04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk VI<br />

De eisen (a) tot en met (c) hebben een absolute geldingskracht. Wanneer aan<br />

deze eisen niet wordt voldaan, is <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming bij bestaande<br />

verhaalsinsolventie niet meer toegestaan en kunnen betrokkenen aangesproken<br />

worden op <strong>voor</strong>tschrijdende verliezen en verminderingen van verhaalsvermogen.<br />

Eis (d) leidt bij schending tot een verplichting tot terugbetaling van<br />

het teveel uitgekeerde, waarbij dat deel wordt behandeld als risicodragend<br />

kapitaal.<br />

VI.5 Onrechtmatige benadeling, ‘ruime’ Pauliana<br />

VI.5.1 De Pauliana-norm<br />

De wettelijke Pauliana is slechts een species van het in 3:277 BW vervatte recht,<br />

dat ziet op aantasting van rechtshandelingen die leiden tot benadeling. <strong>Het</strong><br />

redresseren van zulke benadelingen kan ook geschieden door het instellen van<br />

een vordering uit onrechtmatige daad, zoals uitdrukkelijk blijkt uit Erba I. 471<br />

Deze onrechtmatige daadactie kan in drie categorieën onderverdeeld worden:<br />

(a) de met de Pauliana vergelijkbare actie tegen wederpartijen/ crediteuren;<br />

(b) de actie tegen betrokkenen onder de Beklamel-norm of verlengde Beklamelnorm;<br />

(c) de actie tegen andere derden die ook geen betrekking hoeft te hebben op een<br />

rechtshandeling van de failliet zelf.<br />

VI.5.2 De onrechtmatige daad als alternatieve Pauliana<br />

Waar de achter de Pauliana-bepalingen liggende norm (3:277 BW) hier<strong>voor</strong> al<br />

uitvoerig is behandeld, kan hier worden volstaan met een relatief korte<br />

bespreking. Wederpartijen van de aspirant-failliet kunnen ook – en dat zal<br />

blijken zelfs de <strong>voor</strong>keur te hebben 472 – op grond van de onrechtmatige daadactie<br />

tot het ongedaan maken van een benadeling aangesproken worden. Dat<br />

ongedaan maken moet dan ook leiden tot een fixatie van het vermogen en het<br />

globale criterium is ook dan wetenschap van dreigende insolventie, na verhaalsinsolventie.<br />

Voorbeelden zijn: deels Erba en Osby, Keulen/BLG, en Nimox/Van<br />

den End q.q.<br />

Erba I en Osby 473 handelen over de financier die zowel wederpartij als betrokkene is. De<br />

overwegingen zijn daardoor getoonzet in soms de Pauliana-norm dan weer de Beklamel-norm,<br />

althans brengen geen duidelijk onderscheid aan hoewel het verschil blijkens de uitspraken wel<br />

bevroed wordt, zoals blijkt uit het feit dat over nogal verschillende vormen van mogelijke schade<br />

wordt gesproken. In Erba II 474 was door de inmiddels vastgestelde feiten de Beklamel-norm niet<br />

471<br />

HR 28-6-1957, NJ 1957, 514 (Erba I). Vergelijk ook Van Andel (2006), p. 5, ‘het gaat<br />

om verhaalsbenadeling <strong>voor</strong>afgaand aan een <strong>faillissement</strong> (..) waarbij een derde door<br />

feitelijk handelen/nalaten op onrechtmatige wijze betrokken is’.<br />

472<br />

Zie VII.4.4.<br />

473<br />

HR 28-6-1957, NJ 1957, 514 (Erba I); 25-9-1981, NJ 1982, 443 (Osby); zie verder X.2<br />

en X.4.<br />

474<br />

HR 20-3-1959, NJ 1959, 581 (Erba II).<br />

152

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!