04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk VII<br />

componenten: de eventueel misgelopen winst en de vervolgschade. De winst zal mede verband<br />

houden met de waarde van de wederzijdse prestaties op het moment dat die geleverd moesten<br />

worden. De nooit (b) of niet meer (a) marktconforme prijs laat zich dus in principe vertalen in de<br />

concurrente schadeclaim. De aanspraak blijft bestaan maar bij die aanspraak moet gedeeld worden<br />

met de andere crediteuren, waardoor deze in de praktijk <strong>voor</strong> het overgrote deel, zo niet geheel,<br />

vervliegt. Is deze oplossing ook vóór <strong>faillissement</strong> te bereiken indien bij de betaling al relevante<br />

wetenschap van benadeling bestond? Als ik mij beperk tot de op wederpartijen gerichte Pauliananorm,<br />

kan dat in zoverre wel dat de benadelingsactie gericht zou kunnen zijn op het alleen<br />

teruggeven van betalingen tegen het herleven van de vorderingen, inclusief schadevordering. Dat<br />

doet recht aan het feit dat de wetenschap van benadeling nog niet bestond ten tijde van het sluiten<br />

van de overeenkomst, maar wel bij de ongedaan te maken betalingen. <strong>Het</strong> <strong>faillissement</strong> lost echter<br />

een additioneel probleem op: de wederpartij hoeft, als de overeenkomst niet gestand wordt gedaan,<br />

ook zelf niet te presteren.<br />

Om meer algemeen een vergelijkbare fixatie vóór <strong>faillissement</strong> te kunnen<br />

bewerkstelligen zou de wederpartij na verkrijging van wetenschap van<br />

benadeling de overeenkomst al <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong> moeten kunnen opschorten of<br />

ontbinden met een beroep op schadevergoeding als in 37a F. <strong>Het</strong> BW <strong>voor</strong>ziet<br />

hierin als de aspirant-failliet is tekortgeschoten (6:52 BW) of conform 6:80 BW<br />

voldoende vaststaat dat hij tekort zal schieten, of als de wederpartij eerst moet<br />

presteren maar voldoende reden heeft om aan te nemen dat de aspirant-failliet<br />

niet zal nakomen (6:263 BW). <strong>Het</strong> BW biedt echter geen oplossing als de<br />

aspirant-failliet niet al is tekortgeschoten of tekort zal schieten. <strong>Het</strong> gaat bij de<br />

opschortingsrechten over de bescherming van de wederpartij in relatie tot de<br />

debiteur, zonder dat acht wordt geslagen op belangen van derden. 645<br />

Ook 6:80 BW (anticipatory breach) kent geen gronden die verband houden met de dreigende<br />

insolventie of gelijkheid van crediteuren. De eisen <strong>voor</strong> 6:80 BW zijn kort gezegd: (a) vaststaan<br />

nakoming onmogelijk, (b) schuldeiser moet uit mededeling schuldenaar afleiden dat deze in de<br />

nakoming tekort zal schieten, (c) schuldeiser heeft goede gronden te vrezen dat schuldenaar zal<br />

tekortschieten en schuldenaar voldoet niet aan schriftelijke aanmaning om zich binnen redelijke<br />

termijn bereid te verklaren zijn verplichtingen na te komen; daarna kan crediteur vervangende<br />

schade vorderen, wederkerige overeenkomst ontbinden. De mededeling bedoeld in (c) helpt bij<br />

dreigende insolventie natuurlijk niet. Meer algemeen staat de nakoming door de aspirant-failliet<br />

niet in de weg aan de benadeling. Maar naar aan te nemen is moet wel een beroep openstaan op<br />

6:263 BW, de onzekerheidsexceptie als de wederpartij eerst moet presteren. In theorie kan het dan<br />

echter nog steeds zo zijn dat de aspirant-failliet wel zal en kan presteren.<br />

Maar zou men alle benadelingen door doorlopende overeenkomsten op dezelfde<br />

wijze willen uitsluiten als 37 en 37a F dat doen na <strong>faillissement</strong>, dan zou de<br />

wederpartij los van de tekortkoming van de aspirant-failliet moeten kunnen<br />

opschorten en/of ontbinden bij dreigende insolventie en daarbij te verwachten<br />

nadeel. Voor dit uitzonderlijke geval zouden de opschortingsrechten op dit punt<br />

aangevuld dienen te worden, want het is niet redelijk de wederpartij die niet kan<br />

opschorten, ook aan te spreken op de benadeling op grond van de <strong>voor</strong>tzetting<br />

van de overeenkomst. <strong>Het</strong> gaat eigenlijk alleen om gevallen waarin de<br />

wederpartij zich na het sluiten van de overeenkomst bewust is geworden van de<br />

dreigende insolventie terwijl zij al wist dat de overeenkomst niet marktconform<br />

645 Zie 6:52 BW: tekortkoming wederpartij (opeisbaar of 6:80, toerekenbaarheid of verzuim<br />

niet vereist; connexiteit; 6:74 BW e.v. en 6:80 BW).<br />

224

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!