04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De ‘Pauliana-norm’ <strong>voor</strong> wederpartijen<br />

noodzakelijk <strong>voor</strong> de goedkeurende verklaring van de accountant bij de jaarrekening gebaseerd op<br />

continuïteit. Meer dan één jaar <strong>voor</strong>uitkijken wordt gezien als koffiedik kijken.<br />

Afgezien van het afdwingen van een ook op de liquiditeit afgestemd beleid, heeft de eis<br />

een jaar <strong>voor</strong>uit te kijken niet erg veel betekenis. De liquiditeits<strong>voor</strong>uitzichten <strong>voor</strong> langer dan één<br />

of twee maanden worden immers sterk afhankelijk van de nog te boeken resultaten en daarmee<br />

eigenlijk van de ontwikkeling van het eigen vermogen en <strong>voor</strong>al de solvabiliteit.<br />

In hoofdstuk IV is in verband met de solvabiliteit nog een eis geformuleerd: de<br />

totale financiering met vreemd vermogen moet kleiner of gelijk zijn aan (1-s)I –<br />

s.LM – V. Dit hoofdstuk voegt daaraan toe dat de solvabiliteit van de<br />

verlieslatende onderneming direct na de verstrekking van nieuwe zekerheden<br />

‘voldoende’ moet zijn. 455 De te stellen eisen moeten wel verband houden met de<br />

geobjectiveerde wetenschap van de financier van de relevante parameters.<br />

Samenvattend spelen de volgende eisen een rol bij verlening,<br />

<strong>voor</strong>tzetting of wijziging van een krediet of zekerheden:<br />

(a) de liquiditeit moet voldoende zijn; 456<br />

(b) de liquiditeitsbegroting <strong>voor</strong> het komende jaar moet positief zijn; 457<br />

(c) er moet op termijn een positieve rentabiliteit verwacht worden; 458<br />

(d) het totaal van de leningen mag niet groter zijn dan (1-s).I - s.LM - V en de<br />

solvabiliteit mag dus ook niet ‘onvoldoende’ zijn; 459<br />

(e) verbetert de relatieve positie van de financier ten koste van andere<br />

crediteuren 460 en is de onderneming verliesgevend – althans is er sprake van<br />

een structureel negatieve kasstroom uit de bedrijfsresultaten – dan moet de<br />

solvabiliteit ‘voldoende’ zijn, waarbij de door banken gehanteerde criteria<br />

worden aangehouden: 30% <strong>voor</strong> producenten, industrie e.d., 25% <strong>voor</strong><br />

groothandel e.d., 15 % <strong>voor</strong> dienstverlenende bedrijven en 25% <strong>voor</strong><br />

anderen (Pauliana-norm).<br />

De hier ontwikkelde concrete solvabiliteitseisen zijn gebaseerd op door banken gestelde eisen en<br />

verdienen, zoals eerder gezegd, nader onderzoek. 461 <strong>Het</strong> formuleren van concrete eisen werd met<br />

name ook ingegeven door de noodzaak een mechanisme <strong>voor</strong> de verdeling van verhaalsrisico’s te<br />

creëren. De eisen bleken echter tot op zekere hoogte arbitrair te zijn, al was het alleen al vanwege<br />

de verschillen in wijze van waardering en aard van de onderneming. Macro-economisch gezien<br />

bleek centraal te staan dat het vertrouwen van crediteuren bevorderd moest worden. <strong>Het</strong> ging om de<br />

gunstige effecten daarvan tegenover de prijs die <strong>voor</strong> dat vertrouwen betaald moet worden. Die<br />

prijs bestaat onder andere uit het door aandeelhouders daadwerkelijk te stellen vertrouwen in de<br />

toekomstige rentabiliteit, door als dat nodig is, op basis van reorganisatieplannen, aanvullend<br />

risicodragend vermogen ter beschikking te stellen. Er moet rekening mee worden gehouden dat de<br />

hier ontwikkelde theorie, met enigszins arbitraire concrete solvabiliteitseisen, op gespannen voet<br />

staat met datgene wat in de praktijk mogelijk en nodig is.<br />

<strong>Het</strong> is niet uit te sluiten dat de hier<strong>voor</strong> genoemde eis in (e) van een ‘voldoende’<br />

solvabiliteit na reorganisatieplannen in de praktijk bij een noodzakelijke<br />

455<br />

Zie ook IX.3.4.<br />

456<br />

LM > kls; Beklamel-norm; zie III.2.2.<br />

457<br />

2:384 lid 3 BW, RAC 570 par. 18, IAS 1 alinea 24, Rapport Commissie Winter (2002).<br />

458<br />

Zie IV.3.5, IV.3.6 en IV.5.<br />

459<br />

Zie IV.6.1, waarbij ‘s’ staat <strong>voor</strong> de grens van ‘onvoldoende’ solvabiliteit (IV.6.4).<br />

460 Zie later IX.4.<br />

461 Zie IV.6.4.<br />

149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!