04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk VI<br />

aangesproken, hoewel zij geen directe relatie met het te verdelen vermogen<br />

hebben en aan de failliet zelf geen vorderingsrecht hoeft toe te komen.<br />

Elk feitelijk handelen of nalaten, of verschillende rechtshandelingen tezamen, die leiden tot<br />

verminderingen van vrij actief of verminderingen van eigen vermogen, zouden binnen het bereik<br />

van de benadelingsactie kunnen worden gebracht. Tenminste, als het toedoen toerekenbaar is op<br />

grond van verkeersopvattingen. Diegenen, die wegens hun banden met een betrokkene of<br />

wederpartij van de aspirant-failliet in verband met de aanwezig te achten ‘wetenschap van<br />

benadeling’ vereenzelvigd mogen worden met een betrokkene of wederpartij, zullen direct op de<br />

Pauliana-norm mogen worden aangesproken (zie Peeters q.q./Gatzen). Aan derden die noch<br />

wederpartij zijn – en daarom gehouden tot delen – noch betrokkene, zullen <strong>voor</strong> de toerekening<br />

toch specifieke eisen gesteld moeten worden.<br />

In Notarissen/Curatoren THB hadden Kortmann, Van Mourik en Van der Grinten het<br />

criterium ‘wetenschap van ernstig gevaar <strong>voor</strong> insolventie’ <strong>voor</strong>gedragen. Van Koppen meent dat<br />

de Hoge Raad dat criterium volgt en wijst er in zijn interpretatie op 479 dat Hof en Hoge Raad zelfs<br />

<strong>voor</strong>zichtig zijn bij toepassing van dit criterium omdat mogelijk nog nadere eisen moeten worden<br />

gesteld. Naar mijn mening heeft de Hoge Raad het <strong>voor</strong>gedragen criterium helemaal niet<br />

overgenomen. De Hoge Raad noemt het door het Hof gehanteerde criterium letterlijk ‘vergaand’,<br />

en weigert vervolgens aan te geven of en welk minder vergaand criterium zou gelden, omdat als<br />

aan het namens curatoren <strong>voor</strong>gedragen vergaand criterium wordt voldaan, het Hof in elk geval van<br />

aansprakelijkheid mocht uitgaan. Naar mijn mening zit het hem niet zonder meer in de mate van<br />

dreiging van <strong>faillissement</strong>, maar veeleer, als dreigende insolventie bekend is, in de vraag welke<br />

specifieke zorgvuldigheid van de betreffende derde mag worden verlangd. Er zal mijns inziens in<br />

principe een ernstig verwijt nodig zijn, waarbij de ernst, zoals bij de notarissen, kan worden<br />

gerelativeerd door de specifieke taak van de derde. 480 Waar normen en regels een duidelijke<br />

betekenis krijgen in een bepaalde context, dat wil zeggen de ‘omstandigheden van het geval’, 481 zal<br />

de ‘ernst’ ook in sterke mate kunnen worden ingekleurd door de bekendheid met bij<strong>voor</strong>beeld de<br />

feitelijke insolventie.<br />

De derde, niet-wederpartij en niet-betrokkene, kan op toedoen dat leidt tot de<br />

uitholling van het te verdelen vermogen na verhaalsinsolventie worden<br />

aangesproken als hij:<br />

(i) wegens zijn banden met een wederpartij of betrokkene met hem<br />

vereenzelvigd mag worden; of, als dat niet het geval is,<br />

(ii) als hem in dat verband een ernstig, of in verband met zijn bijzondere<br />

feitelijke positie of taak een persoonlijk, verwijt kan worden gemaakt en hij<br />

tenminste wetenschap van dreigende insolventie had en heeft moeten<br />

begrijpen dat zijn toedoen bij een volgend <strong>faillissement</strong> tot nadeel van<br />

crediteuren zou leiden.<br />

VI.6 Contouren van het <strong>schemergebied</strong> en allocatie van het<br />

resterende discontinuïteitsrisico<br />

VI.6.1 Tijdstippen en normen<br />

De contouren van het <strong>schemergebied</strong> <strong>voor</strong> <strong>faillissement</strong> zijn inmiddels vrij<br />

helder geworden.<br />

479 Van Koppen (1998), p. 77; idem Van Andel (2006).<br />

480 Vergelijk het betoogde in III.4.1.1.<br />

481 Zie Asser-Vranken (2005), nr. 96.<br />

154

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!