hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK VII: GEHAZI.<br />
Wie van ons kent Gehazi niet? We kennen hem van kindsaf! Met open oren hebben we zitten<br />
luisteren als bij de Bijbelse geschiedenis verteld werd van deze knecht van Elisa, de sluwe<br />
gauwdief, die 't meer dan zonde vond, dat z'n meester geen sou van die rijke Naäman wou<br />
aannemen. Gehazi, die zo door de geldduivel bezeten was, dat hij de hoge gasten achterna<br />
sloop en met vrome verzinseltjes nog wel, probeerde althans nog wat in de wacht te slepen.<br />
En de buit viel niet tegen. Het enige waar hij 't benauwd onder kreeg was de vraag, hoe die<br />
volle buidels met zilver in huis te smokkelen zonder door Elisa gezien te worden. Gehazi, die,<br />
door z'n meester ondervraagd, nog de treurige moed heeft stijf en strak alles te ontkennen,<br />
maar die dan — o ironie van Gods straffen — behalve het geld en de kleren ook de ziekte van<br />
Naäman in z'n hebzucht naar zich toe blijkt gehaald te hebben: de melaatsheid van Naäman<br />
zal hem en z'n nakomelingschap aankleven ten eeuwigen dage!<br />
Dit alles herinneren we ons van die ongelukkige Gehazi, en we bedenken er ook nog bij, dat<br />
dit de knaap was, die elke dag met die "heilige man Gods" omging, die om zo te zeggen<br />
dagelijks in de dampkring van de hemel ademde. Voor ons besef is deze Gehazi een soort<br />
Judas, die zelfs onder de heilige ogen van Jezus met Mammon onder één deken sliep, of op<br />
z'n minst staat hij op één lijn met de schijnheilige Ananias, die meer door het geld bezeten<br />
was dan dat hij het bezat. Voor de meeste Bijbellezers is deze Achan-redivivus niet eens meer<br />
'n "<strong>dubieuze</strong> post", maar 'n verharde zondaar, die z'n ziel aan de geldduivel verkocht heeft, en<br />
in z'n ongerechtigheid is gestorven.<br />
Is dit juist?<br />
Ons past een billijk oordeel niet alleen tegenover de levenden, maar ook tegenover de<br />
gestorvenen.<br />
En nu lees ik in de Bijbel wel, dat Gehazi met tijdelijke straffen (melaatsheid) is gestraft,<br />
maar nergens dat deze identiek zijn met de eeuwige straffen.<br />
Er zijn integendeel aanwijzingen, die iets anders doen vermoeden, maar daarop komen we<br />
later nog terug. Het is op z'n minst billijk, dat we bij onze kijk op Gehazi niet blijven turen op<br />
één verkeerde plooi in z'n karakter, en blijven stilstaan bij dat deel uit z'n levensgeschiedenis,<br />
dat bij ons het meest is blijven hangen, maar eerlijk kennis nemen van alles wat ons de Bijbel<br />
over deze figuur onthult.<br />
<br />
Gehazi verschijnt in het Bijbelverhaal voor ons zonder enige introductie en zonder veel<br />
omhaal in de idyllische geschiedenis van de Sunemietische. De schrijver van Koningen doet<br />
net of we hem allang kennen, maar in werkelijkheid ontmoeten we hem daar voor de eerste<br />
maal (2 Kon. 4:12). Hoe Elisa aan die jongen gekomen is, en waar hij vandaan kwam, blijft<br />
ons volkomen onbekend. Elisa zelf kwam van de boerderij, en 't is best mogelijk dat Gehazi<br />
daar knecht geweest is bij z'n vader, maar dit is, zoals prof. van Gelderen terecht opmerkt,<br />
één mogelijkheid onder de vele.<br />
In elk geval, we treffen Gehazi voor de eerste maal aan in het profetenkamertje te Sunem, en<br />
laten we eerlijk wezen, deze eerste kennismaking doet ons prettig aan. Er blijkt uit, dat<br />
Gehazi een schier onbeperkt vertrouwen in zijn meester en een groot geloof in Gods almacht<br />
bezat. Dat vertrouwen is ook wederkerig, want Elisa geeft hier aan z'n knecht een uiterst<br />
delicate opdracht, die Gehazi met zulk een flair en fijne mensenkennis uitvoert, dat we ons<br />
zeer verbazen over de aanwezigheid van zoveel psychologisch inzicht bij deze<br />
50