04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IV<br />

niet zonder meer gerealiseerd. Maar ook rekening houdend met deze<br />

onvolkomenheid is het aannemelijk dat duidelijke criteria een zekere<br />

afschrikwekkende werking hebben en <strong>voor</strong>al tot meer rationele beslissingen<br />

zullen kunnen leiden. Met name het gegeven dat met deze normen duidelijker<br />

wordt dat en wanneer er gereorganiseerd moet worden helpt. Dat bestuurders<br />

daarbij de verschaffers van vreemd en eigen vermogen zullen moeten overtuigen<br />

zal blijkens de onderzoeken van Van Amsterdam en Adriaanse 290 het succes<br />

sterk kunnen beïnvloeden.<br />

Samenvattend kan het volgende worden geconstateerd: <strong>Het</strong> aan de<br />

betrokkene toe te rekenen nadeel onder de verlengde Beklamel-norm is alleen<br />

relevant indien er nog geen sprake is van schending van de Beklamel-norm. De<br />

onder de verlengde Beklamel-norm toe te rekenen nadelige gevolgen zijn vast te<br />

stellen door de ontstane situatie te vergelijken met de hypothetische situatie dat<br />

de overmatige financiering met vreemd vermogen ter beschikking is gesteld als<br />

risicodragend vermogen dat niet geverifieerd kan worden en waar<strong>voor</strong> geen<br />

verhaal op zekerheden kan worden genomen. Indien de financier geen verwijt<br />

treft, zal de betrokkene die wel een verwijt treft de financier het overmatige deel<br />

van de financiering moeten vergoeden en de financier zal zijn vorderingen<br />

navenant moeten verminderen.<br />

IV.10 Conclusies<br />

Ten behoeve van zowel de bescherming van crediteuren als de bevordering van<br />

het investeringsklimaat, moet de <strong>voor</strong>tzetting van een onderneming haar grens<br />

vinden in de dekking die er bestaat <strong>voor</strong> financiële verplichtingen en verwachte<br />

toekomstige rentabiliteit. Die grens moet worden vastgesteld aan de hand van<br />

gelijktijdig te stellen liquiditeits- en solvabiliteitseisen. Deze eisen geven de<br />

grenzen aan van zowel de minimale risicodragende financiering om de<br />

onderneming te mogen <strong>voor</strong>tzetten als de maximale financiering door leningen<br />

op het moment dat de minimaal vereiste solvabiliteit s zal zijn bereikt: L ≤ (1s).I<br />

- s.LM - V. De liquiditeitseis is: LM ≥ kls.<br />

In het verlengde van Erba I en Sobi/Hurks II zijn er juridische<br />

zorgvuldigheidsnormen te construeren die zien op toedoen van diegenen die<br />

feitelijke macht hebben in verband met de <strong>voor</strong>tzetting van de onderneming en<br />

gezien hun taak, en daarmee samenhangende te objectiveren wetenschap, een<br />

ernstig verwijt kan worden gemaakt. De liquiditeits- en solvabiliteitseisen zijn<br />

primair gericht op bestuurders als betrokkenen, in die zin dat zij er<strong>voor</strong> moeten<br />

zorgen dat óf wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van de financiering, óf dat<br />

de onderneming wordt gestaakt. Gezien de functie die vreemd vermogen vervult<br />

bij de eventuele financiering van verliezen, richten met name de solvabiliteitseisen<br />

zich ook direct op de financier, op <strong>voor</strong>waarde dat hij wetenschap had van<br />

de onvoldoende solvabiliteit of de overmatige financiering. De liquiditeitseisen<br />

richten zich uiteindelijk ook op de financier als betrokkene. Uiteindelijk richten<br />

de liquiditeits- en solvabiliteitseisen zich indirect op de aandeelhouders. Bij een<br />

290 Van Amsterdam (2004) en Adriaanse (2005). Zie IV.4.<br />

92

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!