04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk VI<br />

Die wetenschap is niet de harde eis die al uit de Beklamel-jurisprudentie bleek, namelijk<br />

geobjectiveerde wetenschap van feitelijke insolventie (zie hoofdstuk III). Aan zo’n eis zal een<br />

derde zonder bijzondere functie bij de debiteur ook bijna nooit voldoen, omdat de daar<strong>voor</strong><br />

benodigde informatie bij hem haast nooit aanwezig zal zijn en een daarop gerichte onderzoeksplicht<br />

in principe ontbreekt.<br />

Hieronder zal blijken dat het gaat om de wetenschap van dreigende insolventie. Speelt de<br />

wetenschap van benadeling daarbij dan helemaal geen rol meer? Jawel, er moet sprake zijn van<br />

uiteindelijk nadeel en het moet <strong>voor</strong>zienbaar zijn dat nadeel zal optreden als de dreigende<br />

insolventie ook daadwerkelijk tot insolventie leidt. Niet hoeft vast te staan dat insolventie zal<br />

volgen of hoe groot dat nadeel zal zijn. De complexiteit van de wetenschapseis is dat het gaat om<br />

een dreigende, maar niet zekere, insolventie, en om een in verband dáármee dus ook onzeker, maar<br />

bij in te treden insolventie wel <strong>voor</strong>zienbaar, nadeel.<br />

Daarnaast kan de wetenschapseis ook nog iets anders betekenen als het gaat om<br />

een transactie na verkrijging van wetenschap van benadeling die bij volgende<br />

insolventie tot nadeel zal leiden, namelijk als de transactie in het teken staat van<br />

een poging de dreigende insolventie weg te nemen. 392<br />

VI.3.3.2 Wetenschap van dreigende insolventie/ concrete aanwijzingen<br />

<strong>voor</strong> een mogelijk tekort<br />

In de lagere rechtspraak 393 ziet men dat in het kader van de ‘wetenschap’ een<br />

extra element aan de benadeling wordt toegevoegd, dat te maken heeft met de<br />

(geobjectiveerde) kennis van de dreigende insolventie. ‘Extra’, omdat de<br />

insolventie zelf niet de ‘benadeling’ is, waarvan naar de letter van 42 F de<br />

‘wetenschap’ zou moeten bestaan. De insolventie zelf is immers niet meer dan<br />

het gevolg van onvoldoende verhaalsmogelijkheden. Als de wederpartij weet<br />

van de dreigende insolventie moet zij kennelijk ook weten dat er nadeel uit de<br />

transacties, waarbij zij betrokken is, kan <strong>voor</strong>tvloeien. De wetenschapseis in de<br />

lagere jurisprudentie met betrekking tot de insolventie is zacht, want<br />

geobjectiveerde wetenschap van dreigende insolventie lijkt voldoende te zijn.<br />

De reden is mijns inziens dat 3:277 BW zich in principe niets van wetenschap<br />

aantrekt als het constateert dat verdeling van het verhaalsinsolvente vermogen<br />

na verhaalsinsolventie gewenst is. Die regel wordt verzacht doordat (bij<br />

tweezijdige transacties) toch een zekere toerekenbaarheid noodzakelijk wordt<br />

geacht op grond van verkeersopvattingen (6:162 BW) om derden met<br />

terugwerkende kracht op die verdeling aan te kunnen spreken.<br />

Doordat de lagere rechtspraak meestal casuïstisch oordeelt of de wetenschap al dan niet aanwezig<br />

is, ontbreekt een heldere en consistente definitie. De lagere jurisprudentie lijkt in strengheid uiteen<br />

te lopen, maar het lijkt op zijn minst duidelijk dat niet wordt verlangd dat wetenschap van feitelijke<br />

insolventie (Beklamel-norm) bestaat. Daarmee hoeft evenmin vast te staan dat en welk nadeel<br />

precies intreedt. De vereiste wetenschap gaat dus om zoiets als aanwijzingen dat er een<br />

liquiditeitstekort (vergelijk 1 F) bestaat.<br />

392 Zie VI.4.<br />

393 Faillissementswet (losbladig), Deventer: Kluwer, art. 42 aant. 4 en 5 (red. R.J. van<br />

Galen, F.M.J. Verstijlen, J.B. Wezeman, J.J. Vetter). Bespreking in extenso is gezien de<br />

omvang ondoenlijk, en ook minder nuttig omdat <strong>voor</strong>al casuïstisch geoordeeld wordt.<br />

136

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!