04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

(a) de overeenkomst niet langer ‘in balans’ is door bij<strong>voor</strong>beeld wijziging in<br />

marktconforme prijzen;<br />

Op de betekenis van de marktconformiteit van de prestatie (a) zal later 642 uitgebreid worden<br />

ingegaan.<br />

(b) doordat de overeenkomst nooit ‘in balans’ was, maar de wetenschap van<br />

dreigende insolventie pas na het sluiten van de overeenkomst ontstond;<br />

In VII.4.2 bleek dat het nadeel door betaling ook kan bestaan uit de verwezenlijking van de<br />

vermindering van eigen vermogen. <strong>Het</strong> gaat dan om betalingen in verband met<br />

overeenkomsten die ‘in negatieve balans’ zijn, in de gevallen (a) en (b). In die gevallen rijst de<br />

vraag of alle betalingen die tot een vermindering van eigen vermogen leiden na verkrijging<br />

van de relevante wetenschap van benadeling, ongedaan gemaakt zouden moeten worden.<br />

(c) door het enkele effect van verminderingen van verhaalsvermogen door<br />

betalingen.<br />

Dat het nadeel als bedoeld in (c) niet per se verband hoeft te houden met verliezen, de<br />

‘negatieve balans’ van rechten en verplichtingen, zagen we in VII.4.2.2. Betalingen kunnen<br />

ook geheel op zichzelf tot nadeel leiden. Daar<strong>voor</strong> is wel nodig dat de wederpartij al daarvóór<br />

heeft gepresteerd, of later verrekent. Dat betekent bij doorlopende overeenkomsten die telkens<br />

tot wederzijdse prestaties leiden, dat alléén de betaling na verkrijging van de relevante<br />

wetenschap van benadeling, waarbij de wederpartij al aan haar tegenprestatie heeft voldaan<br />

vóór die wetenschap, of waarbij de wederpartij alsnog verrekent, tot relevant nadeel kan<br />

leiden. Als na verkrijging van die wetenschap nog steeds over en weer daadwerkelijk wordt<br />

gepresteerd, leidt dat niet tot relevant nadeel in de zin van alleen de vermindering van<br />

verhaalsactief. Of en in hoeverre het nadeel dat uitsluitend bestaat uit het effect van<br />

vermindering van verhaalsvermogen in geval (c) zich <strong>voor</strong>doet bij doorlopende<br />

overeenkomsten, kan alleen vastgesteld worden door precies vast te stellen op welk moment<br />

de wetenschap van dreigende insolventie ontstond en hoe zich dat verhoudt tot de wederzijdse<br />

voldoening aan verplichtingen. Zulk nadeel zal meestal beperkt zijn tot hooguit één betaling.<br />

De wijze waarop de Faillissementswet omgaat met bij doorlopende<br />

overeenkomsten <strong>voor</strong>tschrijdend nadeel, is te vinden in 37 en 37a F. 643 De<br />

curator hoeft de overeenkomsten niet gestand te doen en de eventueel daaruit<br />

<strong>voor</strong>tvloeiende schade is niet meer dan een in te dienen concurrente<br />

<strong>faillissement</strong>sschuld.<br />

In de praktijk doet een curator ook slechts bij uitzondering een overeenkomst gestand en in feite<br />

worden dus de verplichtingen, inclusief de verplichting tot schadevergoeding, gefixeerd. 644 Wat 37<br />

en 37a F met doorlopende overeenkomsten doen, is in feite de wederzijdse verplichtingen tot het<br />

nog leveren van prestaties ongedaan maken en die verplichtingen omzetten in een concurrente<br />

vordering ter hoogte van de door de ongedaanmaking geleden schade. Die schade heeft twee<br />

642 Zie VII.9.2.<br />

643 Zie ook de samenhang met 26 F. Praktische uitzonderingen, die het nadeel ook beperken<br />

zijn te vinden in 39 en 40 F. Mogelijk aan te voeren algemenere bezwaren tegen de<br />

(huidige) redactie van 37 F in verband met de beoogde fixatie vallen buiten het bestek<br />

van dit onderzoek.<br />

644 De curator zal <strong>voor</strong>al bezien of met <strong>voor</strong>tzetting van de transactie per saldo een<br />

vermeerdering van het liquidatieactief te bereiken is. Naarmate er een hoger uitkeringspercentage<br />

te verwachten is, zal hij in theorie ook rekening moeten houden met het<br />

relatieve effect <strong>voor</strong> andere crediteuren van de schadeclaim in verhouding tot de bij<br />

nakoming vermindering van het verhaalsactief. In de praktijk komen die gevallen zelden<br />

<strong>voor</strong> en zijn de verwachtingen <strong>voor</strong> het te realiseren verhaalsactief en de kennis met het<br />

te verwachten passief op het moment dat de beslissing genomen moet worden meestal<br />

ook te onzeker om daarop te kunnen bouwen. <strong>Het</strong> niet gestand doen is regel.<br />

223

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!