Publicatie downloaden - PON

Publicatie downloaden - PON Publicatie downloaden - PON

04.09.2013 Views

Doorzetten Thuis ben ik gewoon doorgegaan met werken aan mezelf. Ik ben als een gek gaan sporten. Niet om een ‘kastje’ te kweken, maar om alles opnieuw aan te leren. Ik deed veel aan medische fi tness en ging drie keer per week naar de sportschool. Mijn ouders zijn daarbij heel belangrijk geweest. Dank zij hen ben ik zo ver gekomen. Vooral door mijn vader, die hamerde er steeds maar op dat ik dingen zelf moest doen. Hij stond niet steeds klaar om iets over te nemen, maar prikkelde me de hele tijd. Eigenlijk drilde hij me nog een beetje, zoals een militair. Maar het werkte perfect voor mij. Als ik dan wel eens zei: ‘Dat lukt me niet’ of ‘Dat kan ik niet’, dan zei ons pa ‘Kijk eens op je buik, daar staat niet voor niets het woord Doorzettingsvermogen’ en dan ging ik weer door. Dan dacht ik, ik kan het wèl en kreeg het toch voor elkaar. Mijn vader helpt me echt fantastisch. Als ik me iets niet meer herinner, stelt hij een vraag waardoor ik weer dieper kan graven en toch weer iets naar boven krijg. Hij zegt niets voor, maar weet me te prikkelen om verder in mijn hoofd te zoeken en dat werkt. Mijn moeder wil het nog wel eens helemaal voor mij invullen. Ze doet dat uit liefde, geen enkel misverstand daarover, maar mijn vader zet mijn hersens meer aan het werk. Dat is heel goed. Olifant Na bijna twee jaar belden ze van Gemini op met de vraag of ik al tevreden was met mezelf. Gemini is een grote zorginstelling uit Midden-Brabant. Ik gaf ze antwoord met een tegenvraag: ‘Kan een olifant een kilometer onder water duiken?’ Nee natuurlijk niet, was het antwoord. En dat was precies wat ik voelde bij hun vraag. Natuurlijk was ik niet tevreden met mezelf. Waarop ze zeiden dat als ik nog verder wilde komen met revalideren, dat ik dan mee kon doen in een nieuw project van de Koordeleij, een speciale woonvorm voor gehandicapten, naast het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Ik kon daar zelfstandigheidstraining krijgen. Dat was precies wat ik wilde. Ik zei ‘Schrijf me maar meteen in’. En op de vraag wanneer ik er naar toe wilde, was mijn antwoord: ‘Gisteren’. Ik had al ja gezegd voordat ik ook maar was gaan kijken. Ik wilde gewoon vooruit en als iemand me het gevoel gaf dat iets nieuws mogelijk was, dan ging ik daar zonder verder bij na te denken op in. Stappen Het was thuis ook anders dan vóór mijn ongeluk. Ik was altijd vol energie geweest. Ik was degene die iedereen optrommelde om dingen te gaan doen. Dan belde ik mensen op en zei ‘Ga je mee vanavond, we gaan stappen’. En als iemand het dan waagde om te zeggen: ‘Ik heb geen zin’ of ‘Ik voel me niet goed’, dan zei ik: ‘Niet zeiken, we gaan gewoon’. En ook al probeerden ze eronder uit te komen, aan het eind van het liedje gingen ze toch mee. Ik moet zeggen dat het dan meestal ook een mooie avond werd. Bob van Stratum: Willen = Kunnen 15

Onze Luc nam ik ook mee op sleeptouw. Want die zat vaak alleen op zijn kamer boven te computeren en tv te kijken. Na het ongeluk draaide thuis nog meer dan ooit alles om mij. Voor ons pa en ons moeder was ik de koning. Voor Luc moet dat vervelend zijn geweest. In zijn ogen werd ik erg verwend. Tussen hem en mij is het ook anders geworden. Hij gaat zijn eigen weg, ik kan moeilijk hoogte van hem krijgen. Ik zou willen dat hij gewoon een keer tegen mij ging praten, ging janken voor mijn part, dan weet ik ook waar ik aan moet werken. Maar ik ken hem nu alleen van een oppervlakkige begroeting: ’Hé, Luc’, ‘Goeiemorgen’ of ‘Welterusten’ en meer conversatie heb ik niet met hem. Ik weet niet hoe dat komt. Terwijl ik hem altijd beschermde. Echt in de problemen kwam hij nooit, maar als iemand ruzie met hem maakte, dan sprong ik er bovenop. Ik vind dat wel een beetje jammer. Maar ik moet zeggen, laatst kwam hij ook in zijn eentje op bezoek. Dus misschien trekt het wel bij. In de Koordeleij heb ik eigenlijk niet lang gezeten. Op zich was het er wel goed. Ik had een grote kamer voor mezelf, maar het ademde heel erg de sfeer van een ziekenhuis uit. Een lange gang, waar de kamers van de bewoners op uit komen. Eigenlijk had ik alleen een slaapkamer. Toch was ik blij dat ik weer op mezelf woonde. En zoals bij me past, heb ik de tijd optimaal benut. Drie keer per week therapie, medische fi tness, sportschool. Ik heb het echt allemaal aan mezelf te danken gehad. Een keer per week ging ik terug naar Scania in Tilburg, waar ik vóór de mariniersopleiding werkte. Als het mooi weer was, ging ik er op mijn driewielige ligfi ets naar toe, in het begin met een begeleider van Gemini ernaast, later ook een keer alleen. Wat ik deed was vrijwilligerswerk: facturen opmaken en sorteren, kopieerwerk, dat soort dingen. De mensen zijn verschrikkelijk aardig en geven me het gevoel dat ik er nog steeds bij hoor. Het is natuurlijk wel anders. In de garage zelf kom ik niet meer, ik doe mijn werkschoenen ook nooit meer aan. Ik zou er wel naar binnen mogen, maar ik weet dat het beter is om het niet te doen. Want als ik weer boven een motorblok zou hangen, dan zou ik mezelf alleen maar geil maken op iets waar ik toch niet aan kan komen. En dan ben ik nog verder van huis. Ik heb, met vallen en opstaan, geleerd om alleen die dingen op te pakken waar ik wat mee kan. Het is hetzelfde als iemand die zich elke dag lekker zit te maken met foto’s van een Ferrari Lamborghini. Dat is wel cool, maar je kan hem toch niet kopen. Ik bescherm mezelf dus in die dingen. Toch voelde ik me nog steeds thuis tussen de mannen van Scania. Ik ken ze natuurlijk allemaal nog. Het was in ieder geval beter dan de dagbesteding die ik eerst deed. Dan zat je zo’n beetje de hele dag tussen de ‘halven’, 16 Een nieuw leven

Doorzetten<br />

Thuis ben ik gewoon doorgegaan met werken aan mezelf. Ik ben als een gek<br />

gaan sporten. Niet om een ‘kastje’ te kweken, maar om alles opnieuw aan te<br />

leren. Ik deed veel aan medische fi tness en ging drie keer per week naar de<br />

sportschool. Mijn ouders zijn daarbij heel belangrijk geweest. Dank zij hen<br />

ben ik zo ver gekomen. Vooral door mijn vader, die hamerde er steeds maar<br />

op dat ik dingen zelf moest doen. Hij stond niet steeds klaar om iets over<br />

te nemen, maar prikkelde me de hele tijd. Eigenlijk drilde hij me nog een<br />

beetje, zoals een militair. Maar het werkte perfect voor mij. Als ik dan wel<br />

eens zei: ‘Dat lukt me niet’ of ‘Dat kan ik niet’, dan zei ons pa ‘Kijk eens op<br />

je buik, daar staat niet voor niets het woord Doorzettingsvermogen’ en dan<br />

ging ik weer door. Dan dacht ik, ik kan het wèl en kreeg het toch voor elkaar.<br />

Mijn vader helpt me echt fantastisch. Als ik me iets niet meer herinner, stelt<br />

hij een vraag waardoor ik weer dieper kan graven en toch weer iets naar<br />

boven krijg. Hij zegt niets voor, maar weet me te prikkelen om verder in mijn<br />

hoofd te zoeken en dat werkt. Mijn moeder wil het nog wel eens helemaal<br />

voor mij invullen. Ze doet dat uit liefde, geen enkel misverstand daarover,<br />

maar mijn vader zet mijn hersens meer aan het werk. Dat is heel goed.<br />

Olifant<br />

Na bijna twee jaar belden ze van Gemini op met de vraag of ik al tevreden<br />

was met mezelf. Gemini is een grote zorginstelling uit Midden-Brabant. Ik<br />

gaf ze antwoord met een tegenvraag: ‘Kan een olifant een kilometer onder<br />

water duiken?’ Nee natuurlijk niet, was het antwoord. En dat was precies wat<br />

ik voelde bij hun vraag. Natuurlijk was ik niet tevreden met mezelf. Waarop<br />

ze zeiden dat als ik nog verder wilde komen met revalideren, dat ik dan mee<br />

kon doen in een nieuw project van de Koordeleij, een speciale woonvorm<br />

voor gehandicapten, naast het St. Elisabeth ziekenhuis in Tilburg. Ik kon daar<br />

zelfstandigheidstraining krijgen. Dat was precies wat ik wilde. Ik zei ‘Schrijf<br />

me maar meteen in’. En op de vraag wanneer ik er naar toe wilde, was mijn<br />

antwoord: ‘Gisteren’. Ik had al ja gezegd voordat ik ook maar was gaan<br />

kijken. Ik wilde gewoon vooruit en als iemand me het gevoel gaf dat iets<br />

nieuws mogelijk was, dan ging ik daar zonder verder bij na te denken op in.<br />

Stappen<br />

Het was thuis ook anders dan vóór mijn ongeluk. Ik was altijd vol energie<br />

geweest. Ik was degene die iedereen optrommelde om dingen te gaan<br />

doen. Dan belde ik mensen op en zei ‘Ga je mee vanavond, we gaan<br />

stappen’. En als iemand het dan waagde om te zeggen: ‘Ik heb geen zin’ of<br />

‘Ik voel me niet goed’, dan zei ik: ‘Niet zeiken, we gaan gewoon’. En ook al<br />

probeerden ze eronder uit te komen, aan het eind van het liedje gingen ze<br />

toch mee. Ik moet zeggen dat het dan meestal ook een mooie avond werd.<br />

Bob van Stratum: Willen = Kunnen<br />

15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!