04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk V<br />

aandelenkapitaal. <strong>Het</strong> zwart-wit karakter van de continuïteitsveronderstelling<br />

maakt dit waardeconcept van schulden op korte termijn minder bruikbaar. In<br />

ieder geval wordt duidelijk dat indien er sprake is van informatie-asymmetrie<br />

<strong>voor</strong> leveranciers/crediteuren – wat vrijwel altijd het geval zal zijn – het<br />

uitgangspunt dat de financieringsvergoeding marktefficiënt zal zijn, niet opgaat.<br />

V.3.5.3 Beperkte opties <strong>voor</strong> handelscrediteuren als concurrenten ter<br />

dekking van de gevolgen van informatie-asymmetrie<br />

Uit onderzoek blijkt dat investeerders risico’s trachten te vermijden, althans dat<br />

zij bij verhoogde risico’s niet alleen een navenant hoger verwacht rendement<br />

verlangen, maar ook een toeslag <strong>voor</strong> het verhoogde risico (‘safety first’; Noe<br />

Rebello en Wang (2003)). <strong>Het</strong> beschikken over onvoldoende informatie over de<br />

risico’s is een risico op zich. Algemeen wordt aangenomen dat investeerders ter<br />

dekking van risico’s die uit informatie-asymmetrie <strong>voor</strong>tvloeien, een hogere,<br />

verwachte vergoeding zullen verlangen. Jensen en Meckling (1976) hebben dit<br />

principe ook toegepast op leveranciers. Zij betogen onder andere dat de<br />

onderneming erbij gebaat is de informatie-asymmetrie bij haar leveranciers<br />

zoveel mogelijk weg te nemen om zo te hoge financieringslasten te <strong>voor</strong>komen.<br />

Voor de sterke onderneming is aan te nemen dat als deze haar leveranciers<br />

duidelijk maakt hoe sterk zij is, zij langere betalingstermijnen zal kunnen<br />

hanteren zonder dat dit direct tot actie van de leverancier leidt. Niettemin is het<br />

de vraag of het uitgangspunt van Jensen en Meckling wel in zijn algemeenheid<br />

<strong>voor</strong> handelscrediteuren geldt. Voor de onderneming die gaandeweg zwakker<br />

wordt, is het maar de vraag of het efficiënt is haar leveranciers daarover te<br />

informeren. Hieronder 307 zal ook blijken dat er recent bewijs beschikbaar is<br />

gekomen dat handelscrediteuren juist een relatief lage risicovergoeding<br />

ontvangen. Als crediteuren kampen met informatie-asymmetrie is dat<br />

opmerkelijk. Jensen en Meckling gaan er immers van uit dat de informatieasymmetrie<br />

tot een hogere vergoeding zal leiden.<br />

Vraag je aan ondernemers welk belang zij hechten aan het verlenen van<br />

krediet aan hun afnemers, dan blijken zij dit <strong>voor</strong>al als een te beheersen risico te<br />

beschouwen. Zij zijn primair geïnteresseerd in de te behalen handelsresultaten<br />

en niet in de kortstondige ‘belegging’ door het geven van krediet. Ik denk dat zij<br />

gelijk hebben.<br />

Voor handelscrediteuren kunnen in theorie drie situaties worden<br />

onderscheiden:<br />

(a) de niet-verhaalsinsolvente afnemer, bij wie een risico-opslag <strong>voor</strong><br />

insolventie niet zonder meer nodig is;<br />

(b) de verhaalsinsolvente afnemer met een positieve rentabiliteit;<br />

(c) de verhaalsinsolvente afnemer met een negatieve rentabiliteit, die later<br />

failliet gaat. In dit geval zal de onderneming feitelijk per saldo geen dekking<br />

meer kunnen bieden <strong>voor</strong> het insolventierisico na verhaalsinsolventie. 308<br />

307 Zie V.4.3.<br />

308 Zie IV.3.3 en V.1.3.<br />

106

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!