04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk IV<br />

beter begrip van de norm nu reeds kort stilgestaan bij het daarmee verbonden<br />

nadeel.<br />

De nadelige gevolgen van de schending van de Beklamel-norm zullen<br />

blijken 286 te bestaan uit:<br />

(a) de verminderingen van eigen vermogen veroorzaakt door exploitatieverliezen<br />

(en bij praktische uitzondering vergroting van het saldo van de<br />

liquidatieverliezen);<br />

(b) de verminderingen van verhaalsvermogen bestaande uit betalingen –<br />

inclusief verstrekking van nieuwe uit te winnen zekerheden – op ‘oude’<br />

schulden, d.w.z. schulden die zijn ontstaan <strong>voor</strong>dat men op de hoogte was<br />

van de feitelijke insolventie, maar die nog niet zijn betaald.<br />

Door het nadeel zo ongedaan te maken, wordt het vermogen gefixeerd ten tijde<br />

van het ontstaan van wetenschap van feitelijke insolventie. De verleiding zou<br />

kunnen bestaan om aan te nemen dat bij schending van de verlengde Beklamelnorm<br />

na verkregen wetenschap van onvoldoende solvabiliteit dezelfde nadelige<br />

gevolgen zouden moeten worden weggenomen. <strong>Het</strong> vermogen zou dan<br />

gefixeerd worden op het moment dat de solvabiliteit onvoldoende wordt. Maar<br />

het is maar de vraag of de Beklamel-norm en de verlengde Beklamel-norm wel<br />

tot bescherming tegen hetzelfde nadeel strekken (6:163 BW). De Beklamelnorm<br />

strekt tot het ongedaan maken van de gevolgen van <strong>voor</strong>tzetting van de<br />

onderneming indien verplichtingen niet meer tijdig kunnen worden nagekomen<br />

en feitelijke insolventie bestaat. Bij schending van de verlengde Beklamel-norm<br />

kunnen – <strong>voor</strong>afgaand aan de schending van de Beklamel-norm – verplichtingen<br />

nog steeds tijdig worden nagekomen. <strong>Het</strong> relevante verwijt bij de <strong>voor</strong>tzetting<br />

van de onderneming met een onvoldoende solvabiliteit is niet dat bestuurders<br />

risicodragend hadden moeten financieren, of verplichtingen niet tijdig kunnen<br />

worden nagekomen, maar dat door de verhouding van eigen en vreemd<br />

vermogen het discontinuïteitsrisico van crediteuren onverantwoord wordt<br />

vergroot. De verlengde Beklamel-norm strekt tot bescherming tegen ander<br />

nadeel dan de Beklamel-norm doet.<br />

De toe te rekenen gevolgen van de schending van de verlengde<br />

Beklamel-norm bestaan uit het <strong>voor</strong> crediteuren nadelige gevolg van de<br />

financiering van de onderneming met te veel vreemd vermogen dat eigenlijk<br />

eigen vermogen had moeten zijn.<br />

Indien de financier een verwijt treft bij de overmatige financiering zijn<br />

de nadelige gevolgen betrekkelijk eenvoudig ongedaan te maken. <strong>Het</strong><br />

overmatige deel van de financiering moet als risicodragend worden aangemerkt.<br />

Als gevolg daarvan kan <strong>voor</strong> dat deel van de financiering geen aanspraak<br />

worden gemaakt op een <strong>faillissement</strong>sschuld of op zekerheden (vergelijk<br />

Nimox/Van den End q.q.). Is de financier hierop aan te spreken, dan zal het <strong>voor</strong><br />

de curator in het licht van de hoofdelijkheid niet per se noodzakelijk zijn om ook<br />

de bestuurder aan te spreken.<br />

286 Zie VII.2.3.<br />

90

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!