hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lengte van dagen, en roem. Juist omdat Salomo dat niet vroeg, toonde hij zich een<br />
theocratisch koning te zijn, niet gelijk de andere volken, en juist daarom werden ze hem erbij<br />
gegeven. Als toegift. Terecht merkt prof. van Gelderen op, dat men Mattheüs 6:33 hier naast<br />
kan leggen. Het ging bij Salomo's wens om de bevordering van recht en gerechtigheid in zijn<br />
rijk, dat een tijdelijke realisering moest zijn van het koninkrijk Gods. Waar hij in de zuivere<br />
rechtspraak zo het koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid zocht, werden de andere dingen hem<br />
toegeworpen. En wat heel het gebed nog een bijzondere waarde geeft is de innig-gelovige en<br />
priesterlijke toon, waarmee de jonge koning zijn Verbondsgod aanspreekt: "Here, mijn God!"<br />
<br />
Een pendant van Salomo's wens te Gibeon is zijn gebed bij de inwijding van de tempel (1<br />
Kon. 8).<br />
Hier excelleert Salomo als priester, want bidden is een priesterlijke functie bij uitnemendheid<br />
van de naar Christus' beeld vernieuwde mens.<br />
Van de prachtige tempel van Salomo, ons tot in de kleinste onderdelen beschreven, is niets<br />
meer over. Alle glorie van goud en zilver en cederhout is vergaan. Maar dit gebed is<br />
gebleven. Tempels zijn voor een tijd, gebeden voor de eeuwigheid.<br />
Er staan veel "mooie gebeden" in het Oude Testament, maar er is nauwelijks één gebed aan te<br />
wijzen, dat dit gebed in schoonheid en bewogenheid overtreft. Met oneindige priesterlijke<br />
erbarming legt de koning de noden van zijn volk voor het heden en voor verre toekomst neer<br />
voor de God Israëls — gezegend een volk welks koning zó bidden kan! Tot zeven maal toe<br />
heffen zijn gevouwen handen zich "naar de hemel, de vaste plaats Uwer woning" om de<br />
verhoring af te smeken. Het is een gebed, waarin de ziel even diep afdaalt in het dal van de<br />
ootmoed als hoog opstijgt in wijd Godsvertrouwen. Een gebed waarvan de inhoud even diep<br />
ontroert als de schone vorm. Dit gebed is een lied geworden, een gedicht. De Statenvertalers<br />
zijn er zo diep van onder de indruk gekomen, dat 1 Kon. 8 onder hun vertalende handen is<br />
weggegleden als een symphonie. En Multatuli, die voor zichzelf niet verder komen kon dan<br />
tot een "gebed van een onwetende", heeft zich zelfs in z'n "toespraak tot de hoofden van<br />
Lebak" niet kunnen ontworstelen aan de schoonheid van deze Bijbeltaal.<br />
Na dit alles komt mij weer in de zin het woord van Whyte: "de schipbreuk van Salomo is de<br />
verschrikkelijkste tragedie!" Want alle water van de zee wast het niet af: hij hééft schipbreuk<br />
geleden. Deze "zoon van David" is een verloren zoon geworden, en wat het ergste is, wij<br />
horen hem niet eens zeggen: "ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan!" Wij staan hier voor het<br />
onverklaarbare raadsel. De zonde i? altijd mysterieus.<br />
Deze koning, profeet-priester...... schipbreukeling!<br />
Salomo — Demas heeft mij verlaten — hebbende de tegenwoordige wereld liefgekregen!<br />
<br />
De reeds meer genoemde Whyte merkt op, bij het gebed van Salomo, dat het niet<br />
onwaarschijnlijk is, dat de tekst van dit gebed geschreven is door Salomo's opvoeder Nathan.<br />
Het zou dan door de koning slechts gereciteerd zijn als een formuliergebed. Ik durf deze<br />
suggestie noch bevestigen noch ontkennen. Het is in elk geval niet erg waarschijnlijk, gezien<br />
de woordkeus, de symmetrische vorm, de verdeling in een heilig zevental gebeden, dat zo'n<br />
gebed geheel onvoorbereid en spontaan uit Salomo's hart zou geweld zijn. Bidden is trouwens<br />
niet alleen een zaak van het hart, maar ook van het verstand, weten we van Paulus, en ik acht<br />
geen publiek gebed verantwoord, dat niet van tevoren overdacht is.<br />
26