hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
hoofdstuk i: dubieuze posten. - AH Bogaards
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het hoogste wat hem bezielt is dat de smetten van zijn blazoen worden uitgewist, dat hij tot<br />
duizelingwekkende hoogte kan stijgen, en de "Naam des Heren" is hem de meest geschikte<br />
garantie voor de permanente bezetting van de erezetel die hij onder Israël ambieert.<br />
Het is zo vleselijk en werelds en egoïstisch als het maar enigszins mogelijk is, en... . aan dit<br />
dingen naar een zetel heeft de schrijver van de Hebreeënbrief toch zeker niet gedacht, toen hij<br />
Jefta een erezetel gaf in de rij der geloofshelden. . . . David en Samuël en de profeten!<br />
Maar er zijn nóg ergere dingen!<br />
<br />
Het is uit de onderhandelingen tussen Jefta en de oudsten duidelijk gebleken, welke vleselijke<br />
en wereldse maatstaven er werden aangelegd. Jefta wil de leiding wel nemen en het<br />
opperbevel aanvaarden in de strijd tegen de opdringende vijanden, maar. . . . voor wat hoort<br />
wat. Hij zal het alleen doen voor een permanente leidende positie in Israël. De nood van het<br />
vaderland is voor Jefta de welkome sport om hoog te klimmen op de ladder der eer; het is niet<br />
de roeping des Heren, noch de liefde tot zijn land die ieder aangeboren is, maar liefde tot<br />
zichzelf.<br />
Dat Jefta zich — althans toen nog niet — de geroepene verlosser wist om de oorlogen des<br />
Heren te voeren, zal voor een groot deel het gevolg geweest zijn van het feit, dat hij de Here<br />
maar nauwelijks kende.<br />
Dit blijkt al heel spoedig.<br />
Jefta was behalve generaal blijkbaar ook diplomaat.<br />
Onderhandelen zat hem in 't bloed.<br />
Thuisgekomen van de conferentie met de "oudsten", de ministerraad van Israël om zo te<br />
zeggen, belegt hij een conferentie met. ... de vijand!<br />
Men zou het van zo'n houwdegen niet verwacht hebben, maar hij hakt er zowaar niet direct<br />
met het zwaard op in, doch probeert het eerst op vredelievende manier. ... de ronde tafel!<br />
Voor een militair ingrijpen of politionele actie acht hij schijnbaar de tijd nog niet gekomen,<br />
want hij probeert eerst door onderhandelingen tot een minnelijke schikking te komen. Een<br />
officiële deputatie wordt naar de Ammonieten gezonden, met de vraag wat hen er toch<br />
eigenlijk toe bewoog de demarcatielijn te overschrijden en Israëls grondgebied te betreden.<br />
Zou het niet beter zijn het "vuren te staken"?<br />
De gevoerde besprekingen liepen al spoedig vast.<br />
De Ammonieten beweerden, dat het gebied dat ze bezet hadden tussen Amon en Jabbok van<br />
ouds en rechtens hun gebied was, en dat ze niet van plan waren hun troepen uit dit gebied<br />
terug te trekken.<br />
Hierop liet Jefta — die intussen een uitstekend kenner van Israëls historie blijkt te zijn — van<br />
zijn kant weten, dat deze aanspraak primo historisch onjuist was, en secundo wel erg laat<br />
kwam, want de Israëlieten hadden daar nu al driehonderd jaar gewoond. Zij hadden daar hun<br />
gezag gevestigd, al die eeuwen had er de "Zionistische vlag" gewapperd, en er bestond, vond<br />
Jefta, zoiets als een historisch recht.<br />
Merkwaardige politieke discussies, net of we zoiets al eens meer gehoord hebben!<br />
Hoe het zij, de slotsom van Jefta was, dat de Here Israël dit gebied ten erve gegeven had, en<br />
dat hij er niet over dacht dit nu voetstoots over te geven aan de Ammoniet.<br />
Daar zat wel iets in, in die redenering!<br />
14