04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

insolvente vermogen. Met de AG, Timmerman, meen ik dat de bevoegdheid bij<br />

uitstek <strong>voor</strong> de hand ligt, gezien juist de taak van de curator. 601 Wel moet worden<br />

toegegeven dat de wijze waarop de curator de vordering in omvang had vormgegeven<br />

(zie hierboven) onjuist was en daarmee dat inzicht sterk vertroebelde.<br />

Net als de curator, Timmerman en Van Hees (2004) lijkt ook de Hoge Raad niet<br />

te hebben ingezien dat, en waarom, de curator een beperktere vordering had<br />

moeten instellen en daartoe wél bevoegd was. Met wat goede wil kan betoogd<br />

worden dat de Hoge Raad om die reden de curator met recht niet bevoegd acht<br />

bij ‘een zodanige behartiging’ van de belangen van crediteuren. Toch is dat niet<br />

echt bevredigend omdat die onbevoegdheid door de Hoge Raad in belangrijke<br />

mate wordt opgehangen aan de wens van de curator de opbrengst als<br />

boedelschuld uit te keren. Daarin had de curator in het licht van het fixatiebeginsel<br />

gelijk. De curator was naar mijn mening wel bevoegd, maar tot het<br />

lagere bedrag dat overeenkwam met de veroorzaakte verliezen. Met dat inzicht<br />

zou ook duidelijk moeten zijn dat er wel een boedelschuld aan de nieuwe<br />

crediteuren ontstaat als de vordering slaagt.<br />

Doordat de Hoge Raad de onbevoegdheid <strong>voor</strong>opstelt, zou het arrest<br />

ook zo geïnterpreteerd kunnen worden dat de Hoge Raad meent dat de curator in<br />

het algemeen geen taak heeft in verband met benadelingen die het gevolg zijn<br />

van de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming door het aangaan en continueren van<br />

‘nieuwe’ verplichtingen. Dat zou dan een impliciete breuk zijn met het<br />

overwogene in Sobi/Hurks II.<br />

De Hoge Raad overwoog toen in het kader van de Beklamel-vordering die door diverse crediteuren<br />

was ingesteld: ‘De sedert 1983 in de rechtspraak aangenomen bevoegdheid van de curator om ten<br />

behoeve van door de gefailleerde benadeelde schuldeisers een vordering uit onrechtmatige daad in<br />

te stellen tegen een bij die benadeling betrokken derde staat, ongeacht of de curator van deze<br />

bevoegdheid gebruik maakt of niet, dan ook niet eraan in de weg dat die schuldeisers de aan hen<br />

toekomende vordering zelf in rechte geldend maken’. De Hoge Raad gaat er hier dus nog van uit dat<br />

de vordering wel degelijk door de curator kan worden ingesteld.<br />

Overigens is een van de manieren waarop het dilemma van de samenloop theoretisch 602<br />

kan worden opgelost, wel die waarbij nieuwe, onbetaald gebleven crediteuren vorderingen tegen de<br />

bestuurder kunnen instellen, waarbij de curator dan geen vordering kan instellen in verband met de<br />

daardoor ontstane verliezen. Maar daaraan zal dan moeten worden gekoppeld dat: nieuwe<br />

crediteuren ook geen vordering in <strong>faillissement</strong> mogen indienen; de boedel de bestuurder het<br />

<strong>voor</strong>deel ter hoogte van de waarde van de nieuwe leveranties moet vergoeden; de curator wel een<br />

vordering ter hoogte van verliezen moet kunnen instellen <strong>voor</strong> zover nieuwe crediteuren wel<br />

betaald zijn en de oude crediteuren benadeeld zijn. Dit is kennelijk niet wat de Hoge Raad <strong>voor</strong><br />

ogen heeft.<br />

Bij nadere beschouwing lijkt het niet de bedoeling van de Hoge Raad te zijn dat<br />

de curator geen vordering op grond van schending van de Beklamel-norm zou<br />

kunnen instellen. De curator heeft wel een bevoegdheid, maar alleen <strong>voor</strong> alle<br />

crediteuren gezamenlijk. Wat die vordering <strong>voor</strong> consequenties heeft <strong>voor</strong> de<br />

601 Zie ook in die zin de noot van Kortmann bij de December-arresten, HR 21-12-2001, NJ<br />

2005, 95 en 96.<br />

602 Zie VII.7.4.<br />

209

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!