04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Toe te rekenen nadeel, fixatie en nuanceringen<br />

50.000 = 450.000. Om dit ongedaan te maken moet B de te laag afgesproken waarde van de<br />

transactie, 450.000, terugbetalen.<br />

Een <strong>voor</strong>beeld van (iii) bestaande uit alleen ii): de handgift.<br />

De in (iv) genoemde liquidatieverliezen zijn het gevolg van een door<br />

<strong>faillissement</strong> gedwongen liquidatie (behoudens een akkoord). Zij bestaan uit de<br />

verminderde waarde van het actief in verband met de gedwongen liquidatie en<br />

de vermeerdering van het passief door vorderingen uit hoofde van wanprestatie/<br />

onrechtmatige daad, <strong>voor</strong>waardelijke vorderingen die door de liquidatie<br />

on<strong>voor</strong>waardelijk worden, en de kosten van liquidatie in ruime zin. Liquidatieverliezen<br />

zijn het onvermijdelijk gevolg van een <strong>faillissement</strong> en zijn latent<br />

altijd aanwezig. 497 Aansprakelijkheid hier<strong>voor</strong> van bij<strong>voor</strong>beeld bestuurders ligt<br />

alleen <strong>voor</strong> de hand als hun toedoen een anders geheel onnodig <strong>faillissement</strong><br />

heeft veroorzaakt (vergelijk 2:138 en 248 BW). Te denken valt aan zodanig<br />

roekeloos of onbetrouwbaar handelen dat <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming<br />

daardoor feitelijk onmogelijk wordt of het opzettelijk veroorzaken van verliezen.<br />

Aangezien dergelijke gevallen tot een volledige wegneming van het nadeel van<br />

crediteuren leidt, zal hierop verder niet meer uitgebreid ingegaan worden.<br />

Relatieve mutaties in de omvang van de liquidatieverliezen kunnen,<br />

althans in theorie, nog van belang zijn bij de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming in<br />

strijd met de (verlengde) Beklamel-norm.<br />

Bij een toerekening van de gevolgen van de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming onder de (verlengde)<br />

Beklamel-norm is van belang dat enerzijds activa die anders geliquideerd zouden moeten worden,<br />

alsnog in het normale bedrijfsproces going concern verkocht kunnen worden, maar dat anderzijds<br />

nieuw te verwerven activa alsnog slechts de daaraan te verbinden liquidatiewaarde zullen hebben.<br />

Vrijwel alle inkopen zijn bij gedwongen liquidatie minder waard dan de inkoopprijs. De<br />

normatieve en kwantitatieve betekenis van mutaties in de omvang van de liquidatieverliezen in<br />

verband met alléén de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming is, zoals zal blijken (VII.9.2), meestal te<br />

verwaarlozen omdat het saldo van de liquidatieverliezen doorgaans ongeveer gelijk zal blijven<br />

zolang de onderneming ook werkelijk wordt <strong>voor</strong>tgezet.<br />

Eventuele benadelingsacties door de curator, onder zowel de Pauliana-norm als<br />

de (verlengde) Beklamel-norm 498 , hebben gemeen dat zij strekken tot het herstel<br />

van het verhaalsvermogen van de failliet. Dit vermogen kan dan worden<br />

verdeeld alsof het onrechtmatige nadeel niet was toegebracht. De vraag of en zo<br />

ja, welke algemene ‘benadeling aanwezig is moet worden beantwoord door de<br />

hypothetische situatie waarin schuldeisers zouden hebben verkeerd zonder’ het<br />

gewraakte toedoen ‘te vergelijken met de situatie waarin zij verkeren als’ het<br />

toedoen ‘onaangetast blijft’. 499<br />

Gaat het om structurele benadeling doordat een verlieslatende<br />

onderneming na feitelijke insolventie wordt <strong>voor</strong>tgezet (Beklamel-norm), dan<br />

moeten de effecten van alle tot nadeel leidende transacties na feitelijke<br />

insolventie ongedaan worden gemaakt. Kan een curator zo’n vordering instellen,<br />

dan zou dat per saldo moeten neerkomen op: de na feitelijke insolventie door<br />

497 Zie ook IV.3.3 en VI.6.<br />

498 Zie <strong>voor</strong> de noodzaak om de boedel te betrekken bij de Beklamel-vordering: VII.6 e.v.<br />

499 HR 19-10-2001, NJ 2001, 654 (Diepstraten/Gilhuis q.q.).<br />

167

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!