04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De positie van crediteuren in de financieringstheorie van de economie<br />

Stelling 1 blijkt niet geldig te zijn als insolventie intreedt. Verschillende vormen<br />

van financiering zijn niet onderling inwisselbaar zonder dat dit ook<br />

consequenties heeft <strong>voor</strong> de rangorde van de participanten. <strong>Het</strong> is niet zo dat de<br />

risico’s van participanten gelijktijdig en proportioneel veranderen wanneer het<br />

ene soort vermogen door het andere soort vermogen wordt vervangen. Hieruit<br />

blijkt ook dat, nog afgezien van het financiële hefboomeffect door de tax shield,<br />

aandeelhouders er, althans in dat licht, belang bij hebben zo min mogelijk te<br />

investeren en de onderneming te laten financieren met vreemd vermogen. Zij<br />

beperken daarmee hun Loss Given Default en Exposure at Default. Wijzigingen<br />

in de vermogenspositie hebben bovendien geen invloed op de omvang van hun<br />

risico bij insolventie. Myers (1977) onderkent dit ook als hij spreekt over een<br />

‘suboptimal investment policy’, ook wel het ‘underinvestment problem’<br />

genoemd. Ondernemingen in moeilijkheden blijken een tendens van onderinvestering<br />

te vertonen.<br />

Myers constateert dat er dan conflicten kunnen ontstaan tussen de diverse soorten participanten.<br />

Investeerders zullen volgens hem onderkennen dat aanvullend eigen vermogen bij ondernemingen<br />

in moeilijkheden <strong>voor</strong>al zal dienen om de waarde van het vreemde vermogen te verbeteren. In mijn<br />

analyse komt dat doordat aanvulling van eigen vermogen van de verhaalsinsolvente onderneming<br />

het discontinuïteitsrisico verbonden aan alleen vreemd vermogen vermindert.<br />

V.3.7 Conclusie<br />

De oorspronkelijke financieringstheorie van Modigliani en Miller bleek uit te<br />

gaan van vanzelf optredende marktefficiëntie, waardoor ook crediteuren<br />

gemiddeld dekking zouden moeten krijgen <strong>voor</strong> hun investeringsrisico. Daarmee<br />

rees de vraag of er normatief gezien wel reden is om op enige wijze in te grijpen<br />

door eisen te stellen aan de financieringsstructuur van de onderneming.<br />

Al bij de inleidende opmerkingen (V.1.3) bleek dat het feitelijk<br />

onmogelijk is dat in ieder geval de crediteuren/leveranciers van de verlieslatende,<br />

verhaalsinsolvente onderneming die later failliet gaat, als groep een<br />

marktefficiënte vergoeding <strong>voor</strong> hun risico krijgen. Verder werd vastgesteld dat<br />

de hypothese van marktefficiëntie niet geldig kan zijn <strong>voor</strong> de aanzienlijke<br />

groep van schulden die niet door contractsvrijheid ontstaan. Ook bleek de<br />

theorie niet op individuele gevallen toegepast te mogen worden. Daarmee was<br />

nog niet aangetoond dat handelscrediteuren, in zijn algemeenheid, geen<br />

gemiddeld efficiënte vergoeding zouden krijgen.<br />

De hypothese van marktefficiëntie is vervolgens bezien vanuit<br />

geconstateerde beperkingen van dit theorema. <strong>Het</strong> door MM in 1963<br />

geconstateerde financiële hefboomeffect door de tax shield bleek onverenigbaar<br />

met de bestaande praktijk van ondernemingen die zich wel degelijk ook met<br />

eigen vermogen laten financieren. De economische verklaring daar<strong>voor</strong> werd<br />

gevonden in het insolventierisico van de onderneming met te weinig eigen<br />

vermogen en de daaraan verbonden costs of financial distress. Opgemerkt werd<br />

dat wanneer deze kosten als verklaring dienen, men buiten het conceptuele kader<br />

van MM treedt, omdat de kosten niet gerelateerd werden aan risico’s van<br />

participanten. Hier is die relatie wel aangebracht door deze kosten te duiden als<br />

111

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!