04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk VI<br />

dit onderzoek, 3:277 en 6:162 BW, zal niet worden uitgegaan van de<br />

rechtshandeling van de aspirant-failliet, maar van elk toedoen van enige partij<br />

dat tot een inbreuk op de gelijkheid kan leiden en dat naar verkeersopvattingen<br />

aan een derde kan worden toegerekend. Dat zal leiden tot een belangrijke<br />

afwijking van geldend recht die betrekking heeft op betalingen (47 en 53 F). Die<br />

zal in hoofdstuk VIII nader besproken en onderbouwd worden.<br />

Om welk nadeel het bij de Pauliana-norm precies gaat en welke<br />

consequenties daaraan moeten worden verboden, zal in hoofdstuk VII worden<br />

besproken. Daarbij zal blijken dat de toerekening en met name het belang van<br />

de mogelijke redding van de onderneming de Pauliana-norm sterk inkleuren.<br />

Eén aan te brengen nuancering op de te ontwikkelen hoofdregel zal hier al<br />

worden gemaakt <strong>voor</strong> verplichtingen of betalingen uit vrijgevigheid, waarbij het<br />

nadeel zich relatief eenvoudig laat toerekenen.<br />

VI.1 Plan van behandeling<br />

Uitgangspunt is dat wederpartijen van de aspirant-failliet op grond van 3:277<br />

BW kunnen worden aangesproken op benadelingen na verhaalsinsolventie die<br />

het gevolg zijn van het nog later op te treden <strong>faillissement</strong>. Dat uitgangspunt zal<br />

worden gerelativeerd door de vraag of de benadeling wel aan de derde kan<br />

worden toegerekend. 371 Aldus zal getracht worden een algemener geldende<br />

Pauliana-norm te formuleren.<br />

De eisen die op grond van 3:277 BW in combinatie met 6:162 BW moeten worden gesteld aan<br />

tweezijdige transacties – niet: om niet – zullen blijken grotendeels samen te vallen met het begrip<br />

van ‘wetenschap van benadeling’ in 42 F of de ‘goede trouw’ in 54 F. Bij dat begrip zal <strong>voor</strong> de<br />

ontwikkeling van het criterium volgens wenselijk recht uitgebreid worden stilgestaan. 372 Daarbij zal<br />

op de praktische uitzonderingen van 47 en 53 F <strong>voor</strong> nadeel door betalingen nog zo min mogelijk<br />

worden ingegaan en <strong>voor</strong> zover nodig zal er op <strong>voor</strong>hand van worden uitgegaan dat hetzelfde<br />

criterium <strong>voor</strong> betalingen geldt. 373 Tot die wenselijke conclusie komt hoofdstuk VIII.<br />

Na een definiëring van het begrip ‘wetenschap van benadeling’ zal bezien<br />

worden of dat criterium ook <strong>voor</strong> de onrechtmatige daadvordering geldt (VI.5)<br />

en in hoeverre de rechtshandeling van de aspirant-failliet essentieel is <strong>voor</strong> een<br />

benadelingsvordering (VI.3.4). Ook zal reeds duidelijk worden dat 51 F niet is<br />

toegesneden op het ongedaan maken van een benadeling door betaling. 374<br />

Op de algemeen te formuleren Pauliana-norm zullen later nog, <strong>voor</strong>al in hoofdstuk VII en IX.4,<br />

nuanceringen of uitwerkingen worden gemaakt die <strong>voor</strong>tvloeien uit 3:277 BW en 6:162 BW. Eén<br />

nuancering, die <strong>voor</strong> daden uit vrijgevigheid, zal hier al direct worden behandeld. Deze daden<br />

blijken eenvoudig te mogen worden toegerekend, zij het dat kritische kanttekeningen bij de wet te<br />

plaatsen zijn (VI.3.2).<br />

Specifiek wordt ingegaan op de betekenis van wetenschap van dreigende<br />

insolventie <strong>voor</strong> wederpartijen die ook betrokkenen zijn. Daartoe wordt in VI.4<br />

371 Zie VI.2.<br />

372 Zie VI.3.3.<br />

373 Zie verder hoofdstuk VIII.<br />

374 Zie VII.4.3.<br />

128

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!