Annex 3 B Teaching Material ... - C-Change
Annex 3 B Teaching Material ... - C-Change
Annex 3 B Teaching Material ... - C-Change
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Achtergrondinformatie<br />
Toelichting<br />
Deze achtergrondinformatie is bedoeld voor de leraar of medewerker van het NME.<br />
Het dient ervoor om de leraar of medewerker voldoende kennis te geven waardoor hij of zij de<br />
opmerkingen van de leerlingen onderkent en kan inpassen in het kader van de lessenserie.<br />
Behalve inhoudelijke informatie vindt u ook praktische lestips en een lijst met websites.<br />
Inhoud<br />
Anatomie<br />
Een insect is een dier dat geen inwendig skelet heeft (geleedpotig, ongewerveld).<br />
Dieren die wel een inwendig skelet hebben zijn bijvoorbeeld: vissen, vogels, reptielen, amfibieën,<br />
zoogdieren.<br />
Behalve gewervelden en geleedpotigen zijn er nog allerlei andere groepen zoals sponzen,<br />
platwormen, rondwormen, eencellige etc. die blijven verder buiten beschouwing.<br />
Andere geleedpotigen, dieren met een stevige huid die als skelet dienst doet, zijn de:<br />
- Kreeftachtige (waaronder ook pissebedden);<br />
- Spinachtige (oa. spinnen, schorpioenen en hoogwagens);<br />
- Duizend potigen (waaronder ook miljoenpoten) en dus ook de insecten.<br />
Duizendpoten hebben veel segmenten, en ieder segment heeft tenminste 1 paar poten<br />
(miljoenpoten hebben 2 paar poten per segment)<br />
Kreeftachtige zijn schaaldieren.<br />
Spinachtige hebben een romp en een kop (spinnen) of alleen een kop (hooiwagens) met acht<br />
poten.<br />
Insecten hebben een kop, een romp met zes poten en een achterlijf. Dus een insect is een dier<br />
met een uitwendig skelet (exoskelet) een kop, romp met zes poten en een achterlijf. Omdat er<br />
zoveel verschillende soorten insecten zijn, is ook de vormenrijkdom enorm. Insecten hebben een<br />
in drieën verdeeld lichaam, al is dat lang niet altijd duidelijk te zien. Soms zijn de delen versmolten<br />
of is een deel ook weer gespleten waardoor dit uiterlijk niet meer opgaat. Voorbeelden zijn het<br />
lieveheersbeestje en de mieren De drie belangrijkste delen zijn de kop, borststuk en het achterlijf.<br />
Aan de kop zitten de ogen, kaakdelen en voelsprieten. Het borststuk draagt de poten en eventuele<br />
vleugels. Het achterlijf bevat de spijsverterings-, uitscheidings- en voortplantingsorganen van het<br />
insect, en een groot deel van het ademhalingssysteem met de ademhalingsbuisjes. Sommige<br />
insecten bootsen plantendelen of andere insecten na. Dit zijn soms 'gevaarlijke' soorten, zoals de<br />
onschuldige zweefvliegen die op stekende wespen lijken. Andere insecten lijken op onderdelen<br />
van een plant, zoals een tak, een blad, een uitschieter of een doorn.<br />
Voortplanting<br />
De voortplanting van insecten vindt over het algemeen plaats door inwendige bevruchting en zich<br />
buiten het moederlichaam ontwikkelende eitjes. Insecten kennen een paring, waarbij de mannetjes<br />
geslachtscellen afgeven in de vrouwtjes. Bij sommige groepen is de paring een waar schouwspel.<br />
Na de paring wordt het sperma van het mannetje direct naar de eicellen geleid, maar kan ook<br />
136