04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

betalingen op ‘oude’ verplichtingen tegenover het herleven van de daarmee<br />

verband houdende vorderingen bij de aangesproken betrokkene.<br />

VII.2.3.3 Nadeel onder de verlengde Beklamel-norm<br />

Bij de verlengde Beklamel-norm gaat het zoals bleek in IV.9.2 om een<br />

beperktere vordering dan bij de Beklamel-norm. <strong>Het</strong> gaat om de financiering<br />

van verliezen met vreemd vermogen in plaats van eigen vermogen <strong>voor</strong> zover de<br />

verstrekte leningen groter zijn dan (1-s).I - s.LM - V. 510 <strong>Het</strong> aan de betrokkene<br />

toe te rekenen nadeel onder de verlengde Beklamel-norm is alleen relevant<br />

indien er nog geen sprake is van schending van de Beklamel-norm. De<br />

Beklamel-norm fixeert immers het vermogen algeheel en ziet onder andere ook<br />

op de effecten van verliezen. De onder de verlengde Beklamel-norm toe te<br />

rekenen nadelige gevolgen zijn vast te stellen door de ontstane situatie te<br />

vergelijken met de hypothetische situatie dat de overmatige financiering met<br />

vreemd vermogen ter beschikking is gesteld als risicodragend vermogen dat niet<br />

geverifieerd kan worden en waar<strong>voor</strong> geen verhaal op zekerheden kan worden<br />

genomen.<br />

Treedt na schending van de verlengde Beklamel-norm ook nog<br />

feitelijke insolventie, als bedoeld in de Beklamel-norm, in, dan zullen daarna de<br />

exploitatieverliezen geheel toe te rekenen zijn. Dat geldt ook <strong>voor</strong><br />

verminderingen van verhaalsvermogen door betalingen op schulden die zijn<br />

ontstaan <strong>voor</strong>dat men wetenschap had van feitelijke insolventie.<br />

VII.3 Nadeelvaststelling door fixatie<br />

VII.3.1 Fixatie als verdelingstechniek<br />

De Faillissementswet hanteert als een wezenlijke techniek om tot verdeling van<br />

het insolvente vermogen te komen het fixatiebeginsel. Zowel het te verdelen<br />

actief als het passief worden op het moment van <strong>faillissement</strong> (of surseance)<br />

bevroren.<br />

Als de te verdelen taart steeds weer groter of kleiner zou worden en degenen die een deel van de<br />

taart moeten krijgen steeds wijzigen in aantal, is de eerlijke verdeling domweg niet mogelijk. 3:277<br />

BW brengt met zich dat het moment van fixatie niet per se en in alle gevallen het moment van het<br />

uitspreken van het <strong>faillissement</strong> hoeft te zijn, maar dat er ook al eerder reden kan zijn het insolvente<br />

vermogen te verdelen. <strong>Het</strong> <strong>faillissement</strong> is niet bepalend <strong>voor</strong> de vraag wanneer het vermogen<br />

verdeeld zou moeten worden. 511 Bij de verdeling speelt zowel de onderlinge verdeling tussen<br />

crediteuren een rol (de paritas in de Pauliana-norm) als de omvang van het te verdelen vermogen<br />

en het passief (Beklamel-norm en verlengde Beklamel-norm). Dat betekent dat het vermogen als<br />

het ware moet worden hersteld alsof de benadeling nooit had plaats gehad.<br />

Dat principe van fixatie zien we ook terug in de vernietiging in 42 F e.v. en 51 F<br />

die globaal beoogt te leveren of geleverde prestaties in het vermogen terug te<br />

510 Zie IV.6.<br />

511 Zie ook III.2.1.<br />

171

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!