04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk V<br />

van de schuldbekentenis aan Verkoper; (v) later betaalt Koper het nominale bedrag aan de Bank.<br />

Effectief komt dit neer op een lening van de Bank aan Koper, gegarandeerd door Verkoper.<br />

Daarvan uitgaande is het verschil tussen de nominale waarde en het bedrag dat de Bank aan Koper<br />

betaalt (door beschikbaarstelling direct aan Verkoper), de interest op de lening van de Bank aan<br />

Koper. Die interest reflecteert het dubbele risico van niet-betaling door Verkoper en Koper. <strong>Het</strong><br />

bedrag dat Koper aan Verkoper betaalt, bestaat uit de som van (1) de prijs van het geleverde en (2)<br />

de prijs van de garantie van Verkoper. Betalingen in de goedontwikkelde Japanse markt door dit<br />

wisselkrediet zijn gebruikelijk. De kennelijk in Japan gebruikelijke afwaardering van vorderingen<br />

die aan de bank worden overgedragen (zie stap (iv)), maakt deze reconstructie mogelijk. Op basis<br />

van deze reconstructie en het effectieve gebruik van handelskrediet, zijn Miwa en Ramseyer in<br />

staat de impliciete effectieve rentelast <strong>voor</strong> handelskrediet empirisch vast te stellen.<br />

De uitkomst is belangwekkend: ondernemingen ‘borrow from their trade<br />

partners at about the same interest rate (albeit an implicit rate) that banks<br />

charge.’ Dit onderzoek toont aan dat ondernemingen ‘borrow from banks when<br />

they anticipate needing the money for relatively long periods; they turn to trade<br />

partners when they face exigencies they did not expect. They do not substantially<br />

change the amount of their loans in response to changes in their financial<br />

status; they do trade the amount of their trade credit in response.’ <strong>Het</strong> gegeven<br />

dat de kosten van handelskrediet vergelijkbaar zijn met de interest die banken<br />

vragen, is opmerkelijk. Crediteuren beschikken niet over de zekerheden<br />

waarover banken doorgaans wel beschikken. Hun risico is daarmee veel hoger<br />

dan dat van de banken.<br />

Er zijn diverse pogingen gedaan om het gedrag van crediteuren in verhouding tot dat van banken te<br />

verklaren, 340 maar daaruit valt niet op te maken dat crediteuren minder risico lopen dan banken. In<br />

de verklaringen wordt erop gewezen dat leningen en handelskrediet complementair en niet<br />

inwisselbaar zijn (zoals MM overigens wél <strong>voor</strong>spellen). Banken en handelscrediteuren beoordelen<br />

hun risico’s verschillend en lijden onder verschillende vormen van informatie-asymmetrie.<br />

Aangenomen wordt daarbij dat handelspartners de branche beter kennen en hun debiteuren goed<br />

monitoren, terwijl banken vertrouwen op zekerheden en garanties en gericht zijn op langeretermijnschulden.<br />

Miwa en Ramseyer voegen daar nog aan toe dat banken feitelijk vertrouwen op<br />

het monitoren door hun cliënten. Maar wat onverklaard blijft is dat, als handelscrediteuren zo goed<br />

geïnformeerd zijn, zij geen onderscheid maken in de risicovergoeding <strong>voor</strong> hun debiteuren,<br />

afhankelijk van de informatie. 341 Hoe komt het dat juist zwakke ondernemingen dan meer<br />

handelskrediet krijgen? Banken gaan slechts zelden nieuwe kredietovereenkomsten aan met<br />

ondernemingen die binnen vier maanden failliet gaan, terwijl het overgrote deel van de schulden uit<br />

hoofde van handelskrediet bij de failliet niet ouder zal zijn dan vier maanden. Banken zijn – ook al<br />

doen zij dit anders dan crediteuren – zeer goed in staat hun risico’s over het geheel te berekenen.<br />

Eerder 342 bleek dat handelscrediteuren zonder zekerheden – anders dan banken –<br />

van de verhaalsinsolvente en verlieslatende onderneming per saldo, als groep<br />

geen marktefficiënte vergoeding meer kunnen krijgen. Als leveranciers<br />

genoegen nemen met een vergoeding die te vergelijken is met de interest op<br />

bankleningen, maar geen zekerheden hebben, is het onaannemelijk dat zij als<br />

investeerder een marktefficiënte vergoeding <strong>voor</strong> hun risico krijgen.<br />

340 Zie Miwa en Ramseyer (2005); Schwartz (1974); Petersen en Rajan (1997); Smith<br />

(1987); Emery (1987) en Barbosa et al. (2004).<br />

341 Zie Petersen en Rajan (1995).<br />

342 Zie V.1.3.<br />

116

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!