hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
HOOFDSTUK X: DE JONGEN DIE NEE ZEI.<br />
Wij komen nu tot enkele figuren uit het Nieuwe Testament, en de allereerste die we onder de<br />
loupe gaan nemen heeft alvast nooit geleefd. Evenmin als allerlei personen uit een roman ooit<br />
geleefd hebben, maar alleen maar bestonden in de fantasie van de schrijver. De jongen die<br />
nee zei komt namelijk voor in een gelijkenis, die aldus luidt:<br />
"Iemand had twee kinderen. Hij ging naar de eerste en zeide: Kind, ga en werk vandaag in de<br />
wijngaard. En hij antwoordde en zeide: Ja, heer, maar hij ging niet. Hij ging naar de tweede<br />
en sprak evenzo. En deze antwoordde en zeide: Ik wil niet, maar later kreeg hij berouw en<br />
ging toch. Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan?" (Matth. 21:23-31a).<br />
Het gaat hier dus over twee zonen, en van geen van beide beleefde de vader veel plezier.<br />
Noch de ene noch de andere maakt een verheffende indruk. De een weigert ronduit en brutaal<br />
het bevel van zijn vader op te volgen, en de ander heeft alleen maar mooie beloften. Tot de<br />
daad komt het niet. Het vermoeden ligt voor de hand, dat deze beide knapen elkaar ook maar<br />
moeilijk hebben kunnen zetten. De een zal gesmaald hebben: wat een huichelaar ben jij!<br />
Hang asjeblieft niet zo de lieve jongen uit! En de brave broeder van zijn kant: kun jij je niet<br />
eens fatsoenlijk gedragen tegenover je vader? Zo staan de beide ongehoorzame jongens<br />
elkaar ook nog uit te schelden. We zeggen onwillekeurig: 't is me wel een fraai gezin daar.<br />
En dan te bedenken, dat dit de tekening is van het huisgezin Gods. Van de kerken. Want dit is<br />
wel een gelijkenis, maar geen roman. Wel beeldspraak, maar geen fantasie. De jongen die nee<br />
zei, zo heette het zo pas, heeft nooit geleefd, en niettemin leeft hij. De jongen die ja zei (en<br />
nee deed) heeft nooit bestaan, en toch bestaat hij levensgroot. Het is gelijkenis en niettemin<br />
werkelijkheid, en het is helemaal niet moeilijk te raden, dat deze twee leden van het ene gezin<br />
optreden als de vertegenwoordigers van de twee groepen van het volk des Heren (van toen en<br />
nu): de ongehoorzame zoon: de tollenaar, en de brave ja-broer: de Farizeeër. Het is maar<br />
gelukkig, dat hiermee nog niet het hele huisgezin getekend is, en dat er behalve de onwillige<br />
en de schijnheilige nog een derde zoon is, die evenwel niet genoemd wordt, en evenmin voor<br />
het voetlicht treedt.<br />
Ja, als we goed toezien, is er nog een vierde jongen ook zelfs. Het is dus een vergelijking met<br />
twee bekenden en twee onbekenden. In de loop van ons verhaal zullen we ze alle vier nog<br />
wel tegenkomen. A en B en de beide grote onbekenden. Maar we hebben 't nu niet over X 1 en<br />
niet over X 2 , evenmin over A, maar over B, de jongen die kortweg nee zei 3 .<br />
<br />
Zoals alle gelijkenissen, is ook deze gelijkenis waar de onwillige knaap in voorkomt, uit het<br />
volle leven gegrepen. De vader draagt z'n beide jongens op, in z'n wijngaard te werken, en<br />
deze wijnbouw werd in Palestina zeer druk beoefend. De hoorders kunnen zich de situatie<br />
dus direct zeer levendig voorstellen, en zij weten ook dat er voor de beide jongens niets<br />
vernederends of oneervols in schuilt de handen uit de mouwen te steken. Die handenarbeid<br />
was evenzeer de taak van vrije zonen als van knechten.<br />
Het bevel: "werk vandaag in de wijngaard" is dus niet vreemd, maar zeer natuurlijk. Niet<br />
alleen, omdat er het gehele jaar door in de wijngaard ontzettend veel te doen is, maar ook<br />
omdat vader niet kan toestaan, dat z'n jongens hun dag in ledigheid doorbrengen.<br />
Dat duldt de Here ook niet.<br />
3 In dit opstel werd oorspronkelijk de St. V. gevolgd. In de vertaling van het N.B.G. is de volgorde juist<br />
andersom. Zo komt het, dat B. eerst een beurt krijgt.<br />
78