04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De positie van crediteuren in de financieringstheorie van de economie<br />

geld gefinancierd wordt. De bank maakt het mogelijk om met minder geld<br />

relatief meer te verdienen.<br />

Van belang is daarbij dat bancair krediet en handelskrediet complementair zijn en dus niet (geheel)<br />

inwisselbaar zijn. 367 Banken zijn niet bereid onbeperkt te financieren in verband met de Exposure at<br />

Default en Loss Given Default. Handelscrediteuren zijn niet bereid heel lange betalingstermijnen te<br />

hanteren.<br />

In dit effect ligt de legitimering 368 <strong>voor</strong> het recht van <strong>voor</strong>rang van de financier<br />

besloten. <strong>Het</strong> is bevorderlijk <strong>voor</strong> de economie als een financier een deel van de<br />

benodigde financiering van de aandeelhouders overneemt, ook al krijgt de<br />

financier daarmee meteen ook de relatief meest be<strong>voor</strong>rechte positie door de<br />

zekerheden. In juridische discussies is dit gegeven onderbelicht gebleven. 369<br />

Eerder werd geconstateerd dat er geen normatieve verklaring bestaat<br />

<strong>voor</strong> het gegeven dat de rechtspersoon zijn verplichtingen kennelijk niet behoeft<br />

te kunnen nakomen. De verklaring moest daarom wel economisch van aard zijn.<br />

Thans blijkt dat de rechtspersoon inderdaad een middel is ter bevordering van de<br />

economie. Van crediteuren wordt een bijdrage verlangd in de vorm van, deels<br />

niet vergoed, vertrouwen. De gevolgen van liquidatieverliezen zetten zich <strong>voor</strong>al<br />

bij hen vast. Crediteuren profiteren hier echter ook weer van. De macroeconomische<br />

<strong>voor</strong>delen wegen uiteindelijk op tegen de nadelen. En ook zijzelf<br />

kunnen aldus beter vermogen aantrekken. Voor aandeelhouders is het immers<br />

aantrekkelijker om te beleggen en daarmee ondernemingsactiviteiten mogelijk te<br />

maken. Financiers zijn in staat het effect als een hefboom te vergroten. De<br />

uiteindelijke motor is het vertrouwen in de toekomst dat in de continuïteitsveronderstelling<br />

besloten ligt. Vertrouwen dat <strong>voor</strong>al van crediteuren wordt<br />

verlangd. Zou er echter te veel vertrouwen van crediteuren gevraagd worden,<br />

dan ligt het <strong>voor</strong> de hand dat de motor vastloopt. Daarin schuilt dan ook de<br />

noodzaak om de grenzen aan de financieringsstructuur te bepalen, zoals gedaan<br />

in hoofdstuk IV.<br />

V.6 Economische versus normatieve, algemene en individuele,<br />

legitimering<br />

De juridische en economische wetenschap spreken niet dezelfde taal. De positie<br />

die crediteuren innemen leidt in beide wetenschappen tot heel verschillende<br />

vragen. Achter die vragen liggen ogenschijnlijk onverenigbare uitgangspunten:<br />

pacta servanda sunt tegenover vanzelf optredende marktefficiëntie in verband<br />

met ieders risico. Ondertussen hebben beide wetenschappen elkaar wel nodig<br />

<strong>voor</strong> de beantwoording van hun vragen. Die onderlinge afhankelijkheid is<br />

moeilijk te benoemen omdat de uitgangspunten en taal zo verschillend zijn.<br />

367 Zie o.a. Miwa en Ramseyer (2005); Schwartz (1974); Petersen en Rajan (1997); Smith<br />

(1987); Emery (1987) en Barbosa et al. (2004).<br />

368 Zie IX.2.4.<br />

369 Zie verder IX.2.4.<br />

123

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!