04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

algemeenheid door te overwegen dat: feitelijk niet is ‘vastgesteld en ook niet is aangevoerd dat de<br />

curator een dergelijke vordering heeft ingesteld, zodat ervan uitgegaan moet worden dat dit niet<br />

het geval is geweest’. Iets algemener, maar heel <strong>voor</strong>zichtig overweegt de Hoge Raad vervolgens:<br />

‘De omstandigheid dat de curator wellicht een vordering tegen de bestuurders op grond van een,<br />

jegens alle crediteuren van een vennootschap onrechtmatige handelwijze zal kunnen instellen,<br />

noopt niet zonder meer tot de slotsom dat een dergelijke vordering niet toekomt aan een individuele<br />

schuldeiser, zoals de ontvanger’ (curs. LvE). Bijzonder aan dit geval is natuurlijk dat de ontvanger<br />

binnen de rangorde hoogst preferent is en zodoende veelal als eerste uit de opbrengst van een<br />

benadelingsvordering voldaan zal worden. Essentieel is echter dat de ontvanger dan ook de enige<br />

hoogst preferente crediteur is en dat ook vastgesteld wordt dat de uiteindelijke opbrengst van een<br />

benadelingsvordering uiteindelijk alleen aan hem ten goede zou komen. Die vaststellingen zijn in<br />

het arrest niet terug te vinden en in zoverre gaat de uitspraak mijns inziens te kort door de bocht.<br />

Voorts geldt nog een ondergeschikt argument. Als de curator wel een vordering instelt, dient de te<br />

realiseren opbrengst ook ter dekking van de ten behoeve van die vordering gemaakte boedelkosten.<br />

In Lunderstädt/De Kok I 575 lijkt de Hoge Raad ook <strong>voor</strong> dit soort vorderingen<br />

onafhankelijke vorderingsrechten aan individuele crediteuren toe te kennen en wel telkens ten<br />

belope van de benadeling. Als die interpretatie juist is, is het arrest naar mijn mening een misslag<br />

omdat de bestuurder daarmee bijna ongelimiteerd aansprakelijk kan worden gehouden. Daarop zal<br />

uitgebreid teruggekomen worden. 576<br />

VII.7.2.2 Ad (b) Zelfstandig vorderingsrecht crediteur<br />

Op zich is het denkbaar dat een crediteur een zelfstandig vorderingsrecht tegen<br />

de bestuurder heeft, hetzij omdat de bestuurder een direct aan hem toe te<br />

rekenen onrechtmatige daad heeft gepleegd (zie Knabbel en Babbel), 577 hetzij<br />

omdat de bestuurder een rechtstreekse verplichting jegens de derde, tevens<br />

crediteur, is aangegaan (bij<strong>voor</strong>beeld een garantieovereenkomst). In het eerste<br />

geval moet het gaan om de schending van een zelfstandige norm die geen<br />

betrekking heeft op de benadeling van crediteuren. Deze is denkbaar in het geval<br />

van schending van specifieke rechten van crediteuren. 578 In het tweede geval gaat<br />

het eigenlijk niet om samenloop, ook al kan de verplichting die de bestuurder op<br />

zich heeft genomen wel degelijk betrekking hebben op dezelfde schade die het<br />

gevolg is van de benadeling van alle crediteuren. Als de bestuurder zo’n eigen<br />

verplichting creëert, kan hij daarop ook direct worden aangesproken. <strong>Het</strong><br />

principe van 49 F staat dan niet in de weg aan de actie van de individuele<br />

crediteur. Maar <strong>voor</strong> zover het hetzelfde verhaal betreft als de eventueel door de<br />

curator op grond van de Beklamel-norm in te stellen vordering, zal daar toch<br />

rekening mee moeten worden gehouden. 579<br />

VII.7.2.3 Ad (c) Benadeling specifieke crediteuren<br />

In uitzonderlijke gevallen is het denkbaar dat de benadeling niet de<br />

<strong>faillissement</strong>screditeuren treft, maar specifieke crediteuren van de failliet, zoals<br />

bij<strong>voor</strong>beeld de pandhouder, leverancier met eigendoms<strong>voor</strong>behoud of het recht<br />

575 HR 21-12-2001, NJ 2005, 95.<br />

576 Zie VII.7.5 en VII.7.6.<br />

577 HR 6-4-1979, NJ 1980, 34.<br />

578 Zie ook III.4.1.1.<br />

579 Zie verder VII.7.3.<br />

199

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!