04.09.2013 Views

Religie volgt op de werkelijkheidservaring - Protestantse Gemeente ...

Religie volgt op de werkelijkheidservaring - Protestantse Gemeente ...

Religie volgt op de werkelijkheidservaring - Protestantse Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

LEEN DEN BESTEN<br />

<strong>Religie</strong> <strong>volgt</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>werkelijkheidservaring</strong><br />

In Volzin, een <strong>op</strong>inieblad voor geloof en samenleving, ston<strong>de</strong>n <strong>op</strong> 18 april twee berichtjes on<strong>de</strong>r<br />

elkaar. Het eerste maakt er melding van dat uit recente <strong>op</strong>gravingen blijkt dat <strong>de</strong> Kelten langs <strong>de</strong><br />

Maas bij Maastricht vermoe<strong>de</strong>lijk een riviergod hebben vereerd. Het an<strong>de</strong>re bericht vermeldt dat<br />

volgens <strong>de</strong> Nijmeegse godsdienstwetenschapper Frans Jespers <strong>de</strong> paranormale sector momenteel<br />

zozeer floreert dat begrippen als bijgeloof, boerenbedrog of kwakzalverij ver naar <strong>de</strong> achtergrond<br />

zijn verschoven.<br />

De oudste ons beken<strong>de</strong> religieuze uiting dateert uit circa 40.000 tot 50.000 voor Christus, <strong>de</strong> tijd<br />

waarin men welbewust overle<strong>de</strong>nen ging begraven. De graven dragen tekenen van een compleet<br />

begrafenisritueel dat aangeeft dat men geloof<strong>de</strong> dat het menselijke leven zich niet beperkte tot het<br />

lichamelijke bestaan. Waarschijnlijk hebben mensen altijd gezocht naar antwoor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> raadsels<br />

van leven en dood en <strong>de</strong> uitdagingen van <strong>de</strong> hen omringen<strong>de</strong> wereld die een overweldigen<strong>de</strong> en<br />

soms zelfs verpletteren<strong>de</strong> indruk <strong>op</strong> hen maakte.<br />

<strong>Religie</strong>s wor<strong>de</strong>n niet door enkelingen ontworpen of gesticht.<br />

Ze groeien. De bron van religies - zo is mijn veron<strong>de</strong>rstelling -<br />

ligt in <strong>de</strong> ervaring van allesomvatten<strong>de</strong> afhankelijkheid,<br />

eindigheid en kwetsbaarheid, een ervaring die mensen <strong>op</strong><br />

bepaal<strong>de</strong> momenten in hun leven overviel, hen verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

en verbijster<strong>de</strong>, hen in hun bestaan schokte, hen <strong>de</strong> a<strong>de</strong>m<br />

benam. Levend in een onoverzichtelijke en onoverzienbare<br />

werkelijkheid met <strong>de</strong> dreiging van ziekte, natuurrampen,<br />

chaos, lij<strong>de</strong>n, onherstelbaar verlies en dood, en <strong>op</strong> zoek naar<br />

een zekere or<strong>de</strong> om althans een relatieve veiligheid te<br />

verwerven, wisten mensen zich overgeleverd aan een Macht<br />

die hen nu eens stuw<strong>de</strong> dan weer verpletter<strong>de</strong>, een Mysterie<br />

dat hen zowel fascineer<strong>de</strong> als angst aanjoeg. Ze reageer<strong>de</strong>n<br />

<strong>op</strong> die Macht, dat grote Raadsel, door duidingen, verhalen,<br />

mythes, riten en han<strong>de</strong>lingen, kortom door religie. Deze<br />

religie kreeg - afhankelijk van <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> als<br />

indrukwekkend ervaren werkelijkheid en van <strong>de</strong> daaraan<br />

verbon<strong>de</strong>n implicaties van geloof – gestalte in bijvoorbeeld<br />

animisme (dat aan alle dingen een kracht toekent),<br />

totemisme (dat gelooft in een bovennatuurlijke relatie tussen<br />

een groep mensen of individuen en een dier- of plantensoort of een voorwerp, waarbij <strong>de</strong> laatste<br />

fungeert als symbool en referentiepunt van <strong>de</strong> eerste), <strong>de</strong>monisme (dat gelooft dat <strong>de</strong> wereld<br />

bevolkt is met huiveringwekken<strong>de</strong> geesten en duivels), fetisjisme (dat levenloze voorwerpen<br />

magische eigenschappen toekent en vereert), kannibalisme (dat gelooft dat het eten van<br />

mensenvlees een offer aan <strong>de</strong> go<strong>de</strong>n is of een mid<strong>de</strong>l om bovennatuurlijke krachten te verwerven of<br />

zich bepaal<strong>de</strong> eigenschappen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong> toe te eigenen), voorou<strong>de</strong>rverering (dat <strong>de</strong> geesten van<br />

voorou<strong>de</strong>rs vereert), of polytheïsme (dat gelooft in verschei<strong>de</strong>ne, van elkaar min of meer<br />

onafhankelijke go<strong>de</strong>n). Vanaf omstreeks 1000 voor Christus kreeg religie ook vorm in henotheïsme<br />

(dat gelooft in één God zon<strong>de</strong>r daarbij het bestaan van an<strong>de</strong>re go<strong>de</strong>n te loochenen),<br />

monotheïsme(dat het bestaan van slechts één God huldigt), <strong>de</strong>ïsme (dat God beschouwt als<br />

geschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ons beken<strong>de</strong> werkelijkheid), pantheïsme (dat God en <strong>de</strong> werkelijkheid als één<br />

ziet) of panentheïsme (dat meent dat <strong>de</strong> werkelijkheid in God <strong>op</strong>gaat).<br />

<strong>Religie</strong> was niet iets dat het menselijk leven vreemd was, of iets kunstmatigs of <strong>op</strong>gelegds. Ze was<br />

een innerlijke, vol<strong>op</strong> menselijke aangelegenheid die haar wortels had in <strong>de</strong> menselijke ervaring en<br />

die daaruit voortkwam. Mensen betrokken hun interne wereld met ervaringen, verlangens en<br />

behoeften <strong>op</strong> <strong>de</strong> externe wereld en zochten verban<strong>de</strong>n tussen bei<strong>de</strong> werel<strong>de</strong>n. In een vele eeuwen<br />

omvattend proces maakten zij zich tasten<strong>de</strong>rwijs, intuïtief, met inzet van al hun gevoel, kennis en<br />

wil voorstellingen van een an<strong>de</strong>re werkelijkheid door hun beperkte ervaring van <strong>de</strong> werkelijkheid <strong>op</strong><br />

te vullen met hun fantasie en verbeelding. Ze leg<strong>de</strong>n verbinding tussen <strong>de</strong> interne en externe<br />

wereld door mythes te scheppen en symbolen te gebruiken. De mysterieuze macht die tegelijkertijd<br />

boei<strong>de</strong> en beangstig<strong>de</strong>, bracht hen er toe een scherm <strong>op</strong> te richten tussen zichzelf en die macht.


Daar<strong>op</strong> schreven ze hun mythes, geloofsvoorstellingen<br />

en gedragsco<strong>de</strong>s. Door ‘<strong>de</strong> illusie van controle’ ho<strong>op</strong>ten<br />

ze zichzelf te beschermen. Mythes en<br />

geloofsvoorstellingen waren nodig om uitein<strong>de</strong>lijk<br />

betekenis te kunnen geven aan hun bestaan. Zodra ze<br />

niet meer beantwoord<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ervaring verdwenen<br />

ze. Interpretaties van <strong>de</strong> werkelijkheid ‘die raak bleken<br />

te zijn en resoneer<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ervaren werkelijkheid,<br />

bo<strong>de</strong>n toekomst en overleef<strong>de</strong>n.’<br />

<strong>Religie</strong> ontwikkelt zich in een bepaal<strong>de</strong> culturele<br />

omgeving en wordt me<strong>de</strong> gevormd door economische en<br />

politieke omstandighe<strong>de</strong>n. Op haar beurt geeft ze weer<br />

richting en betekenis aan sociale processen. Elke<br />

concrete vorm van religie wordt dan ook gekenmerkt<br />

door voortduren<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring ten gevolge van<br />

politieke, sociale en economische ontwikkelingen en bewuste hervormingen en ten gevolge van het<br />

<strong>op</strong>nemen van elementen uit <strong>de</strong> omgeving waarin <strong>de</strong> aanhangers van die religie leven. Elke concrete<br />

vorm van religie heeft een tij<strong>de</strong>lijke en plaatselijke gestalte. Wil een religie niet verdwijnen, dan<br />

moet ze met het veran<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> context waarin ze functioneer<strong>de</strong> een bij <strong>de</strong> nieuwe context<br />

passen<strong>de</strong> vorm vin<strong>de</strong>n. Mensen zullen daarom altijd <strong>op</strong> zoek moeten gaan naar die vorm van religie<br />

die past bij hun tijd en cultuur. Dat betekent niet dat ze hun religie moeten aanpassen aan <strong>de</strong><br />

nieuwe omstandighe<strong>de</strong>n, maar dat ze moeten proberen (elementen van) hun religie te betrekken <strong>op</strong><br />

(elementen van) <strong>de</strong> samenleving.<br />

Dat religie geen statisch gegeven is,<br />

werd heel dui<strong>de</strong>lijk tussen circa 700 en<br />

200 voor Christus, <strong>de</strong> tijd die door<br />

historici wel spiltijdperk wordt genoemd,<br />

omdat hij een spil vorm<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

spirituele ontwikkeling van <strong>de</strong> mensheid.<br />

De mensen slaag<strong>de</strong>n er in een overschot<br />

aan landbouwproducten te creëren en te<br />

verhan<strong>de</strong>len. Hierdoor verbreed<strong>de</strong>n ze<br />

hun horizon en kwamen in contact met<br />

an<strong>de</strong>re culten dan die van hun eigen<br />

clantraditie. Ze begonnen afstand te<br />

nemen van <strong>de</strong> stammentaliteit waarin <strong>de</strong><br />

groep werd verkozen boven het individu.<br />

In <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n ontwikkel<strong>de</strong> zich <strong>de</strong><br />

individualiteit. In toenemen<strong>de</strong> mate<br />

begonnen ze ook hun natuurreligie te<br />

verlaten en een universele<br />

transcen<strong>de</strong>ntie te aanbid<strong>de</strong>n. Omdat ze<br />

meer vrije tijd had<strong>de</strong>n dan hun<br />

voorou<strong>de</strong>rs, waren ze in staat een rijker<br />

innerlijk leven te ontwikkelen. Ze gingen<br />

naar een spiritualiteit verlangen die niet geheel afhankelijk is van uiterlijke vormen. De meest<br />

fijngevoeligen on<strong>de</strong>r hen wer<strong>de</strong>n gehin<strong>de</strong>rd door het maatschappelijk onrecht dat ingebakken leek<br />

in <strong>de</strong> landbouwgemeenschap, omdat ze afhankelijk was van het werk van boeren die nooit <strong>de</strong> kans<br />

had<strong>de</strong>n te profiteren van <strong>de</strong> hoge beschaving. Profeten en hervormers <strong>de</strong><strong>de</strong>n hun intre<strong>de</strong>. Deze<br />

hamer<strong>de</strong>n er <strong>op</strong> dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>ugd van me<strong>de</strong>leven essentieel is voor een spiritueel leven. Dit hield in:<br />

bereid zijn <strong>de</strong> heiligheid in elk menselijk wezen te zien en zorg te dragen voor <strong>de</strong> kwetsbaren in <strong>de</strong><br />

samenleving. Dat werd het kenmerk van <strong>de</strong> ware vroomheid. Op <strong>de</strong>ze wijze ontston<strong>de</strong>n in het<br />

spiltijdperk <strong>de</strong> grote religies: het boeddhisme en hindoeïsme in India, het confucianisme en taoïsme<br />

in het Verre Oosten en het monotheïsme in het Mid<strong>de</strong>n-Oosten. ‘Ondanks hun grote verschillen<br />

had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze religies van het spiltijdperk veel gemeen. Ze bouw<strong>de</strong>n alle voort <strong>op</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> tradities<br />

om een i<strong>de</strong>e van één enkele universele transcen<strong>de</strong>ntie te ontwikkelen. Ze cultiveer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> innerlijke<br />

spiritualiteit en leg<strong>de</strong>n nadruk <strong>op</strong> het me<strong>de</strong>leven van alledag. In elke religie zien we dat <strong>de</strong> wijze en<br />

inhoud van geloven telkens wordt herschapen, dat nieuwe woor<strong>de</strong>n groeien en ou<strong>de</strong> afsterven, en


dat er geen blijven<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstroom is van hetzelf<strong>de</strong><br />

religieuze gevoel of zelfs <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> religieuze taal.<br />

Veran<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> tijd of <strong>de</strong> context waarin mensen leven, dan<br />

veran<strong>de</strong>ren ook hun behoeften en ervaringen en daarmee<br />

hun geloofsvoorstellingen, rituelen, fundamentele<br />

inzichten, morele <strong>op</strong>vattingen, symbolen en praktijken.<br />

Nieuwe lossen ou<strong>de</strong> af, restanten van ou<strong>de</strong> ‘blijven bestaan<br />

of lei<strong>de</strong>n een kwijnend leven, om dan <strong>op</strong>eens weer over<br />

nieuwe vitaliteit te beschikken, nog weer an<strong>de</strong>re<br />

verdampen om nooit meer terug te keren, enzovoorts.<br />

Wat <strong>de</strong> mens over God zegt, komt niet voort uit zijn<br />

weten, maar uit zijn geloof. Dit geloof heeft veel weg van<br />

een vermoe<strong>de</strong>n, een riskant waagstuk, of uitein<strong>de</strong>lijk van<br />

een aanvaar<strong>de</strong>n uit vriendschap, lief<strong>de</strong> en toewijding. Het<br />

is altijd door twijfel bedreigd en van aanvechting<br />

omgeven. De zekerheid ervan is geen garantie van het<br />

geloof in zichzelf, maar berust <strong>op</strong> vertrouwen.<br />

In archaïsche tij<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n mensen een mythische <strong>werkelijkheidservaring</strong> en –interpretatie. Vanaf<br />

ongeveer <strong>de</strong> zes<strong>de</strong> eeuw voor Christus veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze in een metafysische. In <strong>de</strong> daar<strong>op</strong> volgen<strong>de</strong><br />

eeuwen en vooral vanaf <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw vier<strong>de</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong> - die mens, wereld en God doorzichtig<br />

meen<strong>de</strong> te kunnen maken - meer en meer haar triomfen. Het resultaat hiervan was dat vanaf <strong>de</strong><br />

achttien<strong>de</strong> eeuw een niet-metafysische, veelal wetenschappelijk-positivistische<br />

<strong>werkelijkheidservaring</strong> en –interpretatie in West-Eur<strong>op</strong>a dominant werd. De historische, menselijke,<br />

eindige wereld werd <strong>de</strong> horizon van <strong>de</strong> menselijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheid en bestemming. Het<br />

positief ervaren van religie en het collectief aan God doen wer<strong>de</strong>n steeds min<strong>de</strong>r vanzelfsprekend.<br />

Mens en wereld kwamen van God los, <strong>de</strong> geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> religie, het christendom,<br />

marginaliseer<strong>de</strong> en geloven werd een bijzon<strong>de</strong>re mening er <strong>op</strong> na hou<strong>de</strong>n. Het mo<strong>de</strong>rne<br />

materialisme <strong>de</strong>ed zijn intre<strong>de</strong>. Dit beteken<strong>de</strong> voor God, het god<strong>de</strong>lijke en religie niet het ein<strong>de</strong>. In<br />

het na<strong>de</strong>nken over zichzelf en <strong>de</strong> wereld, over lief<strong>de</strong> en haat, over leven en dood, in het zoeken<br />

naar zin, in het verlangen om te ontsnappen aan <strong>de</strong> gevangenis van het alledaagse en in het streven<br />

naar het absolute bleef <strong>de</strong> mens stuiten <strong>op</strong> <strong>de</strong> vraag naar het god<strong>de</strong>lijke, <strong>de</strong> vraag van het<br />

onherleidbare mysterie van een transcen<strong>de</strong>ntie ten aanzien van <strong>de</strong> natuur en <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. In<br />

onze tijd, waarin vrijwel ie<strong>de</strong>reen vertrouwd is met <strong>de</strong> rationalistische <strong>de</strong>nkwijzen van het<br />

materialisme, lijkt <strong>de</strong> verdrongen mythische <strong>werkelijkheidservaring</strong> en –interpretatie in een an<strong>de</strong>re<br />

vorm terug te keren en haar plaats <strong>op</strong> te eisen naast nog altijd bestaan<strong>de</strong> metafysische,<br />

wetenschappelijk-positivistische en an<strong>de</strong>re <strong>werkelijkheidservaring</strong>en en -interpretaties. <strong>Religie</strong> gaat<br />

niet meer vooraf aan <strong>de</strong> menselijke <strong>werkelijkheidservaring</strong>, maar <strong>volgt</strong> er<strong>op</strong>.<br />

© L. <strong>de</strong>n Besten<br />

Lezing gehou<strong>de</strong>n te Utrecht <strong>op</strong> 12 mei 2008 (twee<strong>de</strong> pinksterdag) in<br />

het ka<strong>de</strong>r van het ‘Feest van <strong>de</strong> Geest’.<br />

Feest van <strong>de</strong> Geest was een samenwerking tussen <strong>de</strong><br />

bewoners <strong>op</strong> en rondom het Domplein:<br />

Architectuurcentrum Aorta, Debatcentrum Tumult,<br />

Universiteit Utrecht, Citypastoraat Domkerk,<br />

Horeca Domplein, Initiatief Domplein, Instituto<br />

Cervantes, JOP en EUG, Kosm<strong>op</strong>olis Utrecht,<br />

Utrechts Centrum voor <strong>de</strong> Kunsten, Utrechtse<br />

Klokkenspel Vereniging, Utrechts Klokkenlui<strong>de</strong>rs<br />

Gil<strong>de</strong>, UTR, Vre<strong>de</strong> van Utrecht, VVV/Rondom en<br />

IKON, Dominicaans Studiecentrum voor Theologie<br />

en Samenleving, Stichting Zinweb.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!