04.09.2013 Views

LCR - brief aan Min SZW reactie concept besluit modernisering Wsw

LCR - brief aan Min SZW reactie concept besluit modernisering Wsw

LCR - brief aan Min SZW reactie concept besluit modernisering Wsw

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Den Haag, 4 mei 2006<br />

Aan <strong>Min</strong>isterie van Sociale Zaken en<br />

Werkgelegenheid<br />

T.a.v. de heer A. Feringa<br />

Postbus 90801<br />

2509 LV DEN HAAG<br />

Betreft: <strong>concept</strong> <strong>besluit</strong> <strong>Wsw</strong> in verband met <strong>modernisering</strong> <strong>Wsw</strong><br />

Ref.: <strong>LCR</strong>/060054/ER/JL/CB/JL<br />

Geachte heer Feringa,<br />

De Landelijke Cliëntenraad, Federatie van Ouderverenigingen en de CG-Raad zijn u zeer<br />

erkentelijk dat u ons in staat stelt om in de voorbereidingsfase reeds een <strong>reactie</strong> te geven op<br />

het <strong>concept</strong> Besluit <strong>Wsw</strong> in verband met de <strong>modernisering</strong> van de <strong>Wsw</strong>.<br />

Hierbij willen wij graag gebruik maken van deze mogelijkheid.<br />

Artikel 8 lid 7 Geen arbeidsplaats <strong>aan</strong>bieden maar wel budget.<br />

In artikel 8 lid 7 wordt geregeld dat het college een geïndiceerde op de wachtlijst geen<br />

arbeidsplaats hoeft <strong>aan</strong> te bieden indien de geïndiceerde het college schriftelijk heeft mede<br />

gedeeld dat hij in het kader van een PGB zelf op zoek wil g<strong>aan</strong> naar een begeleid werken plek.<br />

Het spreekt voor zich dat het college geen arbeidsplaats <strong>aan</strong>biedt als een geïndiceerde te<br />

kennen heeft gegeven dat hij gebruik wil maken van een PGB ten behoeve van begeleid<br />

werken. Echter voor het zoeken naar een passende arbeidsplaats zal de geïndiceerde over een<br />

deel van zijn budget moeten kunnen beschikken om een begeleidingsorganisatie te kunnen<br />

inschakelen die in opdracht van hem op zoek gaat naar deze passende werkplek.<br />

De gemeente dient dus geen arbeidsplaats beschikbaar te stellen maar wel een deel van het<br />

budget. De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en FvO zijn van mening dat geregeld dient te worden dat<br />

het college indien de geïndiceerde in <strong>aan</strong>merking komt voor een dienstbetrekking (er dus<br />

budget beschikbaar is) en betrokkene heeft <strong>aan</strong>gegeven dat hij gebruik wil maken van een<br />

PGB, het college op verzoek van de geïndiceerde een deel van het budget beschikbaar dient te<br />

stellen ten behoeve van het zoeken naar een passende arbeidsplaats.<br />

Als dit niet geregeld wordt dan dreigt het PGB een dode letter in de wet te worden. Immers<br />

slechts weinig geïndiceerden zullen in staat zijn de kosten voor het zoeken naar een<br />

arbeidsplaats voor te financieren. Het is ook zeer de vraag of begeleidingsorganisaties in een<br />

contract met één geïndiceerde het risico nemen van no cure-no pay financiering.<br />

Het beschikbaar stellen van het budget voor arbeidsinpassing kan als volgt worden geregeld.<br />

In artikel 7 lid 2 van het wetsvoorstel tot wijziging van de <strong>Wsw</strong> wordt het PGB geregeld. In<br />

artikel 7 lid 6 van dit wetsvoorstel wordt geregeld dat krachtens een algemene maatregel van<br />

bestuur nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste<br />

t/m het derde lid van artikel 7.


De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de FvO verzoeken u gebruik te maken van deze mogelijkheid en bij<br />

algemene maatregel van bestuur te regelen dat het college indien de geïndiceerde in<br />

<strong>aan</strong>merking komt voor een dienstbetrekking en betrokkene heeft <strong>aan</strong>gegeven dat hij gebruik<br />

wil maken van een PGB, het college op verzoek van geïndiceerde een deel van het budget<br />

beschikbaar dient te stellen ten behoeve van het zoeken naar een passende arbeidsplaats.<br />

Vervallen artikel 12 van het huidige <strong>besluit</strong><br />

In het huidige <strong>besluit</strong> artikel 12 onder lid 2 is nu nog geregeld dat het college de geïndiceerde<br />

in ieder geval toestemming verleent tot het kiezen van een begeleidingsorganisatie indien niet<br />

binnen 6 m<strong>aan</strong>den nadat de opdracht tot het zoeken naar een arbeidsplaats is versterkt, voor<br />

geïndiceerde begeleid werken tot stand is gebracht.<br />

Deze mogelijkheid komt op grond van het gewijzigde <strong>besluit</strong> te vervallen. Dit verbaast ons<br />

omdat in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van de <strong>Wsw</strong> in § 3.2<br />

wordt <strong>aan</strong>gegeven dat de <strong>Wsw</strong>-geïndiceerde het recht krijgt een begeleidingsorganisatie <strong>aan</strong> te<br />

dragen als de gemeente onvoldoende resultaat boekt bij het zoeken naar een begeleid<br />

werkenplek. In het gewijzigde <strong>concept</strong> <strong>besluit</strong> kunnen wij dit echter niet terug vinden.<br />

De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en FvO verzoeken u als nog zorg te dragen dat de in § 3.2 van de memorie<br />

van toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van de <strong>Wsw</strong> genoemde mogelijkheid tot het<br />

<strong>aan</strong> dragen van een begeleidingsorganisatie wordt geregeld.<br />

Logischer wijs zou dit in artikel 11 dan wel artikel 14 van het gewijzigde <strong>besluit</strong> kunnen<br />

worden geregeld<br />

Artikel 13 de begeleidingsorganisatie<br />

Dit artikel blijft gehandhaafd. Daarmee blijft de mogelijkheid dat bij ministeriële regeling regels<br />

kunnen worden gesteld met betrekking tot de begeleidingsorganisatie. De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de<br />

FvO verzoeken u hierbij van de mogelijkheid tot het opstellen van een dergelijke ministeriële<br />

regeling gebruik te maken ten behoeve van kwaliteitseisen <strong>aan</strong> begeleidingsorganisaties. Wij<br />

verzoeken u hiertoe omdat wij er <strong>aan</strong> hechten dat er landelijke uniforme kwaliteitseisen <strong>aan</strong><br />

begeleidingsorganisaties worden gesteld.<br />

Dit mede in het licht van de transparantie van de markt. Indien iedere gemeente afzonderlijk<br />

kwaliteitseisen gaat stellen, maakt dit het kiezen van een begeleidingsorganisatie door de<br />

cliënt erg gecompliceerd. Immers het stellen van verschillende kwaliteitseisen kan tot gevolg<br />

hebben dat een begeleidingsorganisatie in de ene gemeente wel begeleid werken in het kader<br />

van de <strong>Wsw</strong> kan uitvoeren en in de andere niet.<br />

De toetreding tot de markt van begeleid werken in het <strong>Wsw</strong> door begeleidingsorganisaties<br />

wordt hierdoor ook gecompliceerd. Dit is niet in het belang van <strong>Wsw</strong>-geïndiceerden die gebruik<br />

willen maken van een PGB of zelf een begeleidingsorganisatie kunnen kiezen.<br />

Artikel 14 nieuw lid 2<br />

Hierbij wordt onder andere geregeld dat het college zonder instemming van betrokkene een<br />

andere begeleidingsorganisatie kan inschakelen indien de wijziging noodzakelijk is voor een<br />

adequate begeleiding op de werkplek of zonder wijziging de kosten van de begeleiding niet in<br />

een redelijke verhouding st<strong>aan</strong> tot het resultaat.<br />

Het wijzigen van begeleidingsorganisatie heeft een grote impact voor de werknemer die<br />

begeleid werkt en zijn werkgever. Om die reden zijn de <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de FvO van mening<br />

dat een wijziging van begeleidingsorganisatie nooit zonder instemming van betrokkene zou<br />

moeten kunnen plaatsvinden.<br />

Indien het <strong>besluit</strong> niet op dit punt wordt <strong>aan</strong>past en het college in bepaalde situaties zoals in<br />

artikel 14 nieuw lid 2 wordt voorgesteld zonder instemming van betrokkene de<br />

begeleidingsorganisatie kan wijzigen, dient dit een voor bezwaar en beroep vatbare beslissing<br />

te zijn.<br />

2


Vervroegde herindicatie bij ziekte<br />

De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de FvO willen hierbij ook uw <strong>aan</strong>dacht vragen voor de voorgestelde<br />

wijziging van de Wet sociale werkvoorziening met betrekking tot het mogelijk maken van<br />

vervroegde herindicatie bij ziekte.<br />

In de toelichting bij dit voorstel wordt <strong>aan</strong>gegeven dat deze mogelijkheid alleen bedoeld is<br />

voor die beperkte gevallen waarin het evident is dat de <strong>Wsw</strong>-werknemer vanwege<br />

verslechtering van zijn arbeidshandicap duurzaam niet meer in staat is om <strong>Wsw</strong>-arbeid te<br />

verrichten.<br />

Dit lijkt redelijk echter hoe wordt bepaald dat het evident is dat de <strong>Wsw</strong>-werknemer vanwege<br />

de verslechtering van zijn arbeidshandicap duurzaam niet meer in staat is om wsw-arbeid te<br />

verrichten. Het risico is dat ondergrens problematiek wordt opgelost door ziekmelding zonder<br />

dat voldoende is onderzocht of andere werkzaamheden nog wel kunnen worden verricht.<br />

Wanneer er sprake is van verslechtering van de arbeidshandicap dient eerst nadrukkelijk te<br />

worden gekeken of er mogelijkheden zijn voor ander werk. De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en FvO zijn van<br />

mening dat de Wet Poortwachter ook voor wsw-werknemers serieus moet worden genomen.<br />

Tevens is het de vraag of de voorgestelde maatregel noodzakelijk is. Immers de wet WIA biedt<br />

de mogelijkheid om na 13 weken ziekte reeds een beoordeling in het kader van WIA te doen<br />

plaatsvinden wanneer sprake is van duurzaam geen arbeid meer kunnen verrichten. Dit<br />

ontslaat de werkgever niet van zijn plicht tot reïntegratie en het loon twee jaar door te<br />

betalen, echter als de WIA-uitkering wordt toegekend, zijn de loonkosten voor de werkgever<br />

<strong>aan</strong>zienlijk lager omdat hij de WIA-uitkering slechts hoeft <strong>aan</strong> te vullen. Voor mensen met een<br />

‘slapend’ recht op WAO-, Wajong- of Waz-uitkering geldt dat deze uitkering kan worden<br />

geactiveerd bij langdurige ziekte. Kortom de loonkosten worden voor een belangrijk gedeelte<br />

gecompenseerd. Hetgeen budgettaire ruimte oplevert welke het mogelijk maakt om mensen<br />

van de wachtlijst te plaatsen. Er is dus feitelijk geen probleem wat een oplossing behoeft.<br />

Terwijl <strong>aan</strong> de andere kant bij een verkeerde inschatting van de duurzaamheid van de<br />

arbeidsongeschiktheid, <strong>aan</strong> betrokkene bij de beoordeling van de WIA, na twee jaar, geen IVAuitkering<br />

zal worden toegekend. In dat geval is betrokkene <strong>aan</strong>gewezen op een andere<br />

uitkering en zal hij op zoek moeten naar werk of kan hij zich opnieuw <strong>aan</strong>melden voor de <strong>Wsw</strong>.<br />

Dit risico vinden <strong>LCR</strong>, CG-Raad en FvO onwenselijk.<br />

De <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de FvO verzoeken u het voorstel tot vroegtijdige herindicatie bij ziekte in<br />

te trekken.<br />

Geen inzet van reïntegratiemiddelen voor wsw-geïndiceerde op de wachtlijst<br />

Tot slot verzoeken de <strong>LCR</strong>, CG-Raad en de FvO het voorstel om geen reïntegratiemiddelen in<br />

te zetten voor wsw-geïndiceerden op de wachtlijst te heroverwegen.<br />

Bij de invoering van de nieuwe <strong>Wsw</strong> in 1998 is onderkend dat de lange wachtlijsten voor<br />

schoolverlaters van het speciaal onderwijs een groot probleem vormden. Daarom is toen in de<br />

Wiw, welke ook in 1998 werd ingevoerd, een sluitende <strong>aan</strong>pak voor schoolverlaters van het<br />

speciaal onderwijs met een <strong>Wsw</strong>-indicatie geregeld. Bij de invoering van de Wwb en daarmee<br />

het verdwijnen van de Wiw is deze goede regeling komen te vervallen. Voor de overbrugging<br />

van de wachttijd voor de <strong>Wsw</strong> kunnen schoolverlaters op de wachtlijst nu nog wel in<br />

<strong>aan</strong>merking komen voor de inzet van reïntegratiemiddelen van gemeente of UWV. Dit laatste<br />

gaat nu ook verdwijnen. De Commissie Werkend Perspectief heeft in zijn advies over<br />

jonggehandicapten (een werkend perspectief voor jongeren met een arbeidshandicap, mei<br />

2004) een groot <strong>aan</strong>tal knelpunten gesignaleerd betreffende de maatschappelijke en<br />

arbeidsparticipatie van jonggehandicapten.<br />

3


De commissie werkend perspectief pleit in zijn <strong>aan</strong>bevelingen o.a. voor een sluitende <strong>aan</strong>pak<br />

met werkervaringsplaatsen 1 ook voor hen die op de <strong>Wsw</strong> zijn <strong>aan</strong>gewezen. In dit kader wordt<br />

door de Commissie gepleit voor extra budget.<br />

In het verleden, in de periode voor 1998 toen er ook lange wachtlijsten voor de <strong>Wsw</strong><br />

bestonden en er geen sluitende <strong>aan</strong>pak was geregeld voor schoolverlaters van het speciaal<br />

onderwijs, leidde de lange wachttijd voor de <strong>Wsw</strong> tot een grote toename van de vraag naar<br />

AWBZ-dagbesteding. Het risico bestaat dat dit nu weer zal gebeuren.<br />

Wellicht is een beperkt alternatief mogelijk en wel dat op verzoek van de wsw-geïndiceerde<br />

werkervaringsplaatsen met behoud van uitkering kunnen worden gerealiseerd waarbij voor de<br />

begeleiding reïntegratiemiddelen kunnen worden ingezet.<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Namens Landelijke Cliëntenraad, CG-Raad en Federatie van Ouderverenigingen,<br />

J.P. Laurier<br />

Voorzitter<br />

Landelijke Cliëntenraad<br />

1<br />

Aanbeveling Commissie Werkend Perspectief met betrekking tot sluitende <strong>aan</strong>pak:<br />

6.2.3. Sluitende <strong>aan</strong>pak met werkervaringsplaatsen<br />

Sluitende <strong>aan</strong>pak voor jongeren met een arbeidshandicap vereist maatwerk. Een deel van de<br />

jongeren heeft geen of nauwelijks mogelijkheden tot arbeidsparticipatie en/of<br />

maatschappelijke integratie. Dat zal ook tot uiting komen in hun Persoonlijk Participatie<br />

Plan (zie 6.5.1). Onder sluitende <strong>aan</strong>pak voor deze doelgroep verstaat de CWP dat alle<br />

jongeren met een arbeidshandicap die over arbeidsmogelijkheden beschikken <strong>aan</strong>sluitend op<br />

school werkervaringsplaatsen of een ander integratietraject worden <strong>aan</strong>geboden met<br />

ondersteuning op de werkplek. Van groot belang is dat jongeren in een arbeidssituatie<br />

ervaren wat hun mogelijkheden en wensen zijn. Het streven dient te zijn om jongeren voor<br />

te bereiden op arbeid op de reguliere arbeidsmarkt. Voor een deel van de jongeren zal blijken<br />

dat reguliere arbeid niet realiseerbaar is en dat geopteerd zal g<strong>aan</strong> worden voor arbeid in<br />

WSW-verband, arbeidsmatige invulling van de AWBZ-dagbesteding of vrijwilligerswerk<br />

Om deze sluitende <strong>aan</strong>pak mogelijk te maken dient het <strong>aan</strong>tal werkervaringsplaatsen fors<br />

uitgebreid te worden. De commissie stelt voor om hiertoe een deel van het extra budget<br />

beschikbaar te stellen.<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!