04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De ‘Pauliana-norm’ <strong>voor</strong> wederpartijen<br />

aandeelhouders die risicodragend kapitaal uitgekeerd krijgen. Aandeelhouders<br />

kunnen hier bij uitzondering óók worden aangemerkt als betrokkenen 437 omdat<br />

zij meestal namens de vennootschap het besluit nemen tot vermindering van het<br />

risicodragend vermogen en tevens als ontvanger wederpartij zijn.<br />

In dit hoofdstuk wordt deels <strong>voor</strong>tgebouwd op reeds in hoofdstuk IV getrokken conclusies met<br />

betrekking tot de aan de onderneming zelf te stellen eisen aan de financieringsstructuur. Er wordt<br />

<strong>voor</strong>uitgelopen op hoofdstuk VIII waarin 47 F verworpen zal worden en de Pauliana-norm ook op<br />

betalingen toepasselijk zal worden verklaard. De specifieke positie van de financier en het toe te<br />

rekenen nadeel onder de Pauliana-norm zal nog verder worden uitgewerkt in hoofdstuk IX.<br />

In VI.3.3.2 bleek dat de wetenschapseis onder de Pauliana-norm inhoudt dat de<br />

aangesprokene geobjectiveerde wetenschap van dreigende insolventie moet<br />

hebben. Dat zal in ieder geval zo zijn als hij concrete aanwijzingen <strong>voor</strong> een<br />

(liquiditeits-)tekort had. Aandeelhouders en financiers zullen veelal beter zicht<br />

(moeten) hebben op de financiële positie van de onderneming dan de<br />

gemiddelde wederpartij/crediteur. <strong>Het</strong> is essentieel welk beeld men had van de<br />

solvabiliteit van de onderneming op het moment van het aangaan of wijzigen<br />

van de kredietovereenkomst of het dividendbesluit. De solvabiliteitseisen die<br />

aangeven wanneer sprake is van dreigende insolventie, zullen strenger zijn dan<br />

die van de verlengde Beklamel-norm. Immers de Beklamel-norm ziet op<br />

feitelijke insolventie. De wetenschap van dreigende insolventie zal zich bij deze<br />

betrokkenen/wederpartijen <strong>voor</strong>doen indien de solvabiliteit niet ‘voldoende’ is<br />

en de onderneming verlieslatend is, althans een structureel negatieve kasstroom<br />

uit de bedrijfsresultaten genereert.<br />

VI.4.2 Concrete solvabiliteitseisen in verband met dreigende<br />

insolventie<br />

De in hoofdstuk III ontwikkelde Beklamel-norm geldt <strong>voor</strong> betrokkenen die<br />

feitelijke invloed hebben op het al dan niet <strong>voor</strong>tzetten van de onderneming.<br />

Criterium is daarbij de wetenschap van feitelijke insolventie. Ook <strong>voor</strong> de<br />

financier als betrokkene geldt dat hij geen verliezen meer mag financieren<br />

wanneer de solvabiliteitseisen worden overschreden en daardoor het ontstaan<br />

van feitelijke insolventie wordt <strong>voor</strong>komen. Voor betrokkenen is de grens onder<br />

de Beklamel-norm gesteld op het moment waarop zij op de hoogte waren – of<br />

moesten zijn – van feitelijke insolventie, omdat zij daaraan <strong>voor</strong>afgaand ruimte<br />

moeten hebben de onderneming van insolventie te redden. Die legitimering<br />

geldt niet <strong>voor</strong> wederpartijen van de aspirant-failliet. Zij kunnen al na<br />

wetenschap van dreigende insolventie en volgend <strong>faillissement</strong> aangesproken<br />

worden op nadeel wegens de niet gelijke verdeling van het eigenlijk na<br />

verhaalsinsolventie al insolvente vermogen (3:277 BW). Ook betrokkenen<br />

kunnen wederpartij van de aspirant-failliet zijn en in die hoedanigheid<br />

437 Zie overigens III.4.2.<br />

145

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!