04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

IX.2.4 De financier bevordert de economie bij een positieve rentabiliteit.............. 305<br />

IX.3 De dilemma’s van kredietverlening....................................................................... 309<br />

IX.3.1 Geen natuurlijk evenwicht tussen financier en crediteur ............................. 309<br />

IX.3.2 Redding van de onderneming ...................................................................... 312<br />

IX.3.3 De <strong>voor</strong>bereide doorstart door een activa transactie .................................... 313<br />

IX.3.4 Beperkte mogelijkheden tot opzegging van het krediet............................... 316<br />

IX.3.5 Voortzetting krediet onder het opdrogen van zekerheden?.......................... 319<br />

IX.4 Nadeel in het licht van de Pauliana-norm.............................................................. 322<br />

IX.4.1 Vermindering van <strong>voor</strong> verhaal vatbaar vermogen...................................... 322<br />

IX.4.2 De dynamische effecten van kredietverlening ............................................. 323<br />

IX.4.3 Omvang van het toe te rekenen nadeel bij schending van de Pauliana-norm328<br />

IX.4.3.1 De schuld aan de bank wordt vergroot terwijl er voldoende zekerheden<br />

zijn (verhoging kredietlimiet) ............................................................ 328<br />

IX.4.3.2 Nieuwe zekerheden bij gelijkblijvend krediet (anders: Eneca?) ........ 329<br />

IX.4.3.3 Nieuwe zekerheden bij uitbreiding krediet (overbruggingskrediet)... 331<br />

IX.4.3.4 Relatief meer zekerheden door toedoen............................................. 333<br />

IX.4.3.5 Een deel van de bankschuld wordt afgelost, waardoor oorspronkelijk<br />

onvoldoende zekerheden meer dekking bieden ................................. 334<br />

IX.5 Conclusies ............................................................................................................. 336<br />

X. Wenselijk recht toegepast op casus uit de jurisprudentie ................................ 343<br />

X.1 Plan van behandeling............................................................................................. 343<br />

X.2 Erba I en II............................................................................................................ 344<br />

X.2.1 Relevante vragen volgens wenselijk recht................................................... 347<br />

X.2.2 Relevante feiten en financiële positie .......................................................... 347<br />

X.2.2.1 September 1951................................................................................. 347<br />

X.2.2.2 Begin 1952 ........................................................................................ 348<br />

X.2.2.3 Periode na februari 1952.................................................................... 349<br />

X.2.3 Evaluatie overwegingen Hoge Raad............................................................ 350<br />

X.3 Eneca-arrest........................................................................................................... 356<br />

X.3.1 Relevante vragen volgens wenselijk recht................................................... 357<br />

X.3.2 Relevante feiten en financiële positie .......................................................... 358<br />

X.3.2.1 Extreem risicovolle financiering........................................................ 358<br />

X.3.2.2 Februari 1974 en daarna .................................................................... 359<br />

X.3.2.3 Nadeel door nieuwe zekerheid........................................................... 361<br />

X.3.3 Eindoordeel naar wenselijk recht................................................................. 362<br />

X.3.4 Evaluatie overwegingen Hoge Raad............................................................ 363<br />

X.3.4.1 Beperkingen inherent aan de vordering ............................................. 363<br />

X.3.4.2 Twee interpretaties en cassatietechniek............................................. 364<br />

X.4 Osby ...................................................................................................................... 367<br />

X.4.1 Relevante vragen volgens wenselijk recht................................................... 370<br />

X.4.2 Relevante feiten en financiële positie .......................................................... 370<br />

X.4.2.1 Financieel onbegrip Hof .................................................................... 370<br />

X.4.2.2 Reconstructie vermoedelijke balansen, verliezen en solvabiliteit...... 371<br />

X.4.2.3 Feitelijke insolventie (Beklamel-norm) ............................................. 373<br />

X.4.2.4 Dreigende insolventie in oktober 1968? (Pauliana-norm) ................ 373<br />

X.4.2.5 Solvabiliteit (Verlengde Beklamel-norm).......................................... 374<br />

X.4.3 Eindoordeel naar wenselijk recht................................................................. 374<br />

X.4.4 Evaluatie overwegingen Hoge Raad............................................................ 375<br />

XV

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!