04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk V<br />

In hoofdstuk IV werd de normatieve vraag geformuleerd of en in hoeverre de onderneming jegens<br />

zijn wederpartijen gebonden is aan het principe van pacta servanda sunt. Geconstateerd werd dat<br />

dit beginsel beperkingen kent die wel moeten samenhangen met de gewenste bevordering van het<br />

economische klimaat. Louter bezien vanuit een gevoel van rechtvaardigheid blijft het op het eerste<br />

gezicht moeilijk verklaarbaar dat een onderneming geen rekening hoeft te houden met de gevolgen<br />

van een ooit toch plaats te hebben liquidatie. Aanvaardt men de bevordering van de economie<br />

echter ook als een normatief uitgangspunt, omdat deze medebepalend is <strong>voor</strong> de maatschappelijk<br />

zinvolle ordening, dan zou men vanuit juridisch oogpunt moeten kijken wanneer dat gunstige effect<br />

niet meer opweegt tegen de nadelen die dat principe met zich meebrengt als crediteuren niet meer<br />

betaald worden. Met alléén de Beklamel-norm, die ziet op gerechtvaardigde verwachtingen ten<br />

aanzien van tijdige betaling op korte termijn, is de economische vraag of <strong>voor</strong>tzetting van de<br />

onderneming tot een positieve bijdrage aan het economisch klimaat zou leiden, niet afdoende te<br />

beantwoorden.<br />

De economie houdt zich niet bezig met normatieve vragen, maar met een kwantitatieve<br />

beschrijving van de werkelijkheid, die uitgaat van economisch rationeel handelende partijen. In<br />

deze wetenschap houdt men zich dan ook niet bezig met de vraag wanneer het principe van de<br />

bevordering van het economische klimaat niet langer het normatieve principe van pacta servanda<br />

sunt kan opheffen. Een belangrijke rol speelt daarbij dat de financieringstheorie uitgaat van<br />

continuïteit. Als gevolg daarvan is geen onderzoek gedaan naar de grenzen van de financieringsstructuur<br />

in verband met eventuele discontinuïteit. Volstaan is met de beperkingen die <strong>voor</strong>tvloeien<br />

uit de costs of financial distress. Discontinuïteit lijkt in de hypothese van de oorspronkelijke<br />

financieringstheorie van MM geen enkele relevantie te hebben, omdat iedereen toch vanzelf een<br />

marktefficiënte vergoeding <strong>voor</strong> zijn risico zou krijgen. Vanuit normatief oogpunt wordt daarbij<br />

over het hoofd gezien dat juist de omvang van ieders risico wordt bepaald door juridische,<br />

normatieve regels. Zonder de door juristen geschapen begrenzing van het risico zou ook het<br />

economische concept van risicoverdeling geen betekenis hebben. Ook wordt over het hoofd gezien<br />

dat de rechtspositie van aandeelhouders, financiers en crediteuren niet dezelfde is. Ook dat heeft<br />

een economische betekenis <strong>voor</strong> de wijze van risicoverdeling. Met name lijkt te zijn <strong>voor</strong>bijgegaan<br />

aan de invloed die informatie-asymmetrie heeft op de positie van crediteuren die geen investeerders<br />

maar ondernemers zijn.<br />

Voor de aandeelhouders kan betoogd worden dat zij een soort kansovereenkomst<br />

aangaan. Voor banken kan betoogd worden dat de overeenkomst zoveel weg heeft van een<br />

verzekeringsovereenkomst dat de niet-nakoming juist part of the deal is. Voor crediteuren gaat een<br />

dergelijke redenering normatief niet op. Bij handelscrediteuren staat de transactie zelf centraal. <strong>Het</strong><br />

gaat om het rendement dat door de transactie – en niet door de tijdelijke financiering – kan worden<br />

bereikt. De leverancier die een overeenkomst aangaat moet erop kunnen vertrouwen dat de<br />

wederpartij ook in staat is haar verplichtingen na te komen. Zou daar niet van mogen worden<br />

uitgegaan, dan zou het een ieder ook toegestaan zijn onbeperkt verplichtingen aan te gaan die niet<br />

nagekomen kunnen worden. In het licht van bestaande informatie-asymmetrie zou het risico<br />

ongelimiteerd zijn.<br />

In de economie wordt informatie-asymmetrie bij de leverancier met betrekking tot die<br />

mogelijkheden domweg als een mogelijk gegeven aanvaard. Normatief gezien is het echter niet<br />

aanvaardbaar dat verplichtingen worden aangegaan als de wederpartij weet dat zij die niet zal<br />

kunnen nakomen. Normatieve grenzen bepalen ook de economische risicoverdeling. Zonder<br />

normatief bepaald vertrouwen zullen economische transacties ook in veel beperktere mate<br />

levensvatbaar zijn.<br />

In dit hoofdstuk en hoofdstuk IV is getracht een brug te slaan tussen de<br />

uitgangspunten van pacta servanda sunt en de vanzelf optredende<br />

marktefficiëntie in verband met ieders risico. Met als uitgangspunt dat de<br />

ordening maatschappelijk zinvol dient te zijn, bleek de economische en de<br />

normatieve vraag uiteindelijk toch dezelfde te zijn: waar liggen de grenzen aan<br />

de bevordering van de economie? Die bleken <strong>voor</strong>al te kunnen worden<br />

opgehangen aan verwachtingen ten aanzien van de toekomstige rentabiliteit, die<br />

124

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!