hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Maar daarbij moogt u de "man Gods" uit Juda niet indelen.<br />
Hij heeft wel ernstig gezondigd, maar een hypocriet is hij niet. En ook na zijn val introduceert<br />
de Schrift hem nog als "man Gods", een eretitel die hij niet verloren heeft, evenmin als Petrus<br />
na z'n verloochening als apostel is gedesavoueerd.<br />
De anonieme profeet is geen Judas.<br />
Hij is veeleer te vergelijken met Mozes, de "man Gods". Ook déze grote in het koninkrijk<br />
Gods is de stem des Heren wederspannig geweest, en hij heeft, zoals de aanklacht luidt, "de<br />
Here niet geheiligd voor de ogen der kinderen Israëls".<br />
Zoals déze man Gods in zijner vaderen graf niet komen zou, zo mocht die man Gods in het<br />
beloofde land niet komen.<br />
Is er daarom iemand, die eraan twijfelt, dat zijn voeten staan in de poorten van het hemels<br />
Jeruzalem?<br />
<br />
Er is echter nòg meer. De voorzegde Josia is gekomen.<br />
U leest daar in 2 Kon. 23:16-18 het volgende van:<br />
"En toen Josia zich omkeerde en de graven zag, die daar op de berg waren, liet hij de<br />
beenderen uit de graven halen, verbrandde die op het altaar en verontreinigde dit, naar het<br />
woord des Heren, dat de man Gods verkondigd had, die deze dingen aangekondigd heeft.<br />
Voorts zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik daar zie? En de lieden van de stad<br />
zeiden tot hem: Het is het graf van de man Gods, die uit Juda gekomen is en deze dingen<br />
tegen het altaar van Bethel aangekondigd heeft, welke gij volbracht hebt.<br />
En hij zeide: Hem moet gij met rust laten, niemand store zijn gebeente. Zo liet men zijn<br />
gebeente onaangeroerd, samen met het gebeente van de profeet die uit Samaria gekomen<br />
was".<br />
U ziet dus welk een reverentie Josia had voor het graf en de beenderen van de "man Gods".<br />
Hij heeft zijn graf ontzien en geëerbiedigd. Juist dit graf!<br />
Er wordt zelfs gesproken van een "met rust laten" van zijn beenderen, en wij beluisteren daar<br />
de klank van de eeuwige rust in.<br />
Zal dan die andere Zoon van David ook niet kennen die de Zijnen zijn? En op Zijn grote<br />
bevrijdingsdag, als alle graven openspringen, zal dan niet op dit graf ook geschreven staan:<br />
Als mijn lichaam zinkt in d' aard'<br />
— 't Is mijn vast vertrouwen —<br />
Blijft mij een gebouw bewaard,<br />
En 't geloven wordt aanschouwen;<br />
'k Zal aan 't stof der aard' ontvliên<br />
En dan eeuwig Jezus zien.<br />
43