04.09.2013 Views

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

Het schemergebied voor faillissement - Höcker Advocaten

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De verlengde Beklamel-norm en de verantwoorde financieringsstructuur<br />

verloren, zodat bij regelmatige <strong>voor</strong>tgang van haar bedrijf – waartoe juist het<br />

door de Bank <strong>voor</strong>tgezette crediet strekte – benadeling van de crediteuren niet<br />

behoefde te worden verwacht’. Zo’n vage momentgebonden verwachting<br />

speelde ook in het cryptische Eneca-arrest. 241<br />

In het Eneca-arrest werd een, in verband met de financiële problemen, eerder bevroren krediet<br />

heropend tegen nieuwe zekerheden. Volgens de Hoge Raad mochten de ‘gunstige gevolgen’, de<br />

hypothetische verwachtingen <strong>voor</strong> de redding van de onderneming, 242 niet buiten beschouwing<br />

worden gelaten.<br />

Ook in het Eneca-arrest werd geen aandacht besteed aan de dynamiek van de<br />

financiering van <strong>voor</strong>tschrijdende verliezen, in het licht van zowel onvoldoende<br />

solvabiliteit als liquiditeit. Vermoedelijk ook omdat de vordering in de sleutel<br />

van de actio Pauliana stond. Meer algemeen lijkt de rechtspraktijk zelf zulke<br />

vorderingen ook niet in de juiste sleutel te onderbouwen. 243 Uitgaande van de<br />

formule zal er in de praktijk slechts bij uitzondering ruimte zijn <strong>voor</strong> een<br />

reddingskrediet. 244<br />

Voor wat betreft de toepassing van de Beklamel-norm op de financier<br />

werd ook eerder 245 al gewezen op twee relatief onbekende arresten, ANVR<br />

c.s./CLBN en Incom/Rabo Amsterdam. 246 Die bleken erop te wijzen dat de<br />

financier bij een chronisch liquiditeitstekort de kredietverlening dient te<br />

beëindigen conform de Beklamel-norm. Ook de ‘bijzondere omstandigheden’ in<br />

Van Dooren q.q./ABN Amro I 247 – waarna vestiging van nieuwe zekerheden<br />

onrechtmatig kan zijn – zouden zeer wel kunnen zien op de Beklamel-norm en<br />

wellicht ook de verlengde Beklamel-norm. <strong>Het</strong> ging immers formeel ook om een<br />

uitbreiding van de kredietfaciliteit. De vermelde ‘bijzondere omstandigheden’<br />

vragen nadrukkelijk nog om een concrete invulling. De verrijking van het recht<br />

met de gezichtspuntencatalogus 248 van de ‘bijzondere omstandigheden’ heeft ook<br />

241<br />

HR 10-12-1976, NJ 1977, 617 (Eneca). Zie <strong>voor</strong> een uitgebreidere bespreking van de<br />

arresten: X.2, X.3, X.4 en X.9.<br />

242<br />

Zie Polak (1978) en Frieling (2004), noot bij Hof Arnhem 23-7-2002 en 16-12-2003<br />

(ABN Amro/Van Dooren q.q.). Een cassatietechnisch onjuiste uitleg – dat er geen sprake<br />

zou zijn van nadeel – is gegeven door: Van Koppen (1999); Bakkerus (2000); de<br />

conclusie van de AG Bakels bij HR 19-10-2001, NJ 2001, 654 (Diepstraten/Gilhuis<br />

q.q.). Zie inmiddels ook HR 8-7-2005, NJ 2005, 457 (Van Dooren q.q./ABN Amro II)<br />

(X.16) en IX.4.3.2.<br />

243<br />

In Eneca ging het alleen om de verstrekte zekerheid bezien vanuit de actio Pauliana,<br />

waarbij de Hoge Raad de eiser verwijt niet te hebben voldaan aan de ‘stelplicht en<br />

bewijslast’. In Van Dooren q.q./ABN Amro I is de Hoge Raad behulpzamer door buiten<br />

de cassatiemiddelen te treden en ondanks de niet aangenomen actio Pauliana nader<br />

onderzoek te verlangen naar ‘bijzondere omstandigheden’ (idem noot Van Schilfgaarde).<br />

Curatoren kiezen veelal ongelukkigerwijs <strong>voor</strong> de beperkte ‘sleutel’ van de Pauliana, zie<br />

X.3, X.7, X.8, X.10, X.13, X.16 en met name X.18.<br />

244<br />

Zie ook IV.6.3 en IX.4.3.3.<br />

245<br />

Zie III.4.3.<br />

246 e<br />

Zie HR 10-11-1995, 1 kamer, nr 15.788 (C 94/210) (A.N.V.R. c.s./CLBN) en HR 1-7-<br />

1983, RvdW 1983, 138 (Incom/Rabo Amsterdam).<br />

247<br />

HR 16-6-2000, JOR 2000, 201 (Van Dooren q.q./ABN Amro I). Zie ook VIII.5.2, IX.1.2<br />

en X.16.<br />

248<br />

Zie ook Asser-Vranken (2005), nr. 96.<br />

83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!