <strong>voor</strong>tzetting<br />

van de verlieslatende onderneming indirect tot nadeel leiden als het eigen<br />

vermogen door doorlopende verliezen wordt uitgehold. Onder de Beklamelnorm<br />

mag het verlies gesaldeerd worden en is de betrokkene <strong>voor</strong> dit saldo<br />

aansprakelijk te houden. Maar moet de bijdrage aan het verlies dat <strong>voor</strong>tvloeit<br />

uit een transactie, ook toegerekend worden aan de wederpartij als zij wetenschap<br />

van dreigende insolventie had? Kan men betogen dat de wetenschap van<br />

dreigende insolventie veelal ook zal inhouden dat een wederpartij rekening moet<br />

houden met de uit transacties <strong>voor</strong> de onderneming zelf <strong>voor</strong>tvloeiende verliezen<br />

wegens alle aan de onderneming verbonden kosten? In zoverre is het geen onzin<br />

dat de dreigende insolventie vrijwel altijd het gevolg is van verliezen. 653 Kijken<br />

we naar de aspirant-failliet, dan wordt de waarde van een inkoop niet bepaald<br />

door de vraag of die marktconform is, maar of de prestatie is in te zetten <strong>voor</strong><br />

het realiseren van een netto positieve opbrengst.<br />

<strong>Het</strong> kan misschien lijken dat een marktconforme inkoop die wordt<br />

gevolgd door een marktconforme verkoop meestal niet tot verlies kan leiden.<br />

Die gedachte zou gelezen kunnen worden in de overweging van de Hoge Raad<br />

in Montana I: ‘Daarvan [relevant nadeel] kan ook sprake zijn wanneer <strong>voor</strong><br />

geleverde zaken een redelijke prijs is betaald, zodat het vermogen van de nadien<br />

gefailleerde niet is verminderd’. 654<br />

Overigens gebruikt de Hoge Raad in datzelfde arrest ook een ander criterium dan de redelijke prijs:<br />

de opbrengst die tenminste ‘niet lager is dan de vermoedelijke executie-opbrengst’. Dat lijkt mij<br />

onjuist, want als een onderneming zijn activa gaat verkopen <strong>voor</strong> de aanzienlijk lagere liquidatiewaarde<br />

en tegelijkertijd de onderneming met al haar kosten <strong>voor</strong>tzet, moet het nadeel door de<br />

<strong>voor</strong>tschrijdende verliezen toch wel <strong>voor</strong>zienbaar zijn. Vergelijk ook artikel 43 lid 1 1 0 F dat <strong>voor</strong><br />

het bewijsvermoeden van benadeling ook niet uitgaat van de liquidatiewaarde.<br />

Ook bij de ‘redelijke prijs’ kan er sprake zijn van ‘verlies’ en dus vermindering<br />

van vermogen. <strong>Het</strong> gaat er uiteindelijk om of alle kosten die <strong>voor</strong> een opbrengst<br />

worden gemaakt ook door de opbrengst gedekt kunnen worden. Daarbij spelen<br />

de algemene kosten die nog van het bruto resultaat moeten worden afgetrokken<br />

een belangrijke rol, terwijl die kosten moeilijk toerekenbaar zijn aan een<br />

specifieke opbrengst. Bij dit ruimere en juistere concept van verlies draagt dus<br />

ook vrijwel elke marktconforme inkoop bij aan het algemene verlies. Zolang<br />

door de opbrengst niet alleen de directe kosten maar ook de indirecte of<br />

algemene kosten niet gedekt worden, draagt elke transactie als het ware bij aan<br />

het verlies. De bepaling van de bijdrage aan het verlies van een specifieke<br />

inkoop is echter betrekkelijk arbitrair. En de specifieke kennis van dit toe te<br />

653 Er zijn een paar uitzonderingen: er kan een negatieve netto kasstroom zijn en toch geen<br />

verlies bij<strong>voor</strong>beeld door aanzienlijke investeringen <strong>voor</strong> de toekomst; onttrekkingen aan<br />

het eigen vermogen door dividenden kunnen de liquiditeitspositie zo aantasten dat<br />

daardoor insolventie zal dreigen.<br />

654 Zie X.10, HR 22-5-1992, NJ 1992, 526; HR 12-4-1996, NJ 1996, 488.<br />

227

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!