04.09.2013 Views

Waterplan Amsterdam Zuidoost - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

Waterplan Amsterdam Zuidoost - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

Waterplan Amsterdam Zuidoost - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

Leven met water in <strong>Zuidoost</strong>


Colofon<br />

Het <strong>Waterplan</strong> is een samenwerking van Waternet en <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

met bijdragen van Tauw en van ‘t Spijker Consultancy


<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

3


aasperplas


Voorwoord<br />

wordt geschreven na vaststelling in de raad<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

5


Rietkraag oostoever Gaasperplas


Inhoud<br />

Voorwoord ...............................................................................................................................5<br />

1 Inleiding ................................................................................................................. .13<br />

2 Vertaling duurzaam watersysteem <strong>Zuidoost</strong> ......................................................... 15<br />

3 <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

3.1 Geschiedenis ......................................................................................................... 23<br />

3.2 Waterkwantiteit ....................................................................................................... 27<br />

3.3 Grondwater ............................................................................................................ 35<br />

3.4 Waterkwaliteit ......................................................................................................... 41<br />

3.5 Veiligheid ................................................................................................................ 47<br />

3.6 Beleving ................................................................................................................. 49<br />

3.7 Beheer .................................................................................................................... 59<br />

3.8 Conclusies...............................................................................................................62<br />

4 Opgave en Maatregelen<br />

4.1 Opgave ................................................................................................................... 69<br />

4.2 Uitvoeringsprogramma ........................................................................................... 71<br />

5 Participatie en communicatie<br />

5.1 Participatie...............................................................................................................77<br />

5.2 Communicatie en bewustwording over water..........................................................79<br />

Bijlagen<br />

1. Maatregelen..................................................................................................................... 83<br />

2. Beleidskader................................................................................................................... 97<br />

3. Achtergrondinformatie<br />

Grondwater in <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>...........................................................103<br />

Veiligheid: inundatiemodellen.....................................................................106<br />

Beleving en ruimtelijke kwaliteit..................................................................108<br />

Beheer.........................................................................................................111<br />

4. Kaart watercompensatie Gaasperdammerweg.............................................................115<br />

5. Bronnen.........................................................................................................................117<br />

Intermezzo’s participatie<br />

Bewonersadvies: succesfactoren..............................................................................8<br />

Bewonersadvies Bullewijkpolder............................................................................. 18<br />

Bewonersadvies Bijlmerpolder.................................................................................64<br />

Bewonersadvies Polder Zuid Bijlmer.......................................................................72<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

7


Bewonersadvies<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Succesfactoren<br />

Hoe kan water in de dagelijkse leefomgeving meer waarde krijgen? De reacties<br />

op de sfeerpanelen tonen aan dat bewoners voor water veel mogelijkheden zien.<br />

Het pallet is breed en omvat naast romantische natuurlijke oplossingen ook sport<br />

en spel, en spannende stedelijke oplossingen.<br />

Gebrainstormd is aan de hand van drie elkaar deels overlappende thema’s:<br />

1. de inpassing van waterberging in de openbare ruimte,<br />

2. de combinatie van water en groen in bijvoorbeeld (postzegel)parkjes,<br />

3. de kansen voor het creëren van ontmoetingsplekken.<br />

De thema’s gaven ruimte om de verschillende waarden van water in de openbare<br />

ruimte te combineren. Dit is belangrijk omdat we in stedelijke gebieden te maken<br />

hebben (en kampen) met een beperkte openbare ruimte. Doordat er tussen functies<br />

wisselwerking ontstaat, is het combineren van waarden zelfs waardeverhogend.<br />

Waarden van water zijn:<br />

• Intrinsieke waarde: in zichzelf waardevol zijn, denk aan plekken met<br />

natuurwaarde.<br />

• Inherente waarde: waardevol zijn voor een<br />

individu of een groep, denk aan plekken voor<br />

ontspanning.<br />

• Extrinsieke waarde: waardevol zijn voor het stimuleren van bepaald gedrag,<br />

denk aan ontmoetingsplekken.<br />

Tijdens de brainstormsessies zijn samengevat de volgende succesfactoren<br />

benoemd:<br />

1. De oplossingen voor waterberging moeten passen bij het karakter (de<br />

identiteit) van de betreffende polder: Bullewijkpolder, Bijlmerpolder of Zuid<br />

Bijlmerpolder. Daarbij spelen de soort en de hoeveelheid beschikbare ruimte<br />

op een specifieke locatie natuurlijk ook een rol.<br />

2. Een waterplek wint aan waarde als plek voor ontspanning, als deze plek goed<br />

bereikbaar is en op een route ligt. Ook de combinatie met ontmoetingsplekken<br />

- denk aan horeca, speelplaatsen en andere activiteiten - is cruciaal.<br />

3. Als water in belangrijke mate de sfeer van een plek bepaalt, neemt het<br />

ontspannende karakter van de waterplek toe. Factoren daarbij zijn of het<br />

water stroomt, golft, stilstaat, spettert of ruist en ook de mogelijkheid om het<br />

water te gebruiken: op de rand zitten, pierenbad, bootje baden, vissen.<br />

Aanbevelingen vanuit participatie


<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


4. Voor het ontmoetingsaspect vond men de natuurlijke of stedelijke<br />

schoonheid van de omgeving belangrijk, naast de inrichting: comfort,<br />

materiaal, kleurgebruik, geur, geluid.<br />

5. Bij ontmoeting hoort het ‘promenade effect’: kijken en bekeken worden.<br />

Denk aan water op knooppunten van verkeersroutes (fiets, auto, wandel),<br />

bij stations en bushaltes, in winkelstraten, bij speeltuinen, op sportlocaties<br />

en langs routes.<br />

6. De interactie tussen water en omgeving kan op verschillende manieren<br />

worden ingezet:<br />

• waterplek sluit aan op omgeving: drukte+drukte, of rust+rust.<br />

• waterplek contrasteert met omgeving: rust -v- drukte.<br />

Advies per polder<br />

Water in de openbare ruimte (zoals een waterberging) krijgt waarde als ze<br />

gerelateerd is aan de omgeving. Dat is allereerst de identiteit van de polder waar<br />

de waterplek deel van uitmaakt. Vervolgens moet deze identiteit gerelateerd<br />

wordenaandespecifiekedoelgroepen,voorzieningenenactiviteiten.Ennatuurlijk<br />

de specifieke locatie van de waterplek. De meerwaarde van deze aanpak is de<br />

combinatie van gebiedsidentiteit enerzijds en doelgroepen + voorzieningen /<br />

activiteiten anderzijds.<br />

Aanbevelingen vanuit participatie


Vlonder over het water - natuuurvijver Bijlmerpark<br />

12<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Hoofdstuk 1<br />

Inleiding<br />

In de aard en omvang van de nationale waterproblematiek doen zich structurele veranderingen<br />

voor. Klimaatveranderingen, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking maken een nieuwe<br />

gemeenschappelijke aanpak in het waterbeleid noodzakelijk. De resultaten van die samenwerking<br />

en van voortschrijdende kennis en inzicht zijn neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water.<br />

Met dit waterplan geven <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> en het waterschap AGV invulling aan het Nationaal<br />

Bestuursakkoord Water. Het waterplan gaat door waar de reguliere taken van het stadsdeel en het<br />

waterschap ophouden en waar deze twee organisaties elkaar aanvullen en kunnen versterken.<br />

Het waterplan slaat een brug tussen de reguliere plannen en taken zoals beschreven in het<br />

Programma Groen & Blauw van het stadsdeel en het Watergebiedsplan van het waterschap.<br />

De centrale vraag in het rapport is dan ook hoe het huidige watersysteem in <strong>Zuidoost</strong> ervoor staat,<br />

en welke opgave er in het kader van een duurzaam watersysteem ligt.<br />

Het doel is om voor de komende 40 jaar richting te geven en de eerste maatregelen te nemen om<br />

te komen tot een duurzame waterhuishouding die samengaat met de ruimtelijke ontwikkelingen in<br />

het stadsdeel. Hierdoor versterkt de aanwezigheid van water de identiteit van <strong>Zuidoost</strong> en biedt<br />

het bewoners mogelijkheden voor recreatie en beleving.<br />

In hoofdstuk 2 wordt de richting uitgewerkt. De staat van het huidige watersysteem wordt<br />

behandeld in hoofdstuk 3. Opgave en maatregelen staan beschreven in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5<br />

gaat in op het participatieproces, wat voor het waterplan doorlopen is. Door het rapport heen is de<br />

inbreng van bewoners verwoord in intermezzo’s.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

13


A<br />

Duivendrechtse<br />

Polder<br />

OUDERKERK<br />

A/D AMSTEL<br />

Bullewijk<br />

aternet, <strong>Amsterdam</strong><br />

enst voor het kadaster en de openbare registers, Apeldoorn<br />

aring<br />

Gemaal<br />

14<br />

A<br />

A<br />

A<br />

DUIVENDRECHT<br />

Polder<br />

De Toekomst<br />

A<br />

Ouderkerker-<br />

Plas<br />

Watergraafsmeerpolder<br />

Venserpolder<br />

Holendrechter en<br />

Bullewijker Polder<br />

A<br />

Polder de<br />

Nieuwe Bullewijk<br />

Holendrecht<br />

Winkel<br />

Nieuwe<br />

diep<br />

AMSTERDAM-<br />

ZUIDOOST<br />

A<br />

Abcoudermeer<br />

A<br />

Diemerpolder<br />

Polder Bijlmer<br />

ABCOUDE<br />

Angstel<br />

Plangebied<br />

A<br />

Gaasper Plas<br />

Polder Zuid Bijlmer<br />

A<br />

A A<br />

Broekzijdse Polder<br />

Overdiemerpolder<br />

A<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal<br />

A<br />

Gemeenschapspolder<br />

west<br />

Gein-<br />

en<br />

Gaasperpolder<br />

Gein<br />

Driemond<br />

0 500 1.000 1.500


Hoofdstuk 2<br />

Vertaling duurzaam<br />

watersysteem <strong>Zuidoost</strong><br />

Deze vertaling geeft aan op grond van<br />

bestaande knelpunten en wensen hoe we het<br />

water in <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> er uit willen laten<br />

zien in 2040. Het sluit aan op de termijn van<br />

de Structuurvisie <strong>Amsterdam</strong> en zodoende<br />

het bestaande en voorgenomen beleid<br />

zoals de landelijke, provinciale en regionale<br />

plannen. Vanuit het waterschap vormde het<br />

Watergebiedsplan Bijlmerring het vertrekpunt<br />

van deze vertaling, vanuit het <strong>Stadsdeel</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> waren dat de ambities en<br />

de opgaven vanuit het programma Groen &<br />

Blauw.<br />

Een duurzaam watersysteem in <strong>Zuidoost</strong><br />

betekent dat een systeem voor een groot deel<br />

zelfvoorziend is: onafhankelijk van kunstmatige<br />

ingrepen om de functies te faciliteren of de<br />

veiligheid te waarborgen. Door op termijn al<br />

het water binnen de polder vast te houden<br />

wordt het watersysteem van <strong>Zuidoost</strong>, en in<br />

groter perspectief de Bijlmerring, onafhankelijk<br />

van aan- en afvoersystemen die buiten zijn<br />

invloedsgebied liggen. Techniek is vooralsnog<br />

nodig om water te beheersen, maar techniek<br />

zal steeds meer een rol krijgen die <strong>Zuidoost</strong><br />

helpt zijn leefomgeving aan te passen om<br />

met het water mee te kunnen bewegen. Het<br />

menselijk ingrijpen wordt tot een minimum<br />

beperkt om de functies te kunnen faciliteren.<br />

De maatregelen die nodig zijn om een doel<br />

te bereiken, kunnen ook andere doelen<br />

versterken. De mate van duurzaamheid die per<br />

doel haalbaar blijkt, kan verschillen. De aanpak<br />

naar de geformuleerde doelen bestaat uit<br />

fases en varianten, hierdoor wordt toegewerkt<br />

naar een nieuwe manier van leven met water.<br />

Door de concrete maatregelen en structurele<br />

ingrepen in het watersysteem en de fysieke<br />

ruimte, genoemd in dit waterplan te koppelen<br />

aan toekomstige stedelijke ontwikkelingen<br />

kan er gezamenlijk worden gewerkt aan een<br />

<strong>Zuidoost</strong> dat leeft met water!<br />

Vertaling duurzaam watersysteem <strong>Zuidoost</strong><br />

De waterketen en het watersysteem zijn met<br />

elkaar verbonden; de oppervlaktewater-,<br />

grondwater-, regenwater- en<br />

afvalwatersystemen staan niet los van elkaar.<br />

Deze systemen zijn weer ingebed in de<br />

openbare ruimte waardoor ingrepen in het<br />

ene element het andere beïnvloeden. De<br />

bijbehorende ‘speerpunten’ die als kapstok<br />

voor deze vertaling op water in 2040 dienen<br />

zijn:<br />

• <strong>Zuidoost</strong> binnen een waterneutrale<br />

Bijlmerring<br />

• Een natuurlijk grondwaterregime<br />

• Een goede waterkwaliteit<br />

• Een veilige polder<br />

• Beleefbaar water<br />

<strong>Zuidoost</strong> binnen een waterneutrale<br />

Bijlmerring<br />

Het watersysteem van <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

kan alleen maar in het grotere perspectief<br />

van de Bijlmerring worden gezien. Het door<br />

boezemwater omsloten gebied van de<br />

Bijlmerring heeft robuuste watersystemen die<br />

klimaatbestendig zijn, veilig zijn tegen inundatie<br />

en geen overlast veroorzaken door (grond)<br />

watertekort en –overlast. Leidraad zijn de<br />

waterbeheer 21 e eeuw tritsen; waterkwantiteit<br />

‘vasthouden – bergen – afvoeren’ en<br />

waterkwaliteit ‘voorkomen – scheiden –<br />

zuiveren’. De Bijlmerring voldoet aan de NBWnormen.<br />

De toename van verhard oppervlak als gevolg<br />

van ruimtelijke ingrepen is gecompenseerd<br />

om de waterhuishoudkundige situatie niet<br />

te verslechteren. Hiervoor is per polder een<br />

watercompensatiebank opgesteld en wordt<br />

de benodigde compensatie voor ruimtelijke<br />

ontwikkelingen bijgehouden. Hiermee<br />

voorkomen de waterbeheerder en de<br />

ruimtelijk ordenaar dat er per ruimtelijk project<br />

(postzegel) watercompensatie moet worden<br />

15


gevonden. Voor de watercompensatiebank en<br />

alternatieve vormen van waterberging is het<br />

uitgangspunt dat ‘het watersysteem op orde is’,<br />

de huidige en toekomstige waterbestendigheid<br />

van de watersystemen zijn vastgelegd. Het<br />

watertoetsproces bij ruimtelijke ontwikkelingen<br />

is het hulpmiddel waardoor water als ordenend<br />

principe wordt meegenomen in een vroegtijdig<br />

stadium. Binnen <strong>Zuidoost</strong> wordt het regenwater<br />

zoveel mogelijk vastgehouden op de locatie<br />

waar het valt, waardoor de afvoer naar<br />

oppervlaktewater vertraagd plaatsvindt en het<br />

water deels hergebruikt kan worden.<br />

Volledig waterneutraal betekent dat er geen<br />

water in- en uitgelaten wordt. Al het water dat<br />

de polder inkomt wordt opgespaard om te<br />

kunnen benutten in tijden dat het noodzakelijk<br />

is. De consequentie hiervan is dat er meer<br />

oppervlaktewater moet worden voorzien<br />

in de komende dertig jaar, en dat er meer<br />

peilfluctuatie moet kunnen plaatsvinden in de<br />

polder. Het water is beter verdeeld binnen de<br />

Bijlmerring. Het volledig waterneutraal maken<br />

van <strong>Zuidoost</strong> binnen de Bijlmerring is binnen<br />

de planperiode niet haalbaar. Het is een<br />

streefbeeld waar naartoe eerste stappen zijn<br />

gezet.<br />

Hiertoe zijn de consequenties van<br />

waterneutraal voor de overige leefaspecten<br />

uitgekristalliseerd en zijn besluiten genomen<br />

welke consequenties op welk moment<br />

gedragen kunnen worden. Gefaseerd zijn<br />

eerste aanpassingen richting waterneutraal<br />

gedaan, er is een keuze gemaakt voor<br />

aangepast bouwen en anders omgaan met<br />

de openbare ruimte en het groen. Tijdelijk<br />

wordt tijdelijk gewerkt met een aangepast<br />

maalregime.<br />

Het watersysteem verregaand waterneutraal<br />

maken, betekent ook het klimaatbestendig<br />

maken. Daarom is piekberging gerealiseerd,<br />

waardoor het watersysteem gelijkmatiger<br />

wordt belast, de doorstroomcapaciteit is<br />

gewaarborgd en er wordt minder water naar<br />

het boezemwater gepompt, waardoor de<br />

peilstijging daarin beperkt blijft. Door de gehele<br />

Bijlmerring zo waterneutraal mogelijk te maken,<br />

wordt het boezemsysteem ontlast en verbetert<br />

de kwaliteit van het water.<br />

16<br />

Natuurlijk grondwaterregime<br />

Water in de grond is een natuurlijk verschijnsel<br />

dat we zoveel mogelijk op een natuurlijke wijze<br />

willen laten functioneren. Het grondwater is<br />

een integraal onderdeel van het watersysteem<br />

geworden. Schade en overlast worden<br />

zoveel mogelijk voorkomen en door heldere<br />

communicatie is er bewustzijn en acceptatie<br />

van de hoge grondwaterstanden in <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong> bij bewoners aanwezig.<br />

Door in het planproces van ruimtelijke<br />

ontwikkelingen in het stedelijk gebied rekening<br />

te houden met grondwater, worden nieuwe<br />

grondwaterproblemen in de toekomst zo veel<br />

mogelijk voorkomen en worden kansen op<br />

verbetering van de (grond)waterhuishouding<br />

benut. Het grondgebruik en het grondwater zijn<br />

daardoor optimaal op elkaar afgestemd.<br />

Voor gebieden waar nu grondwateroverlast<br />

optreedt door verticale kwel, zijn oplossingen<br />

onderzocht en adequate maatregelen<br />

genomen om de invloed daarvan te<br />

verminderen.<br />

Het protocol bouwrijp-maken wordt gehanteerd<br />

waarbij op basis van alle relevante gegevens<br />

een goede afweging gemaakt kan worden<br />

tussen de verschillende mogelijke maatregelen<br />

om grondwaterproblemen tegen te gaan. Er<br />

wordt grondwaterneutraal gebouwd.<br />

Rekening wordt gehouden met de<br />

oppervlaktewaterkwaliteit en mogelijke<br />

verdroging in een wijder gebied dan <strong>Zuidoost</strong><br />

of de Bijlmerring bij het ingrijpen op het gebied<br />

van grondwater.<br />

Voor de polders worden de grondwaterstanden<br />

gemonitoord en bewaakt. Er is een maximale<br />

en een minimale grondwaterstand vastgelegd,<br />

waartussen de grondwaterstand mag<br />

fluctueren.<br />

Goede waterkwaliteit<br />

Aan de KRW-doelstellingen wordt voldaan voor<br />

de betreffende waterlichamen. Voor de overige<br />

watersystemen zijn ecologische doelstellingen<br />

vastgesteld op een wijze die lijkt op de KRWrichtlijnen<br />

en op basis van de resultaten van de<br />

ecologische- en waterkwaliteitsmonitoringen.<br />

Pareltjes, ecologisch zeer waardevolle<br />

gebieden, zijn benoemd en verder ontwikkeld.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Het watersysteem is ecologisch gezond<br />

en faciliteert de gewenste vormen van<br />

waterrecreatie.<br />

Schoon water blijft schoon en wordt zoveel<br />

mogelijk vastgehouden. Bij afvoeren van<br />

water geldt dat water stroomt van schoon naar<br />

belast. Bij de Gaasperplas is dit principe al<br />

toegepast om de ecologische kwaliteit te laten<br />

voldoen aan de doelstellingen.<br />

Het beheer is afgestemd op de gewenste<br />

waterkwaliteit en ecosysteem. Hierdoor<br />

verschuift het zwaartepunt in het beheer van<br />

kwantitatief naar kwalitatief. Beheer volgens<br />

een vastgesteld beheerregime zorgt voor<br />

efficiënt onderhoud aan watergangen met<br />

oog voor natuur. Groen- en waterbeheerders<br />

hebben afspraken gemaakt over het<br />

gezamenlijk beheer en onderhoud van water<br />

en aan water grenzende openbare ruimte en<br />

groen.<br />

Het watersysteem is ecologisch zo gezond en<br />

robuust dat het in staat is om zelfvoorziend te<br />

zijn.<br />

Door het peil te laten fluctueren, wordt<br />

nutriëntenarm hemelwater beter benut en is<br />

de inlaat van gebiedsvreemd water niet meer<br />

nodig. De oevervegetatie speelt een rol van<br />

betekenis in de zuivering van oppervlaktewater.<br />

Veilige polder<br />

Wonen in de polder is veilig en voelt goed.<br />

De keringen zijn op orde en toetsing<br />

vindt regelmatig plaats. De aangewezen<br />

compartimenteringskeringen beperken<br />

de schade bij een doorbraak, evenals de<br />

aanwezigheid van een calamiteitenberging<br />

binnen de Bijlmerring. Doordat de<br />

waterkeringen geïntegreerd zijn in de<br />

leefomgeving, vormen ze een zichtbaar en<br />

verbindend element.<br />

Daar waar mogelijk binnen de Bijlmerring,<br />

is ruimte gecreëerd door het toepassen van<br />

meervoudig ruimtegebruik. Dit gaat niet ten<br />

koste van de veiligheid.<br />

Beleefbaar water<br />

Water in de woonwijken draagt bij aan<br />

een kwalitatieve leefomgeving, door in de<br />

ontwerpfase van ruimtelijke ontwikkelingen<br />

beleving van water als prioriteit mee te<br />

Vertaling duurzaam watersysteem <strong>Zuidoost</strong><br />

nemen. De waterstructuur draagt bij aan de<br />

identiteit van de woonomgeving, aandacht<br />

wordt getrokken door locaties waar water<br />

een bijzondere rol speelt. Beleving van water<br />

wordt versterkt door wandel- en fietspaden te<br />

koppelen aan watergangen. De oude boezem<br />

van de Bijlmermeer is, waar mogelijk, weer<br />

herkenbaar gemaakt. De waterstructuur van<br />

Polder Nieuwe Bullewijk is voltooid. Water<br />

speelt een beeldbepalende rol van stad naar<br />

het omliggende landschap.<br />

De Gaasperplas is een regionale trekpleister<br />

voor recreëren aan en op het water.<br />

Waterrecreatie aan de Gaasperplas is<br />

geoptimaliseerd, en meer mensen maken hier<br />

gebruik van. Er is een nieuwe zwemplek aan<br />

de noordoever die voldoet aan de kwaliteiten<br />

voor zwemwater. Watersportinfrastructuur voor<br />

onder meer kanoën is verbeterd. Het water<br />

van de Gaasperplas is schoner in 2015, de<br />

ecologie van de plas is, zowel hierdoor als<br />

door de aanleg van meer ecologische oevers,<br />

versterkt. Waterrecreatie en ecologische zones<br />

zijn op elkaar afgestemd, de natuur ondervindt<br />

geen hinder van de waterrecreatie.<br />

In <strong>Zuidoost</strong> wordt geen wateroverlast meer<br />

ervaren. Hiertoe zijn maatregelen genomen en<br />

er is ook veel aandacht voor bewustwording.<br />

Water staat frequenter op straat, en wordt<br />

zichtbaar afgevoerd naar (deels) bovengrondse<br />

bergings- of infiltratievoorzieningen. In de<br />

ruimtelijke plannen is rekening gehouden<br />

met water in de openbare ruimte (berging<br />

is gecreëerd, belemmeringen voor de<br />

afstroming zijn zoveel mogelijk voorkomen)<br />

en er wordt met bewoners en bedrijven over<br />

gecommuniceerd. Water op straat als gevolg<br />

van extreme regenbuien leidt niet tot schade in<br />

woningen en bedrijven.<br />

<strong>Stadsdeel</strong>grenzen binnen de Bijlmerring<br />

17


Bewonersadvies<br />

BULLEWIJKPOLDER<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Vier verschillende sferen cq gebieden:<br />

1. Zakelijk kantorengebied rondom Bijlmerdreef en Arenaboulevard<br />

2. Kantorengebied rondom Holterbergweg en Muntbergweg<br />

3. Het AMC terrein<br />

4. Groengebieden rondom de Hoge Dijk en de golfbaan<br />

Sfeer<br />

zakelijk, snel, onpersoonlijk, architectuur<br />

Inrichting/openbare ruimte<br />

onpersoonlijk, gericht op gemotoriseerd verkeer, functioneel ongebruikte en veelal<br />

verharde openbare ruimte<br />

Gebruik<br />

Intensief op piekmomenten<br />

Architectuur<br />

Kantoren en loodsen, functioneel, weinig contact met straat<br />

Landschap<br />

weinig variatie in groen, functioneel groen<br />

Gebruikers<br />

medewerkers bedrijven, bezoekers Arenaboulevard, reizigers, winkelende <strong>Zuidoost</strong>-<br />

bewoners, dieren<br />

Aanbevelingen vanuit participatie


BULLEWIJKPOLDER<br />

De Bullewijkpolder huisvest een zakelijk kantorengebied<br />

rondom Bijlmerdreef en Arenaboulevard, een kantorengebied<br />

rondom Holterbergweg en Muntbergweg, het AMC- terrein en<br />

groengebieden rondom de Hoge Dijk en de golfbaan. De sfeer<br />

in de openbare ruimte is over het algemeen zakelijk, snel en<br />

onpersoonlijk. We vinden er vooral kantoren en loodsen die<br />

weinig contact maken met de straat. Het groen is functioneel<br />

en toont weinig variatie. De ruimte is gericht op gemotoriseerd<br />

verkeer; er is nogal wat functioneel ongebruikt en vaak verhard<br />

terrein. Het gebruik is alleen op piekmomenten intensief; de<br />

gebruikers zijn medewerkers van bedrijven, bezoekers van de<br />

Arenaboulevard, reizigers, winkelende bewoners van <strong>Zuidoost</strong><br />

en dieren.<br />

De kansen voor de Bullewijkpolder hebben een natuurlijk accent:<br />

1. Rond de Hoge Dijk en de golfbaan bevindt zich al veel<br />

waterberging. Voor de rest van de Bullewijkpolder - waar<br />

weinig ruimte is voor grote oppervlaktes - zijn veel korte en<br />

tijdelijke waterbergingen bedacht. Bijvoorbeeld sedumdaken,<br />

smalle waterroutes en watermuren. Deze waterberging kan<br />

worden ingezet voor de verfraaiing van het gebied.<br />

2. Waterberging inzetten om beleving van openbare ruimte te<br />

verbeteren. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door de combinatie<br />

van waterberging met nieuwe formele en informele<br />

ontmoetingsplekken (denk aan sedumdaken met terras op<br />

het AMC, plekken langs waterroute op Arenaboulevard) en<br />

door waterberging te combineren met water- en fiets- en<br />

wandelroutes (met schuilhutten voor als het regent en een<br />

plasdrasgebied langs de A2).<br />

3. Technische oplossingen voor opslag en zuivering van<br />

water combineren met waterpostzegelparken en informele<br />

ontmoetingplekken.<br />

4. Verticale waterzuivering combineren met architectuur<br />

(watermuren en waterkolommen).<br />

5. Zakelijke pieken combineren met de behoeften van vogels<br />

(‘s avonds is de Bullewijkpolder een oase van rust en stilte,<br />

brak water inzetten om bepaalde populaties flora en fauna te<br />

trekken).<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Wandelroute kantoorpersoneel langs kunst en water er<br />

Stedelijk postzegelwaterpark<br />

Horeca met water<br />

waterlift<br />

Versterken waterstructuur<br />

Aanbevelingen vanuit participatie<br />

duiken<br />

Openluchtzwembad<br />

Sedumdaken en dakterras<br />

Bergen in straatprofiel profiel<br />

Bergen onder asfalt<br />

visvijvers<br />

Fietsen langs waterroute<br />

Plasdras/survivalparkk<br />

Informele ontmoetingsplekken<br />

horeca<br />

sedumdaken<br />

toiletten<br />

kinderwaterspeelplaatsen bankjes<br />

watergolf<br />

kanoroute<br />

schuilhuttenn<br />

kunstroute ute<br />

1<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

1


Waterstaatkaart van Nederland, 1865<br />

22<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Hoofdstuk 3<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> is een groot gebied met grote verschillen in bodem, maaiveldhoogte<br />

en landgebruik. Hierom is bij de speerpunten een beschrijving per polder gegeven.<br />

Waar mogelijk zijn de knelpunten in de huidige situatie benoemd, waarop in de opgave<br />

(hoofdstuk 4) maatregelen worden geformuleerd.<br />

3.1 Geschiedenis<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> is een<br />

waterhuishoudkundig interessant gebied, dat<br />

in de afgelopen eeuwen vaak veranderde<br />

met de uitdijende stad. Deze paragraaf<br />

geeft in vogelvlucht een inkijk in de<br />

waterhuishoudkundige geschiedenis van de<br />

polders.<br />

Polder Bijlmermeer<br />

De Bijlmermeer werd in 1626 voor het eerst<br />

drooggelegd, het midden van de polder stond<br />

echter in 1631, 1636 en 1656 weer dras.<br />

Toen in 1702 de Zuiderzee een gat in de dijk<br />

aan het Zandpad sloeg werd afgezien van<br />

opnieuw droogleggen. <strong>Amsterdam</strong> heeft tot<br />

een eeuw na deze gebeurtenis bagger naar<br />

de polder gebracht voor dijkonderhoud en<br />

terreinophoging. Sinds 1967 wordt de polder<br />

bemalen door het gemaal aan het Zandpad.<br />

De Bijlmermeer werd in 1966 voorlopig aan<br />

de gemeente <strong>Amsterdam</strong> toegevoegd en<br />

vervolgens kon de polder met twee meter<br />

zand worden opgehoogd en gereed worden<br />

gemaakt voor bebouwing.<br />

Polder Zuid Bijlmer<br />

Het noordwestelijke deel van de polder<br />

Zuid Bijlmer werd in de eerste helft van de<br />

17 e eeuw bedijkt. De polder werd bemalen<br />

door de Oostbijlmerwatermolen, die water<br />

uitsloeg op de zuidelijke Bijlmerringvaart.<br />

Vanaf 1925 ontving de polder water van een<br />

aantal omliggende gebieden. In 1972 kreeg<br />

PZB een nieuw gemaal gelegen tussen<br />

de Gaasperplas en de rivier de Gaasp. De<br />

Bijlmerringvaart maakte in de jaren daarna<br />

plaats voor de Gaasperdammerweg. De<br />

Gaasperplas ontstond tussen 1960 en 1980<br />

door zandwinning voor de toekomstige<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

woonwijken, de ophoging van het Gaasperpark<br />

en de Gaasperdammerweg.<br />

Gein en Gaasperpolder<br />

De Gein- en Gaasperpolder werd tevens in<br />

de eerste helft van de 17 e eeuw bedijkt. In<br />

1929 liep de molen zware stormschade op en<br />

vervolgens brandde de molen in 1932 af en<br />

werd hij gesloopt. Tussen de PZB en de GGP<br />

werd rond 1875 een kade aangelegd. Vanaf<br />

de stichting van het nieuwe gemaal aan de<br />

Gaasperplas, watert deze polder grotendeels<br />

af op de PZB.<br />

Venserpolder<br />

De Groot Duivendrechtse Polder werd langs<br />

de Amstel rond 1637 bedijkt. De bemaling<br />

geschiedde met behulp van drie molens, aan<br />

de Weespertrekvaart, bij de Duivendrechtse<br />

brug en aan de Amstel bij Strandvliet. Het<br />

gebruik was in deze eeuwen met name<br />

landbouw.<br />

In de 20 e eeuw werden onder andere de<br />

Ringspoorbaan aangelegd (1934-1936), de<br />

spoorbaan naar Utrecht verschoven, het<br />

industriegebied bij de Weespertrekvaart<br />

aangelegd (rond 1930) en uitgebreid (rond<br />

1950) en de verdere ophoging van de polder<br />

opgespoten (1965/1972). In 1978 kreeg de<br />

polder een nieuw gemaal; Portengen.<br />

Gemeenschapspolder West<br />

De polder ontleent zijn naam aan de<br />

samenvoeging van een achttal polders in<br />

1707. In de 19 e eeuw zorgde met name de<br />

Gaaspermolen voor de bemaling. In 1927 ging<br />

de molen uit bedrijf en werd deze vervangen<br />

door een dieselgemaal. Na de aanleg van het<br />

Merwedekanaal in 1885 werd de polder in een<br />

oostelijk en een westelijk deel gesplitst. Rond<br />

1960 is de bebouwing van het dorp Driemond<br />

23


aangelegd. In 2002 is de Gaaspermolen<br />

gerestaureerd en is het gemaal weer in de<br />

molen ondergebracht; het kan aangedreven<br />

worden op elektriciteit of op windenergie als er<br />

voldoende windtoevoer is.<br />

Polder de Nieuwe Bullewijk<br />

Van oorsprong was de Nieuwe Bullewijk<br />

een veenderij. In 1908 was de droogmaking<br />

voltooid door middel van een stoomgemaal aan<br />

de Bullewijk. In de vorige eeuwen zorgden een<br />

veelheid aan uitbreidingen van afstroomareaal<br />

en de uitbreidings- en infrastructurele<br />

werken voor grote waterhuishoudkundige<br />

veranderingen. Het afwateringsgebied van de<br />

BLW werd daardoor uitgebreid, waardoor de<br />

bemaling verzwaard moest worden. In 1979/’80<br />

kwam daarvoor een nieuw gemaal tot stand<br />

(bron: polderboek van <strong>Amsterdam</strong>, 1981).<br />

kaart 1575 Joost-Janszn Beeldsnijder<br />

24<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Topografische kaart Bijlmerring 1850<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

25


Watermeter natuuurvijver Bijlmerpark<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

26


3.2 Waterkwantiteit<br />

In deze paragraaf wordt voor elke polder<br />

binnen de stadsdeelgrenzen van <strong>Zuidoost</strong><br />

het huidige watersysteem kort beschreven.<br />

Hierbij komen de aspecten waterkwantiteit,<br />

waterstructuur en waterketen aan bod.<br />

Op basis van de hieronder onder het<br />

kopje ‘watersysteem op orde’ beschreven<br />

toetsingscriteria is bepaald of er in de huidige<br />

situatie knelpunten aanwezig zijn. Voor een<br />

uitgebreidere beschrijving van de werking<br />

van het systeem verwijzen we naar het<br />

Watergebiedsplan Bijlmerring.<br />

Watersysteem op orde<br />

Zoals te lezen in het beleidskader zijn er<br />

landelijke normen gesteld om een toetsing<br />

te kunnen doen of een watersysteem aan<br />

de minimale eisen van dimensionering en<br />

capaciteit voldoet.<br />

De zogenaamde NBW-toetsing relateert de<br />

hoeveelheid oppervlaktewater en drooglegging<br />

(samen het bufferende vermogen van een<br />

watersysteem) aan een bui die met een<br />

bepaalde herhalingsfrequentie valt, en toetst of<br />

er dan inundatie van maaiveld zal ontstaan. Als<br />

er geen inundatie van het maaiveld ontstaat is<br />

er volgens de NBW geen wateropgave.<br />

Wateroverlast wordt niet alleen bepaald door<br />

een gebrek aan bufferend vermogen van het<br />

oppervlaktewater. Als er in een watersysteem<br />

te veel opstuwing ontstaat, omdat het<br />

water niet goed naar het gemaal toe kan<br />

stromen (duikers te klein gedimensioneerd,<br />

watergangen te smal of te ondiep etc.), kan<br />

het bufferend vermogen niet voldoende<br />

benut worden en kan er alsnog inundatie<br />

plaatsvinden.<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Ook kan het oppervlaktewater indirect<br />

leiden tot inundatie. Als de stand van<br />

het oppervlaktewater de afvoer van het<br />

hemelwaterriool belemmert, kan er een<br />

water-op-straat-situatie ontstaan. Het<br />

hemelwaterriool wordt aan de instroomkant<br />

op een situatie gedimensioneerd dat er één<br />

keer in de twee jaar water-op-straat voor kan<br />

komen. De combinatie van de werking van het<br />

hemelwaterriool en een opstuwende werking<br />

vanuit het oppervlaktewater<br />

moet hierin bekeken worden.<br />

De NBW-toetsing noemen we het eerste<br />

complexiteitsniveau van watersysteem op<br />

orde. Hierbij wordt met name besproken<br />

of het aantal hectares oppervlaktewater<br />

in een polder voldoende is. Bij het tweede<br />

complexiteitsniveau wordt er gekeken of<br />

het water wel voldoende af kan stromen.<br />

Hierbij wordt vooral gekeken naar het aantal<br />

centimeters opstuwing in een watersysteem.<br />

Bij het derde niveau wordt gekeken naar de<br />

indirecte werking die het oppervlaktewater<br />

heeft op het functioneren van de riolering.<br />

Als het oppervlaktewater door de twee<br />

bovenstaande mechanismen boven een<br />

waterstand komt, waardoor de riolering<br />

niet voldoende afvoerhoogte heeft zal de<br />

instroming in de putten van het hemelwater<br />

belemmerd worden.<br />

27


Complexiteitsniveau Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

1 NBW-toetsing (modelmatige<br />

toetsing)<br />

2 hydraulische toetsing<br />

(modelmatige toetsing)<br />

3 interactie<br />

riolering/oppervlaktewater<br />

(expert-judgement/ klachten)<br />

Tabel complexitetisniveau’s waterkwantiteit<br />

28<br />

Groen Geen inundatie<br />

bij maatgevende<br />

bui<br />

Oranje Nog maar net<br />

geen inundatie<br />

+ klimaatscenario’s<br />

tot 2050<br />

Geen maatregelen<br />

Voor nu opgave voor 2050 in m 3 ’s<br />

Rood Inundatie Niet opgave voor nu in m 3 ’s<br />

Groen Opstuwing totale<br />

systeem < 10 cm<br />

Oranje Opstuwing<br />

tussen 10 en 25<br />

cm<br />

Rood Opstuwing > 25<br />

cm of per stuk ><br />

10 cm<br />

Groen Bij t=2 bereikt<br />

waterpeil niet<br />

kritische niveau<br />

Oranje Bij t=2 bereikt<br />

waterpeil<br />

kritische niveau<br />

maar geen<br />

W.O.S.<br />

Rood Bij t=2 is<br />

waterpeil hoger<br />

dan kritische<br />

niveau<br />

+ klimaatscenario’s Geen maatregelen<br />

tot 2050<br />

Voor nu Bij vervangingswerkzaamheden<br />

duikers/watergangen meenemen<br />

Niet Vervangen duikers/ verbreden<br />

watergangen.<br />

+ klimaatscenario’s Geen maatregelen<br />

Voor nu<br />

Niet Afweging tussen maatregelen in<br />

watersysteem of riolering.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlmermeerpolder<br />

Beschrijving<br />

De polder Bijlmermeer (BLM) wordt begrensd door de Gaasperdammerweg in het zuiden,<br />

de Weespertrekvaart in het oosten, de Daalwijkdreef, de Dolingadreef en de Burgemeester<br />

Stramanweg in het noorden en de spoorlijn tussen <strong>Amsterdam</strong> en Utrecht in het westen. De<br />

gehele polder valt binnen <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>. De Bijlmermeer bestaat uit twee peilvakken: het<br />

peilvak Bijlmerweide met een peil van NAP -3,50 m en het hoofdpeilvak met een waterpeil van<br />

NAP -4,00 m.<br />

Knelpunten<br />

Wat betreft de waterkwantiteit en waterstructuur zijn binnen de Bijlmermeerpolder geen<br />

knelpunten. Binnen de waterketen is wel een knelpunt aanwezig: in de <strong>Amsterdam</strong>se Poort<br />

is sprake van opstuwing, veroorzaakt door een lange verbindingsduiker en lozing vanuit het<br />

hemelwaterstelsel.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Totale oppervlak: 622 ha<br />

Stedelijk gebied: 85%<br />

Park en plantsoen: 15 %<br />

Verhouding verhard / onverhard / water (2009):<br />

55% : 36% : 9%<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

29


Polder Zuid Bijlmer<br />

Beschrijving<br />

De polder Zuid Bijlmer (PZB) en de Gein en Gaasperpolder (GGP) worden begrensd door<br />

de Gaasperdammerweg in het noorden, de riviertjes de Gaasp en het Gein in het oosten, de<br />

Hollandse kade in het zuiden en de spoorlijn tussen <strong>Amsterdam</strong> en Utrecht in het westen.<br />

De PZB is grotendeels stedelijk gebied met recreatie (Gaasperplas). De polder Zuid Bijlmer<br />

bestaat uit drie peilvakken, het hoofdpeilvak (paars in onderstaand figuur) heeft een peil van NAP<br />

-2,70 m.<br />

Knelpunten<br />

Binnen de polder Zuid Bijlmer zijn geen knelpunten aanwezig op het gebied van waterkwantiteit, in<br />

de waterstructuur of in de waterketen.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

30<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Totale oppervlak: 703 ha<br />

Stedelijk gebied: 44%<br />

Park, plas en plantsoen: 56 %<br />

Waterketen<br />

Waterkwantiteit Waterstructuur Waterketen<br />

Verhouding verhard / onverhard / water (2009):<br />

41% : 44% : 15%<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Gein- en Gaasperpolder<br />

Beschrijving<br />

De polder Zuid Bijlmer (PZB) en de Gein en Gaasperpolder (GGP) worden begrensd door<br />

de Gaasperdammerweg in het noorden, de riviertjes de Gaasp en het Gein in het oosten, de<br />

Hollandse kade in het zuiden en de spoorlijn tussen <strong>Amsterdam</strong> en Utrecht in het westen.<br />

De polder valt gedeeltelijk onder de provincie Utrecht en gedeeltelijk onder de provincie Noord-<br />

Holland. Alleen het noordelijke deel (zie ook figuur 3.1) behoort tot stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. Het is<br />

een polder met een waterpeil van NAP -2,38 m en het deel in <strong>Zuidoost</strong> ligt in zijn geheel in het<br />

hoofdpeilvak. Het deel <strong>Zuidoost</strong> van de Gein- en Gaasperpolder bestaat voor 100% uit agrarisch<br />

gebied.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Knelpunten<br />

In de waterketen is geen knelpunt aanwezig. In de waterkwantiteit is wel een knelpunt: In het<br />

noordelijke deel van de Gein- en Gaasperpolder is op basis van het vigerend peil een NBWknelpunt.<br />

In het watergebiedsplan Bijlmerring wordt dit knelpunt opgelost door het formaliseren<br />

van het actueel peil (het actuele peil is lager dan het vigerend peil dat op maaiveldniveau ligt).<br />

Ook in de waterstructuur is een knelpunt: de opstuwing over de hoofdwatergang is te hoog, ook<br />

dit wordt in het watergebiedsplan Bijlmerring opgelost door verbreding van de hoofdwatergang. De<br />

opstuwing Waterkwantiteit over de gehele polder wordt hierdoor binnen acceptabele grenzen gebracht.<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Waterkwantiteit Waterstructuur Waterketen<br />

Waterkwantiteit<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Totale oppervlak: 102 ha<br />

waarvan 40 ha binnen <strong>Zuidoost</strong><br />

Stedelijk gebied: 44%<br />

Park, plas en plantsoen: 56 %<br />

Verhouding verhard / onverhard / water (2009):<br />

12% : 81% : 7% (binnen <strong>Zuidoost</strong>)<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

31


Venserpolder<br />

Beschrijving<br />

De Venserpolder (VP) ligt centraal in het gebied van de Bijlmerring en wordt globaal begrensd<br />

door de Amstel (noordzijde), de Weespertrekvaart (oostzijde), de spoorbaan en de rijksweg A10<br />

en A2 (westzijde) en de Burgemeester Stramanweg in het zuiden. Alleen het stuk ten zuidoosten<br />

van de metrolijnen tot aan de Gooiseweg, behoort tot stadsdeel zuidoost (zie ook figuur 3.1).<br />

Het is een polder met een waterpeil van NAP -2,50 m en het deel in <strong>Zuidoost</strong> ligt in zijn geheel in<br />

het hoofdpeilvak.<br />

Knelpunten<br />

In de waterkwantiteit en in de waterketen zijn geen knelpunten aanwezig. Het knelpunt in de<br />

waterstructuur zit in een ander gedeelte van de polder, buiten het gebied van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>.<br />

De knelpunten met de waterstructuur in de Venserpolder hebben op één na geen effect op het<br />

deel van <strong>Zuidoost</strong>; dit betreft knelpunten in onderbemalingen of in delen die niet stroomopwaarts<br />

van het deel binnen <strong>Zuidoost</strong> liggen. Eén knelpunt ligt stroomopwaarts van het zuidoostgedeelte<br />

vlakbij het gemaal en zorgt voor extra opstuwing.<br />

32<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Waterkwantiteit Waterstructuur Waterketen<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Totale oppervlak: 880 ha<br />

waarvan 80 ha binnen <strong>Zuidoost</strong><br />

Verhouding verhard / onverhard<br />

water (2009):<br />

70% : 17% : 13% (binnen <strong>Zuidoost</strong>)<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

Stedelijk gebied: 100%<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Gemeenschapspolder West<br />

Beschrijving<br />

De Gemeenschapspolder West (GSW) wordt begrensd door het <strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal<br />

(oostzijde), de A1 (noordzijde) en de Gaasp (west- en zuidzijde). Alleen het zuidpunt met daarin de<br />

kern Driemond, behoort tot stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. Het is een polder met een waterpeil van NAP -2,69<br />

m en het deel in <strong>Zuidoost</strong> stroomt cascadisch naar dit hoofdpeilvak.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit Waterstructuur Waterketen<br />

Knelpunten<br />

De waterkwantiteit vormt geen knelpunt in de Gemeenschapspolder West. In de waterstructuur<br />

vormt de te kleine afvoercapaciteit van de hoofdwatergang van de Gemeenschapspolder<br />

West een knelpunt. Dit wordt in het watergebiedsplan Bijlmerring en bij de ontwikkeling van<br />

het Diemerbos opgelost. Het functioneren van de waterketen zorgt voor een knelpunt in de<br />

waterkwaliteit. Dit wordt echter met name veroorzaakt door de dimensionering en kenmerken van<br />

het watersysteem.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Totale oppervlak: 410 ha<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

waarvan 170 ha binnen <strong>Zuidoost</strong><br />

Stedelijk gebied: 10%<br />

Sportpark: 10%<br />

Volkstuinpark: 20%<br />

Agrarisch gebied: 60 %<br />

Verhouding verhard / onverhard / water (2009):<br />

Waterstructuur 15% : 82% : 3% (binnen Waterketen <strong>Zuidoost</strong>)<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

33


Polder Nieuwe Bullewijk<br />

Waterkwantiteit<br />

Beschrijving<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

De polder Nieuwe Bullewijk (BLW) ligt in het zuidwesten van de Bijlmerring en wordt begrensd<br />

door de Burgemeester Stramanweg in het noorden, de spoorlijn <strong>Amsterdam</strong> - Utrecht in het<br />

oosten, het Abcoudermeer, de Holendrecht en de rijksweg A9 in het zuiden en de rijksweg A2 in<br />

het westen. Het deel ten westen van de A2 behoort niet tot stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. De BLW bestaat<br />

uit 10 peilgebieden en 7 peilafwijkingen. In het bemalen peilgebied wordt een vast jaarpeil van<br />

NAP -4,75 m nagestreefd.<br />

Waterkwantiteit<br />

Knelpunten<br />

Op het gebied van waterkwantiteit en in de waterketen zijn er geen knelpunten in het deel<br />

van <strong>Zuidoost</strong>. Op het gebied van de waterstructuur vormt een aantal duikers, die niet aan de<br />

opstuwingsnormen voldoen, een knelpunt. Deze duikers moeten worden vergroot.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

34<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Totale oppervlak: 885 ha<br />

waarvan 515 ha binnen <strong>Zuidoost</strong><br />

Waterkwantiteit Waterstructuur Waterketen<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterstructuur<br />

Stedelijk gebied: 80%<br />

Golfterrein: 20%<br />

Verhouding verhard / onverhard / water (2009):<br />

58% : 34% : 8% (binnen <strong>Zuidoost</strong>)<br />

Waterketen<br />

Waterketen<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


3.3 Grondwater<br />

Het grondwater laat zich in delen van<br />

<strong>Zuidoost</strong> niet zo eenvoudig reguleren.<br />

Voor gebruiksfuncties als wonen is vaak<br />

een ontwateringsdiepte wenselijk, wat op<br />

gespannen voet staat met het tegengaan<br />

van verdroging. De werking van grondwater<br />

is complexer dan de andere wateraspecten,<br />

omdat het (in nog grotere mate dan de<br />

waterketen) zich afspeelt onder de grond en<br />

niet samenhangt met het functioneren van<br />

infrastructuur.<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> bestaat grotendeels uit<br />

verstedelijkt gebied verspreid over een aantal<br />

polders. Deze polders hebben grote verschillen<br />

in maaiveldhoogtes en mede hierdoor<br />

grote verschillen in grondwaterstanden.<br />

In de dieper gelegen polders, met name<br />

de Bijlmermeerpolder en Polder Nieuwe<br />

Bullewijk, komen hoge grondwaterstanden<br />

voor. De gewenste ontwateringsdiepte (afstand<br />

tussen het maaiveld en de grondwaterstand)<br />

is afhankelijk van de bebouwing en het<br />

gebruik van de grond. In het algemeen is een<br />

ontwateringsdiepte ter plaatse van bebouwing<br />

kleiner dan 0,5 meter ongewenst, tussen<br />

0,5 en 0,9 meter veelal acceptabel en groter<br />

dan 0,9 meter ideaal voor de woonfunctie.<br />

Afhankelijk of er woningen met kruipruimten<br />

zijn gebouwd kan het zijn dat er in perioden<br />

water in de kruipruimtes staat. Mits er een<br />

goede dampdichte vloer aanwezig is, zal dit<br />

niet tot<br />

problemen leiden. De oorzaak van<br />

vochtoverlast door grondwater bij<br />

begane grondwoningen kan ontstaan<br />

door een combinatie van een beperkte<br />

ontwateringsdiepte en bouwkundige gebreken.<br />

h (m N AP)<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Ook kan onvoldoende ventilatie bijdragen<br />

aan het probleem. Het zoutgehalte van het<br />

kwelwater kan problemen opleveren voor de<br />

waterkwaliteit in het oppervlaktewater.<br />

Watersysteem op orde<br />

Hoewel grondwater bekeken vanuit de<br />

watersysteembenadering een onlosmakelijk<br />

onderdeel vormt van het watersysteem, krijgt<br />

het bij watersysteem op orde toch een aparte<br />

plek. Dit omdat de maatlat voor grondwater zo<br />

gebiedsspecifiek is (ontwatering afgestemd op<br />

grondgebruik en aanwezige infrastructuur) dat<br />

er niet een uniforme maatlat is vast te stellen.<br />

Vanwege het betrekkelijk ‘jonge’ beleidsveld<br />

waarop gemeentes deze wettelijke taak<br />

hebben, zijn er nog geen landelijke normen en<br />

is er nog niet een volledig uitgekristalliseerd<br />

beleid.<br />

Grondwater is het vierde complexiteitsniveau<br />

van het watersysteem op orde. De werking van<br />

grondwater is complexer omdat het (in nog<br />

grotere mate dan de waterketen) zich afspeelt<br />

onder de grond. De beïnvloedingsruimte is in<br />

veel gevallen indirect, en de beïnvloedingssfeer<br />

van derden is veel groter. De toetsing wordt<br />

idealiter gedaan aan de hand van een<br />

Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime<br />

(GGOR) voor stedelijk gebied. Hierin wordt<br />

een ideale grondwaterstand gebiedsgericht<br />

opgesteld, zowel te hoge als te lage<br />

grondwaterstanden kunnen tot ongewenste<br />

situaties leiden. Aangezien dit voor nu nog een<br />

stap te ver is, volstaan we met het voldoen aan<br />

de grondwaternorm voor nieuw in te richten<br />

gebied en de klachtenregistratie en expertjudgement<br />

in bestaand stedelijk gebied als<br />

graadmeter.<br />

Complexiteitsniveau Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

4 ontwatering (modelmatig/ expert- Groen Ontwatering > 90 cm + + klimaatscenario’s Geen maatregelen<br />

judgement/ klachten)<br />

geen droogvallende<br />

-3,50<br />

oppervlakte en grondwaterstanden verloop<br />

houten palen + geen<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

klachten<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

Oranje Kwetsbaar<br />

Naar gelang<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

01-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-1994 01-01-1995 01-01-1996 01-01-1997 01-01-1998 01-01-1999 01-01-2000<br />

evenwicht tussen<br />

boven- en<br />

mogelijkheden<br />

meeliften met<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

ondergrenzen Ruimtelijke<br />

Ontwikkelingen of<br />

groot onderhoud<br />

Openbare Ruimte<br />

Rood Structurele klachten Structurele over- of Naar gelang<br />

onderschrijdingen mogelijkheden<br />

boven- en<br />

meeliften met<br />

ondergrenzen Ruimtelijke<br />

Ontwikkelingen of<br />

groot onderhoud<br />

Openbare Ruimte<br />

35


Hoge grondwaterstand Kruitberg<br />

36<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlmermeerpolder<br />

Beschrijving<br />

De Bijlmermeer staat bekend als kwelgebied. De gemiddelde stijghoogte neemt in noordwestelijke<br />

richting toe van NAP -3,40 m tot aan NAP -3,00 m. De berekende gemiddelde kwel voor de<br />

Bijlmermeer is 1,7 mm/dag. De kwel concentreert zich voornamelijk in de zuidoosthoek van<br />

de polder. De hydraulische weerstand van de ondoorlatende laag is in de MER Vernieuwing<br />

Bijlmermeer Aspect Water uitgewerkt (2002, actualisatie 2008), en hieruit is geconcludeerd dat de<br />

hydraulische weerstand in zuidoostelijke richting afneemt. Dit is in 2009 en 2010 verder uitgewerkt<br />

tot een gedetailleerde deklagenkaart, in het kader van het onderzoek naar de grondwateroverlast<br />

in de K- en E-buurt. Het resultaat hiervan is te zien in bijlage 2. Ook leveren de hoger gelegen<br />

Polder Zuid Bijlmer en Venserpolder met name een lokale bijdrage in de kwel, dit is te<br />

onderscheiden door de significant lagere chloridegehaltes.<br />

Knelpunten<br />

Bij een aantal gebouwen in de K-buurt staat het grondwater bijna tot aan het maaiveld. De<br />

ondoorlatende laag tussen het regionale waterpakket en het freatisch water is in deze buurt<br />

nagenoeg afwezig, met name in de Krulslabuurt. Er zijn ook grondwaterproblemen in de<br />

Egolibuurt en er is grondwateroverlast bij de flats Gouden Leeuw en Groenhoven.<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

h (m N A P )<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70 Polder Zuid Bijlmer <br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

Beschrijving<br />

<br />

De Polder Zuid Bijlmer is een zeer licht infiltratiegebied. De berekende gemiddelde infiltratie voor<br />

de Zuid Bijlmer bedraagt 0,2 mm/dag. In de Gaasperplas komt in het westelijk deel ook sterke<br />

infiltratie voor, maar in het oostelijke deel van de plas komt sterke kwel voor. In de polder komt<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop met -3,50 name direct op de grens met de dieper gelegen polder Bijlmermeer en polder de Nieuwe<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10<br />

-4,30 Bullewijk sterke infiltratie voor. In sommige gebieden is de opbolling vrij groot waardoor er lokaal<br />

-4,50<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-4,70<br />

<br />

-3,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

-3,90 sprake is van <br />

gw s m NAP<br />

-4,10<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm grondwateroverlast.<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

<br />

<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm <br />

Knelpunten<br />

<br />

<br />

Er is grondwateroverlast bij Maldenhof/Meijenhof en Holendrecht West.<br />

h (m N A P )<br />

h (m N A P )<br />

h (m N A P )<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

h (m N A P )<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

0 4<br />

s<br />

w p<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

<br />

1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw m NAP<br />

m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

h (m N A P )<br />

37


0 4<br />

s<br />

w p<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

<br />

1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw m NAP<br />

m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

Gein- en Gaasperpolder<br />

h (m N A P )<br />

Beschrijving<br />

De Gein- en Gaasperpolder is een zeer licht kwelgebied. De stijghoogte in het eerste<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70 watervoerende -3,90<br />

pakket in deze polder is ca. NAP -2,30 m. In de sloten in de polder die dieper zijn<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70 ingesneden in de deklaag komt kwel voor. De rest van de polder is een zeer licht infiltratiegebied.<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

De berekende gemiddelde kwel voor deze polder bedraagt 0,1 mm/dag.<br />

<br />

Knelpunten<br />

Er zijn geen knelpunten in dit gebied.<br />

h (m N A P )<br />

0 4<br />

s<br />

w p<br />

0 4<br />

s<br />

w p<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

<br />

1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

oppervlakte en grondwate gw m NAP rstanden verloop<br />

m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70 <br />

-4,90<br />

1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw m NAP<br />

m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

h (m N A P )<br />

h (m N A P )<br />

Venserpolder<br />

Beschrijving<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70 De Venserpolder is overwegend een infiltratiegebied. De stijghoogte in het eerste watervoerende<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50 pakket in het zuidoostelijke deel van deze polder ligt rond de NAP -3 m. De berekende gemiddelde<br />

-4,70<br />

<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm infiltratie voorde Venserpolder bedraagt 0,4 mm/dag.<br />

<br />

Knelpunten<br />

Er zijn geen knelpunten in dit gebied.<br />

h (m N A P )<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

Gemeenschapspolder West<br />

<br />

Beschrijving<br />

De Gemeenschapspolder West is vrijwel kwelneutraal. Dit komt door het feit dat de stijghoogte<br />

in het eerste watervoerende pakket hier onder de NAP -2 m ligt (iets boven het polderpeil). De<br />

berekende gemiddelde infiltratie voor deze polder bedraagt 0,1 mm/dag. Langs de randen van<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10 de polder en in de sloten die dieper zijn ingesneden in de deklaag komt kwel voor. De rest van de<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000 polder is een licht infiltratiegebied.<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

Knelpunten<br />

Er zijn geen knelpunten in dit gebied.<br />

h (m N A P )<br />

h (m N A P )<br />

38<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

h (m N A P )<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

h (m N A P )<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Polder Nieuwe Bullewijk<br />

Beschrijving<br />

De polder is overwegend een kwelgebied. De stijghoogte in het eerste watervoerende pakket<br />

in deze polder is tussen de NAP -3 en -3,50 m. De berekende gemiddelde kwel voor polder de<br />

Nieuwe Bullewijk bedraagt 1,6 mm/dag. In het de bovenlanden van de golfbaan, het stedelijk<br />

gebied van Ouderkerk a/d Amstel en de Ouderkerkerplas komt infiltratie voor naar de laaggelegen<br />

delen van de polder. Op de gedetailleerde deklaagkaart in bijlage 2 is te zien waar de delen van<br />

de polder zijn waar de kwel zich concentreert.<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

<br />

-4,10<br />

-4,30 Knelpunten<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP Door de Ontw ateringsnorm veelal geringe deklaag in de hele polder, vormt grondwater een knelpunt. Hier zijn<br />

<br />

echter geen directe klachten bekend. Wellicht is dit te verklaren doordat dit gebied een andere<br />

<br />

gebruiksfunctie heeft.<br />

h (m N A P )<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

h (m N A P )<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

h (m N A P )<br />

-3,50<br />

-3,70<br />

-3,90<br />

-4,10<br />

-4,30<br />

-4,50<br />

-4,70<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

oppervlakte en grondwate rstanden verloop<br />

-4,90<br />

0 1-01-1990 01-01-1991 01-01-1992 01-01-1993 01-01-199 4 01-01-19 95 01-01-19 96 01-01-1 997 01-01-1 998 01-01 -1999 01-01 -2000<br />

gw s m NAP<br />

w p m NAP<br />

Ontw ateringsnorm<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

39


Algvorming Gaasperplas, zomer 2010<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

40


3.4 Waterkwaliteit<br />

De systematiek van de Europese Kader<br />

Richtlijn Water (KRW) wordt gebruikt om<br />

de kwaliteit van het oppervlaktewater<br />

te beoordelen, en om zonodig<br />

verbetermaatregelen te definiëren. Volgens de<br />

KRW moet in 2015, met een uitloop naar 2027,<br />

de waterkwaliteit onder andere in de grotere<br />

wateren (een ‘waterlichaam’) voldoen aan de<br />

chemische en ecologische doelen.<br />

In de systematiek van de KRW is de ‘gewenste<br />

ecologische toestand’ een sleutelbegrip. De<br />

gewenste ecologische toestand is afhankelijk<br />

van het watertype en de daarbij ‘van nature’<br />

thuis horende levensgemeenschap van<br />

planten en dieren, de zogenaamde biologische<br />

doelstellingen en ‘doelparameters’. Of de<br />

gewenste levensgemeenschap van planten en<br />

dieren ergens voor kan komen is afhankelijk<br />

van een groot aantal factoren.<br />

De belangrijkste groepen van factoren zijn:<br />

• Kwaliteitsaspecten (water, waterbodem en<br />

grondwater)<br />

• (Hydro)morfologie en inrichting (oevers)<br />

• Beheer en onderhoud<br />

Om ook de kleinere watergangen binnen het<br />

beheersgebied van AGV/Waternet te kunnen<br />

beoordelen op waterkwaliteit en ecologie,<br />

is een eenduidige ecologische beoordeling<br />

analoog aan de KRW-methodiek opgesteld. De<br />

KRW-methodiek is toegelicht in bijlage 1.<br />

Watersysteem op orde<br />

Sinds eind 2000 is waterkwaliteit onlosmakelijk<br />

verbonden met ecologie in de Europese<br />

regelgeving. Bij watersysteem op orde is de<br />

ecologie het (hoofd)doel en de waterkwaliteit<br />

is daar randvoorwaardelijk voor. Het vijfde<br />

complexiteitsniveau is de meest ingewikkelde<br />

en onvoorspelbare, omdat je de ecologie niet<br />

direct kan beïnvloeden en omdat de precieze<br />

kennis van de effectiviteit van ingrepen<br />

ontbreekt. De methodiek is gebaseerd op<br />

de aanpak van de KRW, met dien verstande<br />

dat de KRW-aanpak is toegepast op de<br />

waterlichamen van significante grootte, waar<br />

over vier biologische maatlatten gerapporteerd<br />

dient te worden. Voor de overige wateren is<br />

een afgeslankte vorm hiervan gehanteerd.<br />

Uitgangspunt is dat de huidige toestand wordt<br />

bepaald door de (hydrologische) kenmerken<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

van de omgeving. Deze zijn randvoorwaarden<br />

voor de ecologische potentie van een gebied.<br />

De (hydrologische) kenmerken van een<br />

gebied zijn onder te verdelen in waterkwaliteit<br />

(nutriëntenbelasting, zoutgehalte, zware<br />

metalen etc.), diversiteit van de habitat<br />

(allerlei structuurkenmerken als oeveropbouw,<br />

doorstroming en peilfluctuatie) en verbindingen<br />

met andere systemen (via water (vis,<br />

macrofauna), lucht (zaden) etc.). Door te<br />

bepalen wat de meest beperkende factor/<br />

randvoorwaarde is die verantwoordelijk is voor<br />

waarom het is zoals het is, kan beoordeeld<br />

worden of hier maatschappelijk verantwoorde<br />

ingrepen te doen zijn. Bijvoorbeeld als het<br />

gebrek aan peilfluctuatie beperkend is in een<br />

gebied met grondwateroverlast en veel huizen<br />

met houten palen, zal dit niet aangepast<br />

kunnen worden.<br />

De ecologische doelstellingen kunnen dan<br />

vervolgens afgeleid worden uit de sturende<br />

parameters en de maatschappelijke afweging<br />

of hier ingrepen te doen zijn. Op deze<br />

manier zullen per gebied verschillende<br />

ecologische doelstellingen opgesteld worden.<br />

De mate waarin een watersysteem voor dit<br />

complexiteitsniveau op orde is, hangt af van<br />

hoe zeer nog ingegrepen moet worden op<br />

de randvoorwaarden waarop ingegrepen kan<br />

worden.<br />

41


Complexiteitsniveau Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

5 waterkwaliteit (modelmatig/ Groen Ecologische<br />

Geen maatregelen<br />

expert-judgement/ klachten)<br />

doelstelling behaald<br />

Oranje Ecologische<br />

doelstellingen niet<br />

behaald<br />

Rood Ecologische<br />

Opstellen ecologische<br />

doelstellingen niet<br />

vastgesteld<br />

doelen.<br />

Bijlmermeerpolder<br />

De waterkwaliteit in deze polder wordt gedomineerd door de kwaliteit van het kwelwater. De<br />

kwel heeft hoge nutriënten- en chloridengehalten. Het water is hierdoor bruin van kleur en heeft<br />

een zeer slecht doorzicht. In combinatie met een groot areaal beschoeiingen langs de oever<br />

zijn er slechte mogelijkheden voor waterplanten om tot ontwikkeling te komen. Mede hierdoor<br />

is de voortplantingssuccessie van vis gering waardoor er geen goed ecologisch evenwicht kan<br />

ontstaan. Er zijn soorten waterplanten die wel goed tegen een dergelijk milieu kunnen, maar die<br />

hebben een constanter brakke omgeving nodig. De chloridengradiënten die er in het huidige<br />

watersysteem zijn, worden veroorzaakt door een niet optimale stromingsrichting in combinatie met<br />

de accumulatie van kwel als gevolg van de kenmerken van de ondergrond.<br />

Voor deze polder zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld. Daarom staat het stoplicht<br />

op rood, conform de classificatie ‘het watersysteem op orde’ :<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

Polder Zuid Bijlmer<br />

In de polder Zuid Bijlmer wordt onderscheid gemaakt in de ecologische waterkwaliteit tussen het<br />

stedelijk water van het hoofdpeilgebied en de Gaasperplas, deze laatste is een diepe plas en een<br />

waterlichaam in de KRW en wordt daardoor apart beschreven. De ecologische waterkwaliteit in<br />

het stedelijk gebied kenmerkt zich door zeer lage chloridegehaltes (gem. < 100 mg/l).<br />

De nutriëntengehaltes in het stedelijk gebied zijn niet heel hoog en constant. Het doorzicht is dan<br />

ook redelijk te noemen. De watervegetatie is afhankelijk van de locatie en de inrichtingskenmerken<br />

matig tot goed aanwezig, de diversiteit is vrij goed. De visstand bestaat uit een relatief groot<br />

aandeel bodemwoelers wat tot uiting komt in het fluctuerende doorzicht. Voor het stedelijk gebied<br />

zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld.<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

42<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Gaasperplas<br />

De Gaasperplas is in 2006 volledig geïnventariseerd volgens de Kaderrichtlijn Water, in 2007<br />

alleen op vegetatie. De plas scoort matig op vegetatie in zowel 2006 als 2007. Dit heeft vooral<br />

te maken met de slechte score voor de deelmaatlat oeverbedekking. De reden hiervoor is dat<br />

de zandwinplas, ondanks relatief hoog doorzicht, te weinig begroeibaar oeverareaal heeft. Ook<br />

het aandeel ‘harde’ oevers draagt hier niet aan bij. Op het onderdeel vis scoort de plas goed,<br />

doordat er een diverse visstand aanwezig is, met een relatief groot aandeel baars en blankvoorn<br />

en een gering aandeel brasem. Door het lage chlorofylgehalte in de plas, scoort de plas goed op<br />

het onderdeel fytoplankton. Wel is in 2006 een blauwalgbloei geconstateerd. Het stedelijk water<br />

voert via de Gaasperplas af naar het gemaal, wat tot een relatief hoge belasting aan nutriënten<br />

leidt. De belasting ligt niet boven de hoogste kritische grens, maar er is wel een achteruitgang<br />

te constateren in eutrofiëring de afgelopen jaren. De plas heeft potentie om een waardevolle<br />

macrofauna gemeenschap te herbergen, maar vanwege de matige toestand van de vegetatie<br />

komt deze niet geheel tot uiting.<br />

De plas scoort daarom volgens de KRW ontoereikend voor macrofauna. De macrofauna heeft<br />

nog een kwaliteitstoets aanduiding nodig. Volgens de KRW systematiek is de macrofauna van de<br />

Gaasperplas ‘ontoereikend’, waardoor de kwaliteit van de hele plas ‘ontoereikend’ wordt.<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

De Hoge Dijk<br />

De waterkwaliteit in recreatiegebied ‘De Hoge Dijk’ is redelijk goed te noemen. De chloridegehaltes<br />

zijn laag (gemiddeld < 100 mg/l). De nutriëntengehaltes in het gebied zijn niet hoog en constant.<br />

Het doorzicht is goed. Reden hiervoor is onder andere dat er een ‘schoonwaterverbinding’ is, die<br />

direct water vanuit de Gaasperplas, niet beïnvloed door het stedelijk water, naar de Hoge Dijk<br />

voert. De Hoge Dijk is een natuurgebied met bijzondere natuurwaarden. Een bijzondere waterplant<br />

die er veel voorkomt is krabbenscheer. Het water binnen het natuurgebied is helder en er groeien<br />

veel waterplanten. De Hoge Dijk is zeer gevarieerd. In het zwemgedeelte van de recreatieplas<br />

komen nauwelijks waterplanten voor, alleen een beetje draadwier. In de aangrenzende sloten<br />

van het gebied komen meer soorten voor en is vaak veel kroos aanwezig. Dit komt omdat er<br />

weinig submerse (half verzonken) en drijfblad vegetatie voorkomt. Er zijn geen recente opnamen<br />

van de visstand, de macrofauna en fytoplankton, dus hier kan in dit kader geen uitspraak over<br />

gedaan worden. Voor dit deel van de polder zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld,<br />

hierbij zal in ieder geval rekening gehouden moeten worden met de diversiteit in het gebied en de<br />

functies. Daarom staat het stoplicht op rood, conform de classificatie ‘het watersysteem op orde’ :<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

43


Gein- en Gaasperpolder<br />

In de Gein- en Gaasperpolder liggen de nutriëntengehaltes rond de grenswaarden van<br />

hoogproductieve watersystemen. De chloridengehalten liggen rond de 100 mg/l en zijn vrij<br />

constant. De waterkwaliteit is hierdoor niet als beperkende factor voor een goed ecosysteem<br />

aan te merken. De vegetatie is gevarieerd, maar niet abundant aanwezig. Door het beheer<br />

en onderhoud aan de watergangen om de doorstroming te waarborgen is deze geringe<br />

bedekkingsgraad te verklaren. Voor deze polder zijn nog geen ecologische doelstellingen<br />

vastgesteld.<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

Venserpolder<br />

De waterkwaliteit in de Venserpolder (deel <strong>Zuidoost</strong>) is redelijk goed. De nutriëntengehalten<br />

liggen rond of net boven de grenswaarden van hoogproductieve watersystemen. Het water is vrij<br />

helder en heeft aan de oevers doorzicht tot op de bodem. De chloridegehalten liggen onder de<br />

100 mg/l waardoor het zoet water is. De watervegetatie is dan ook rijkelijk aanwezig, alleen de<br />

variatie is niet zo hoog. De macrofauna scoort hierdoor wel goed. De ruime dimensionering van<br />

de watergangen zorgt er voor dat de ecologie redelijk goed tot uiting kan komen, alhoewel door<br />

de voedselrijkdom de variatie niet zo hoog is. De visstand wordt gekenmerkt door een gering<br />

aandeel van brasemachtigen en relatief hoge score voor blankvoorn. Dit is consistent met het vrij<br />

heldere water en de rijkelijke aanwezige vegetatie. Van fytoplankton zijn geen recente metingen,<br />

maar dit speelt in poldersystemen niet zo’n belangrijke rol. Voor dit deel van de polder zijn nog<br />

geen ecologische doelstellingen vastgesteld. Daarom staat het stoplicht op rood, conform de<br />

classificatie ‘het watersysteem op orde’ :<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

Gemeenschapspolder West<br />

Voor de Gemeenschapspolder West wordt alleen het stedelijk gebied van de kern Driemond<br />

beschouwd. De sloten in Driemond hebben hoge nutriëntengehalten, wat onder andere wordt<br />

veroorzaakt door een riooloverstort. Een dikke baggerlaag, als gevolg van bladinval is een groot<br />

probleem, en zorgt voor nalevering van nutriënten en een hoge zuurstofvraag. De zuurstofgehaltes<br />

zijn een probleem want deze vertonen regelmatig lage waarden die kunnen leiden tot vissterfte.<br />

De chloridegehalten zijn wat hoger als gevolg van het inlaatwater van de Gaasp. De inrichting van<br />

de watergangen is het grootste probleem, de diepte en breedtedimensies zijn zeer onder de maat<br />

waardoor de aquatische ecologie niet bestand is tegen welke belasting dan ook. Voor deze polder<br />

zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld.<br />

De aanwezige dikke baggerlaag vormt een knelpunt.<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

44<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Polder Nieuwe Bullewijk<br />

De waterkwaliteit en ecologie in de Polder Nieuwe Bullewijk is zeer divers door de combinatie van<br />

stedelijk en landelijk gebied en natuur in deze polder. Er wordt daarom onderscheid gemaakt in<br />

het stedelijk water en het golfterrein Olympus.<br />

De waterkwaliteit van het oppervlaktewater in het stedelijk gebied is rijk aan de nutriënten fosfaat<br />

en stikstof, en brak. De belangrijkste bron van chloride is kwel. De chlorideconcentratie varieert<br />

sterk per meetpunt. Hoe groter de invloed van kwel, hoe brakker het oppervlaktewater, hier ligt<br />

een duidelijke relatie met de dikte van de deklaag zoals uitgelegd in het hoofdstuk grondwater. De<br />

kleur van het water is bruin. Er is geen ondergedoken en drijvende vegetatie, alleen hier en daar<br />

wat oevervegetatie op de meestal licht beschoeide oevers. Dit heeft te maken met een beperkt<br />

doorzicht, intensief onderhoud en de hoge chloridegehaltes. De visstand wordt gedomineerd<br />

door meerzomerige algemene soorten. Plantminnende soorten zijn vrijwel afwezig als gevolg<br />

van het ontbreken van vegetatie. Het hoge chloridegehalte in de BLW en het ontbreken van<br />

paaimogelijkheden verklaart het ontbreken van jonge aanwas in de vispopulatie. Voor dit deel<br />

van de polder zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld. Daarom staat het stoplicht op<br />

rood, conform de classificatie ‘het watersysteem op orde’ :<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

Golfbaan Olympus<br />

De waterkwaliteit op het terrein van golfbaan Olympus is rijk aan de nutriënten fosfaat en stikstof<br />

en redelijk brak. Kunstmatige bemesting door de beheerder van het golfterrein zou een oorzaak<br />

van de hoge fosfaatgehaltes kunnen zijn. De sloten op het golfterrein zijn soortenarm op het<br />

gebied van vegetatie. Dit komt doordat er vaak veel kroos aanwezig is en omdat er weinig<br />

submerse en drijfblad vegetatie voorkomt. Er zijn geen recente opnamen van de visstand, de<br />

macrofauna en fytoplankton, dus hier kan in dit kader geen uitspraak over gedaan worden.<br />

Voor dit deel van de polder zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld. Daarom staat het<br />

stoplicht op rood, conform de classificatie ‘het watersysteem op orde’ :<br />

Kwaliteit/ecologie<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

45


# S<br />

% U<br />

SARPHATIPARK<br />

# S<br />

³ #<br />

Y # Y # Y # Y # Y #<br />

Y #<br />

[ %<br />

[ %<br />

U %<br />

ATEKPOLDER<br />

# S<br />

U %<br />

U %<br />

[ %<br />

# S # S<br />

(Klein) Duivendrechtse<br />

Polder<br />

Polder de Rondehoep<br />

OOSTERPARK<br />

# S # S<br />

Keurkaart AGV 2006<br />

³ #<br />

U %<br />

(Groot) Duivendrechtse<br />

Polder<br />

46<br />

Y #<br />

³ #<br />

[ %<br />

# S<br />

[ %<br />

% U<br />

³ #<br />

[ %<br />

³ # ³ # ¥<br />

[ %<br />

[ %<br />

# S<br />

# S<br />

POLDER DE TOEKOMST<br />

# S<br />

Y #<br />

³ # [ %<br />

³ #<br />

# S<br />

# S<br />

Venser Polder<br />

# S<br />

Holendrechter- en<br />

Bullewijker Polder<br />

WATERGRAAFSMEERPOLDER<br />

# S # S<br />

Polder de Nieuwe Bullewijk<br />

FLEVO-<br />

PARK<br />

9<br />

# S<br />

[ %<br />

# S<br />

[ %<br />

Y #<br />

³ #<br />

\ &<br />

# S<br />

³ #<br />

9<br />

U %<br />

[ %<br />

[ %<br />

U %<br />

Polder Waardassacker en Holendrecht<br />

[ %<br />

Y #<br />

Bijlmermeer<br />

³ #<br />

U %<br />

Diemerpolder<br />

Y #<br />

DIEMER<br />

BUITEN-<br />

DIJKSCHE<br />

POLDER<br />

ZUID-BIJLMER<br />

# S<br />

[ %<br />

Y #<br />

[ %<br />

Broekzijdsche Polder<br />

[ % ³ #<br />

[ %<br />

Overdiemerpolder<br />

Gemeenschapspolder<br />

west<br />

[ %<br />

[ %<br />

[ %<br />

# S<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

Gein- en<br />

Gaasperpolder<br />

Y #<br />

[ %<br />

U %<br />

³ #<br />

9<br />

# S<br />

Aetsveldsche<br />

Polder west<br />

0 5 0 0 1 0 0 0 1 5 0 0 M e t e r s<br />

[ %<br />

U %<br />

U %<br />

Y #<br />

# S<br />

U %<br />

[ %


3.5 Veiligheid<br />

Veiligheid tegen overstroming in diepe polders<br />

met hoogstedelijk gebruik gaat verder dan<br />

het op hoogte houden van de dijken om<br />

de polders heen. Het hanteren van een<br />

meerlaagse veiligheidsbenadering grijpt<br />

in op het voorkomen van overstromingen,<br />

duurzame ruimtelijke inrichting,<br />

rampenbestrijding en communicatie.<br />

In dit waterplan wordt niet uitgebreid<br />

ingegaan op de eerste laag, aangezien<br />

de dijken in de Bijlmerring opgenomen<br />

zijn in het dijkverbeteringsprogramma en<br />

omdat dit niet zozeer het raakvlak van de<br />

verantwoordelijkheden van het stadsdeel en<br />

het waterschap betreft.<br />

Watersysteem op orde<br />

De eerste twee aspecten van de meerlaagse<br />

veiligheid (overstromingen, duurzame<br />

ruimtelijke inrichting ) hebben te maken met<br />

de staat en verschijningsvorm van fysieke<br />

objecten. De derde (rampenbestrijding<br />

en communicatie) heeft te maken met het<br />

toegerust zijn op calamiteiten van de betrokken<br />

organisaties en de perceptie van burgers. Voor<br />

watersysteem op orde zijn de eerste twee<br />

aspecten belangrijke graadmeters.<br />

Voor de eerste laag moeten de dijken op<br />

hoogte zijn en de stabiliteit moet goed zijn. De<br />

tweede laag is gericht op het beperken van<br />

gevolgschade door compartimenteringswerken<br />

en compartimenteren van de<br />

polders. Hiertoe moeten de<br />

compartimenteringswerken functioneren en<br />

de compartimenteringskeringen op hoogte en<br />

goed gesitueerd zijn.<br />

Complexiteitsniveau Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

6 meerlaagse (1&2) veiligheid Groen Compartimentering is Aan meerlaagse Geen maatregelen<br />

(modelmatig)<br />

op hoogte en op orde<br />

(doorgangen etc.)<br />

veiligheidsconcept<br />

Oranje Compartimentering is Basiseisen van Maatregelen om op hoogte<br />

niet op hoogte en/of veiligheid<br />

te brengen of gaten te<br />

niet op orde<br />

dichten koppelen aan<br />

(doorgangen etc.)<br />

Ruimtelijke ontwikkelingen.<br />

Mogelijkheid interne<br />

calamiteitenberging<br />

onderzoeken<br />

Rood Directe keringen zijn<br />

niet op orde.<br />

Niet Kadereconstructies starten<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Op de pagina links is de keurkaart<br />

weergegeven waarin alle waterkeringen in de<br />

Bijlmerring zijn weergegeven. Er is onderscheid<br />

te maken in directe keringen (alle dijken<br />

die direct het water van de boezem weren)<br />

en indirecte keringen (polderscheidingen<br />

en compartimenteringskeringen). De<br />

compartimenteringskeringen zorgen er<br />

voor dat bij een doorbraak van een directe<br />

boezemkering de gevolgschade beperkt<br />

blijft. Niet het hele gebied van de Bijlmerring<br />

overstroomt dan, maar alleen het gedeelte dat<br />

direct in contact staat met het gebied waar de<br />

doorbraak heeft plaatsgevonden.<br />

Binnen de Bijlmerring is er een ring van<br />

compartimenteringskeringen (zie kaart op<br />

volgende pagina) die de ondiepe polders<br />

scheidt van de diepe polders. Zo zijn de Polder<br />

Zuid Bijlmer (-2,70 m NAP) en de Bijlmermeer<br />

(NAP -4,20 m) van elkaar gescheiden<br />

door de Gaasperdammerweg en de Polder<br />

Nieuwe Bullewijk (NAP -4,70 m)<br />

en Polder Zuid Bijlmer (NAP -2,70 m) door de<br />

Spoorlijn Utrecht-<strong>Amsterdam</strong>.<br />

De verschillende delen van de<br />

compartimentering in de Bijlmerring<br />

hebben hoogtes variërend van circa NAP<br />

-2 m (bij Abcoude) tot hoger dan NAP +4 m<br />

(Gaasperdammerweg). De Daalwijkdreef heeft<br />

een gemiddeld maaiveldhoogte van<br />

NAP +1,60 m.<br />

47


Amstelveen<br />

Mijdrecht<br />

#<br />

Voor de Bijlmerring zijn inundatiemodelleringen gemaakt, waaruit het optreden slachtofferrisico,<br />

overstromingsschade of hinder wordt bepaald voor verschillende scenario’s. In bijlage<br />

2 zijn de resultaten hiervan opgenomen. Besloten is dat de optimale hoogte van de<br />

compartimenteringskeringen binnen de Bijlmerring op NAP -0,40 m moet worden gesteld. De<br />

toetsingshoogte wordt daar dan ook op gesteld.<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

raadschap Amstel, Gooi en Vecht<br />

rdam<br />

Maarssen<br />

Weesp<br />

Veiligheidsnormen waterkeringen Bijlmerring<br />

Knelpunten<br />

Laren<br />

De compartimenteringskeringen zijn niet in optimale staat. In de huidige situatie<br />

Schaal:<br />

zitten<br />

1:<br />

er<br />

145.000<br />

in<br />

de keringen verschillende verkeersdoorsnijdingen, die ‘gaten’ in de dijken vormen. Daarnaast<br />

0 1 2 Kilometers<br />

is nog niet vastgesteld wat de hoogte van de keringen moet zijn, waardoor onbekend is waar<br />

ruimtelijke ontwikkelingen op getoetst dienen te worden. Door beide oorzaken is de functie van de<br />

compartimenteringskering Hilversum<br />

niet goed geborgd in de huidige situatie.<br />

De toetsing voor het watersysteem op orde voor de tweede laag van de veiligheidsbenadering<br />

Baarn<br />

voor de gehele Bijlmerring is als volgt:<br />

48<br />

Veiligheid<br />

Bussum<br />

De Bilt<br />

Huizen<br />

Soest<br />

Weesp<br />

Legenda<br />

Veiligheidsnorm en<br />

overschrijdingsfrequentie<br />

conform IPO richtlijn<br />

I (1/10)<br />

II<br />

III<br />

IV<br />

Datum: december 2005<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

(1/30)<br />

(1/100)<br />

(1/300)<br />

N<br />

V (1/1000)<br />

H


3.6 Beleving<br />

De beleefbaarheid van water wordt in twee<br />

categorieën ingedeeld: water als onderdeel<br />

van de ruimtelijke structuur, inclusief water<br />

waarop en waaraan gerecreëerd kan worden<br />

en bewustwording over water. In deze<br />

paragraaf wordt dit verder uitgewerkt. In de<br />

verdere vertaling van de aspecten naar een<br />

opgave en maatregelen is de belevingswaarde<br />

van water volgend op de overige aspecten<br />

waterkwantiteit, waterkwaliteit, grondwater en<br />

veiligheid.<br />

7. Beleefbaarheid van<br />

water<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Watersysteem op orde<br />

Voor beleving en ruimtelijke kwaliteit zijn<br />

complexiteitsniveaus toegevoegd aan<br />

de systematiek “watersysteem op orde”.<br />

Ruimtelijke kwaliteit is minder objectief te<br />

benaderen dan bijvoorbeeld waterkwantiteit,<br />

maar het is wel degelijk te beoordelen.<br />

Factoren van belang bij ruimtelijke kwaliteit<br />

zijn de verschijningsvorm van het water, de<br />

daarmee samenhangende functie ervan in de<br />

openbare ruimte, of het water een meerwaarde<br />

biedt aan de omgeving en zijn bewoners<br />

en gebruikers, en of het water een identiteit<br />

verleent aan een gebied.<br />

Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

Rood De functie-eisen<br />

worden niet behaald.<br />

Oranje Mogelijkheden om<br />

kwaliteitsverbetering<br />

van de omgeving te<br />

realiseren met water<br />

zijn aanwezig maar<br />

worden niet benut<br />

Groen Water draagt bij aan<br />

een kwalitatieve<br />

omgeving en volgens<br />

beoogde functie<br />

Niet Functie waarborgen<br />

Niet voldoende Ruimtelijke ingrepen<br />

voortvloeiend uit de<br />

wateropgave benutten<br />

om de beleefbaarheid<br />

te verbeteren<br />

Voldoet Geen maatregelen<br />

49


50<br />

kaart waterstructuur<br />

Waterloop langs het Ganzenhoefpad, Bijlmerpolder<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlmermeerpolder<br />

De Bijlmermeerpolder is een droogmakerij, in de jaren ’60 opgespoten met ongeveer 2 meter<br />

zand ten behoeve van de verstedelijking. In de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet<br />

van de Bijlmermeer waren de waterlopen onderdeel van een heldere ruimtelijke structuur.<br />

Deze waterstructuur is gekenmerkt door drie grote watergangen in de oost- westrichting en<br />

drie watergangen in noord-zuidrichting. Met de vernieuwing van de Bijlmermeer, ingezet in de<br />

jaren ’90, neemt de hoeveelheid oppervlaktewater toe als compensatie voor het toegenomen<br />

bouwoppervlak. Het water werd meer onderdeel van de woonomgeving. De drie oost-west<br />

gerichte watergangen zijn in die periode gethematiseerd.<br />

Met de overkluizing van de Gaasperdammerweg, voorzien in 2014-2020, komt aan de zuidoever<br />

van het Achterpad een overdekte tunnel te liggen.<br />

De maaswijdte van de watergangen in de Bijlmer is groter dan in Gaasperdam. Grote gaten in de<br />

structuur liggen er in de H–buurt, K–buurt, Noord Bijlmer en ook in Holendrecht. Het zijn mogelijk<br />

ook de natste plekken. Een grote hoeveelheid duikers verknippen de watergangen in kleine<br />

stukken.<br />

Het Bijlmerpark is aan de noord- en westzijde met doorgaande waterlopen begrensd.<br />

Bijzondere bruggen en een doordacht padenstelsel, waaronder een doorgaand vlonderpad over<br />

het water, maken dat de beleving van het water in het Bijlmerpark sterk is.<br />

De Bijlmerweide is een langgerekte parkstrook met veel vijvers, waterlopen, weilanden en<br />

bospercelen, en ligt tussen de Weespertrekvaart en de bebouwing in de Bijlmerpolder. Het<br />

creëert een overgang tussen het bebouwde gebied en de landelijke omgeving. De natuurwaarde<br />

van het gebied is hoog, de Bijlmerweide maakt deel uit van de ecologische verbindingszone De<br />

Natuurboog.<br />

Knelpunt/kans<br />

Op een aantal locaties in de Bijlmerpolder zou het water een grotere rol van betekenis kunnen<br />

spelen als identiteitsdrager van de plek.<br />

Beleving<br />

Beleving<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

51


Centraal Park Gaasperdam<br />

52<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Polder Zuid Bijlmer<br />

Polder Zuid Bijlmer is oorspronkelijk een veenpolder. Zowel de woongebieden in Gaasperdam<br />

en Holendrecht als de Gaasperdammerweg zijn opgehoogd met zand uit de Gaasperplas. Met de<br />

verstedelijking van Polder Zuid Bijlmer is ook een waterstructuur aangelegd.<br />

De Gaasperplas is de identiteitsdrager van Polder Zuid Bijlmer. De Gaasperplas heeft een<br />

bijzondere kwaliteit door haar ligging op de overgang stad-land, zijn goede bereikbaarheid<br />

en zijn verkeersluwe omgeving. De plas heeft een regionale functie, mede door de ligging en<br />

de recreatieve functies rond de plas. Het watergebonden sportaanbod in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong><br />

concentreert zich rond de Gaasperplas.<br />

De Gaasperzoom is een waterrijk gebied die de Gaasperplas verbindt met de Hoge Dijk. Zij maakt<br />

deel uit van de ecologische verbinding de Natuurboog, net als de Hoge Dijk en de oostoever<br />

van de Gaasperplas. Onderdeel van de Gaasperzoom is de Hollandse Kade, deze vormt de<br />

landschappelijke begrenzing met de veenweiden van het Gein.<br />

In de Hoge Dijk lopen variërende watergangen. Het golfterrein in het recreatiegebied benut het<br />

water als extra landschappelijke kwaliteit.<br />

Knelpunt/kans<br />

Het landschap rondom Gaasperdam is bij uitstek geschikt om water een beeldbepalende rol te<br />

laten spelen. De Gaasperplas en Gaasperzoom zijn hiervoor aangewezen locaties. De relatie<br />

tussen de Gaasperplas en de infrastructuur voor recreatie kan worden versterkt. Kanoroutes<br />

worden nu belemmerd door duikers. In Centraal Park Gaasperdam kan een deel van de<br />

watercompensatieopgave voor de overkluizing van de Gaasperdammerweg worden verwerkt.<br />

Beleving<br />

Beleving<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

53


Venserpolder<br />

54<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Gein- en Gaasperpolder<br />

Een klein deel van de Gein- en Gaasperpolder ligt op het grondgebied van <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>. De<br />

polder is een open veenweidegebied met een voornamelijk agrarische functie. Boerderijen zijn<br />

gesitueerd aan de dijk, het lager gelegen veenweidegebied heeft een ontginningspatroon dat<br />

Beleving<br />

haaks op de Gaasp is georiënteerd. Het oude gemaal is een cultuurhistorisch interessant gebouw.<br />

Beleving<br />

Venserpolder<br />

De waterstructuur in de Venserpolder bestaat uit een assenkruis en twee parallelle watergangen.<br />

Het assenkruis is drager van de ruimtelijke structuur, maar heeft weinig relatie met de bebouwing.<br />

De oost-westsingel heeft een continu profiel, de noord-zuidsingel is gesegmenteerd. De maat van<br />

het water in oost-westrichting is te klein ten opzichte van het gehele openbare ruimteprofiel.<br />

Knelpunt/kans<br />

Het water zou meer betekenis kunnen krijgen als het passend zou zijn bij de maat en schaal van<br />

de singelprofielen. De betekenis van de waterstructuur in zijn geheel zou meer kunnen bijdragen<br />

aan de sfeer, karakter en uitstraling van de wijk.<br />

Beleving<br />

Beleving<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

55


Golfbaan Olympus<br />

56<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Gemeenschapspolder West<br />

De Gemeenschapspolder West is onderdeel van de bufferzone Amstelland Vechtstreek en maakt<br />

deel uit van de Randstad Groenstructuur. De polder moet tegenwicht bieden aan verstedelijking<br />

van <strong>Amsterdam</strong>, door behoud en versterking van de landschappelijke waarden. Het deel van<br />

Gemeenschapspolder West dat in <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> ligt heeft een voornamelijk agrarische<br />

functie. De ruimtelijke opbouw van het gebied wordt bepaald door de rivier de Gaasp, met de<br />

hoger gelegen Lange Stammerdijk en het lager gelegen veenweidelandschap met een loodrecht<br />

op de dijk gerichte ontginningsstructuur. De polder heeft een open karakter, doch ongeveer in het<br />

midden Beleving van het gebied ligt volkstuinencomplex Linnaeus, omgeven door bossages. Deze vormt in<br />

ruimtelijk opzicht een barrière. Het volkstuinencomplex heeft een eigen waterstructuur.<br />

Beleving<br />

Polder Nieuwe Bullewijk<br />

Polder Nieuwe Bullewijk is een diepe polder die deel uitmaakt van de Amstelscheg en van<br />

werkgebied Amstel III. Amstel III is ruim 30 jaar geleden tot ontwikkeling gekomen en is in<br />

snel tempo verstedelijkt, wat gepaard ging met een forse toename van verhard oppervlak. Het<br />

werkgebied bestaat uit verschillende bedrijven en kantoren, ieder op eigen terrein gesitueerd.<br />

Deze eigen terreinen verschillen sterk van inrichting.<br />

Amstel III heeft een watergrid van singels in noord-zuid en oost-westrichting. De waterstructuur<br />

van de polder is niet voltooid, onder meer delen van het Centrumgebied ontbreken. Het<br />

Paasheuvelweggebied, de kantorenlocatie ten zuiden van de A9, vormt een uitzondering op de<br />

waterstructuur. Hier is een kleinschaliger watergrid ontstaan.<br />

Knelpunten<br />

De wateropgave voor een meer duurzaam watersysteem kan een rol van betekenis<br />

spelen in het versterken van de waterstructuur in Amstel III. Ook kan water de identiteit van het<br />

werkmilieu, mogelijk in de toekomst ook woonmilieu, bepalen.<br />

Beleving<br />

Beleving<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

57


Baggerwerkzaamheden H-buurt<br />

58<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


3.7 Beheer<br />

Waterbeheer kan omschreven worden als het<br />

beheer van het watersysteem, waarbij het<br />

gaat om inrichting, beheer en de (ecologische)<br />

kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater,<br />

waterkeringen en waterbodems. Wetgeving,<br />

verordeningen, keuren, leggers en<br />

peilbesluiten bevatten de eisen waaraan het<br />

waterbeheer moet voldoen.<br />

Het complexiteitsniveau van Beheer wordt<br />

bepaald door wettelijke verplichtingen,<br />

belemmering van functies en over afspraken.<br />

Beheerpartijen water<br />

Er zijn veel partijen betrokken bij het beheer<br />

van het watersysteem in <strong>Zuidoost</strong>! Deze<br />

partijen zijn beschreven in bijlage 2.<br />

Het reguliere onderhoud van een watergang<br />

betreft het verwijderen van vegetatie uit<br />

de watergangen zodat voldoende aan- en<br />

afvoer van water gegarandeerd is. Waternet<br />

onderhoudt de natte oever, het deel van<br />

de oever, dat gelegen is onder het hoogst<br />

vastgestelde waterpeil. De droge oever<br />

wordt onderhouden door de beheerder of<br />

eigenaar van het aanliggende terrein. De<br />

terreinbeheerder dient als onderhoudsplichtige<br />

te voldoen aan de schouwplicht zoals door de<br />

waterbeheerder vastgelegd is in de geldende<br />

keur of verordening.<br />

Het stadsdeel en Waternet geven jaarlijks<br />

Beheer<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

opdracht voor het uitvoeren van de schouw. Dit<br />

houdt in dat de watergangen worden bekeken<br />

en overtollige vegetatie wordt verwijderd. Door<br />

de schouw goed uit te voeren en de vegetatie<br />

jaarlijks te verwijderen wordt het verlanden<br />

van de watergangen binnen de perken<br />

gehouden en hoeft er minder snel gebaggerd<br />

te worden. De planning staat op 1x per 8-12<br />

jaar baggeren.<br />

Peildiepte<br />

De meeste wateren in de polders Bijlmer,<br />

Nieuwe Bullewijk en Zuid Bijlmer worden op<br />

1,25 meter diepte gebaggerd. In onderzoek is<br />

of het voor bepaalde wateren wenselijk is de<br />

onderhoudsdiepte bij te stellen, vanwege het<br />

gevaar van opbarsting van de bodem, wat tot<br />

ongewenst kwelwater kan leiden. In discussie<br />

is wat de peildiepte moet worden bij nieuwe<br />

watergangen of verbreedde watergangen in<br />

bijvoorbeeld Amstel III. De discussie over de<br />

peildiepte loopt maar is niet afgerond.<br />

Stoplicht Maatlat Voldoet? Consequentie<br />

Rood Beheer is niet op orde<br />

of er zijn geen<br />

afspraken over<br />

verantwoordelijkheid<br />

voor beheer en<br />

onderhoud.<br />

Oranje Goed functioneren<br />

wordt belemmerd door<br />

wijze van beheer.<br />

Niet Afspraken maken en<br />

beheertaken uitvoeren<br />

Niet voldoende Beheer intensiveren of<br />

aanpassen. Of<br />

afspraken maken<br />

tussen beherende<br />

partijen<br />

Groen Beheer is op orde Voldoet Geen wijzigingen<br />

benodigd<br />

59


Drainage, bestaand/nieuw<br />

Drainage mag in beginsel niet permanent worden toegepast in <strong>Zuidoost</strong> omdat dit geen duurzame<br />

oplossing is. Echter in bepaalde Bijlmer vernieuwingsgebieden zijn de grondwaterstanden dermate<br />

hoog dat Waternet en het stadsdeel hebben gekozen voor het aanleggen van drainage, voorbeeld<br />

de E-buurt. De vraag rijst dan wie verantwoordelijk is voor het beheer van deze nieuwe drainage.<br />

Daarover wordt nog gediscussieerd.<br />

Beheer kolken en lijnafwatering/halfverharding/oeverbeschoeiing/steigers<br />

Als wegbeheerder is het stadsdeel eigenaar van rioolkolken en bepaalt het stadsdeel het type kolk<br />

en de locatie. Waternet verzorgt de lediging van kolken om een goed functioneren van het stelsel<br />

te waarborgen. Het schoonmaken van lijngoten doet Waternet niet, het ledigen van zandvangen<br />

van de inzamelkolken (waaruit aangesloten wordt op het rioolstelsel) wordt wel door Waternet<br />

uitgevoerd, mits voldaan wordt aan bepaalde normen en de vereiste toegankelijkheid. Lijngoten<br />

zijn vaak kwetsbaar en vereisen intensief beheer en zijn daardoor kostbaar.<br />

Het risico van verstoppen en daarmee onvoldoende functioneren is groter dan bij reguliere<br />

kolken, wat leidt tot een grotere kans op wateroverlast, bij voorbeeld de lijngoten op het Anton de<br />

Komplein en de Flierbosdreef/parkeerdek Vomar.<br />

Het aanbrengen van halfverharding, voor parkeerplaatsen bij voorbeeld, leidt tot extra<br />

waterberging. Vanuit beheer wordt echter gevreesd voor het dichtslibben van deze verharding<br />

binnen 5 jaar waarna grote plassen op maaiveld zullen ontstaan. Onderzoek is nodig hoe het<br />

beheer van halfverharding zo kan worden geregeld dat de stadsdeelbeheerder er geen problemen<br />

mee heeft.<br />

Financiering beheer oeverbeschoeiing is niet duidelijk. Ruim 10 jaar geleden heeft Waternet deze<br />

beheertaak overgedragen aan het stadsdeel, echter de bijbehorende financiering is niet helder<br />

overgedragen.<br />

Er zijn veel steigers aanwezig in de watergangen van het stadsdeel die nauwelijks worden<br />

gebruikt. De steigers belemmeren de doorvoer van het water, creëren rietgroei nabij de steiger,<br />

kans op drijfvuil van bezoekers en ze zijn vaak niet toegankelijk voor minder validen. Het aantal<br />

steigers zou kunnen worden teruggebracht.<br />

Er kunnen betere afspraken gemaakt worden ten aanzien van het beheer van afwijkende type<br />

hemelwaterafvoersystemen, half verharding, oeverbeschoeiing en steigers.<br />

Beoordeling op complexiteitsniveau beheer<br />

In alle polders is er wel een onderdeel waar verbetering is gewenst, met name betreft dit het<br />

maken van heldere afspraken. Daarom is voor alle polders de kleur rood toegekend.<br />

Beheer<br />

60<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


-<br />

t en<br />

ngt<br />

m.<br />

oen<br />

oom,<br />

e<br />

een<br />

aget<br />

op<br />

e<br />

gerd,<br />

spole<br />

den<br />

van<br />

en-<br />

Waterbeheerders<br />

Waternet<br />

Groengebied Amstelland<br />

<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

Particuliere partij<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

Onderhoudskaart watergangen<br />

61


3.8 Conclusies<br />

De beschrijving van de huidige situatie en knelpunten leveren de onderstaande conclusies<br />

De op. beschrijving van de huidige situatie en knelpunten leveren de onderstaande conclusies op.<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterkwantiteit<br />

Bij het complexiteitsniveau waterkwantiteit wordt toetsing bepaald door de aspecten<br />

• Bij waterkwantiteit, het complexiteitsniveau waterstructuur waterkwantiteit en waterketen wordt in de huidige toetsing situatie. bepaald door de aspecten<br />

waterkwantiteit, Toekomstige ontwikkelingen waterstructuur als klimaatverandering en waterketen in de en bodemdaling huidige situatie. zijn hierin niet<br />

• Toekomstige meegenomen. ontwikkelingen als klimaatverandering en bodemdaling zijn hierin niet<br />

Waterkwantiteit<br />

meegenomen.<br />

o Alleen de Gein- en Gaasperpolder kent bij dit aspect een knelpunt. Het<br />

• Waterkwantiteit actuele peil is lager dan het vigerend peil dat op maaiveldniveau ligt.<br />

Waterstructuur o Alleen de Gein- en Gaasperpolder kent bij dit aspect een knelpunt. Het actuele<br />

o peil Opstuwing is lager van dan water het door vigerend een te peil klein dat gedimensioneerde op maaiveldniveau hoofdwatergang ligt.<br />

speelt in zowel de Gein- en Gaasperpolder als de gemeenschapspolder.<br />

• Waterstructuur<br />

o In de Venserpolder zorgen knelpunten buiten <strong>Zuidoost</strong> voor extra opstuwing.<br />

o Opstuwing De maatvoering van van water duikers door zorgen een te voor klein overschrijding gedimensioneerde van hoofdwatergang speelt<br />

in opstuwingsnormen zowel de Gein- in en de Gaasperpolder Nieuwe Bullewijk. als de Gemeenschapspolder.<br />

Waterketen o In de Venserpolder zorgen knelpunten buiten <strong>Zuidoost</strong> voor extra opstuwing.<br />

o Knelpunten in het hemelwaterstelsel zorgen voor opstuwing in de polders<br />

o De maatvoering van duikers zorgen voor overschrijding van opstuwingsnormen in<br />

Bijlmer en de gemeenschapspolder.<br />

De polder de Zuid Nieuwe Bijlmer Bullewijk. is de enige polder die geen knelpunten kent op het gebied van<br />

• Waterketen waterkwantiteit, waterstructuur en waterketen.<br />

o Knelpunten in het hemelwaterstelsel zorgen voor opstuwing in de polders Bijlmer<br />

Grondwater<br />

en de Gemeenschapspolder.<br />

Grondwater is een jong beleidsveld. De gemeentes hebben op dit onderwerp een<br />

• De wettelijke polder Zuid taak. Bijlmer Er zijn nog is de geen enige landelijke polder normen die geen en er knelpunten is nog geen kent volledig op het gebied van<br />

waterkwantiteit, uitgekristalliseerd waterstructuur beleid. en waterketen.<br />

Grondwater is gebiedsspecifiek. Ontwatering dient afgestemd te worden op<br />

grondgebruik en aanwezige infrastructuur.<br />

Grondwater<br />

In het algemeen is een ontwateringsdiepte ter plaatse van bebouwing kleiner dan 0,5<br />

• Grondwater meter ongewenst, is een tussen jong beleidsveld. 0,5 en 0,9 meter De gemeentes veelal acceptabel hebben en groter op dit dan onderwerp 0,9 meter<br />

een ideaal wettelijke voor de taak. woonfunctie. Er zijn nog geen landelijke normen en er is nog geen volledig<br />

uitgekristalliseerd De hydraulische weerstand beleid. van de ondoorlatende laag is in <strong>Zuidoost</strong> in de polders<br />

• Grondwater Bijlmer en de isNieuwe gebiedsspecifiek. Bullewijk. Dit Ontwatering is uitgewerkt tot dient een afgestemd gedetailleerde te worden op grondgebruik<br />

deklagenkaart.<br />

en aanwezige o Bij een infrastructuur.<br />

aantal gebouwen in de K-buurt staat het grondwater bijna tot aan het<br />

• In het algemeen maaiveld. is De een ondoorlatende ontwateringsdiepte laag tussen ter het plaatse regionale van waterpakket bebouwing en kleiner het dan 0,5<br />

meter ongewenst, freatisch water tussen is in 0,5 deze en buurt 0,9 nagenoeg meter veelal afwezig, acceptabel met name en in groter de dan 0,9 meter<br />

ideaal voor<br />

Krulslabuurt.<br />

de woonfunctie.<br />

• De hydraulische weerstand van de ondoorlatende laag is in <strong>Zuidoost</strong> in de polders Bijlmer<br />

en de Nieuwe Bullewijk. Dit is uitgewerkt tot een gedetailleerde deklagenkaart.<br />

o Bij een aantal gebouwen in de K-buurt staat het grondwater bijna tot aan het<br />

maaiveld. De ondoorlatende laag tussen het regionale waterpakket en het<br />

freatisch water is in deze buurt nagenoeg afwezig, met name in de Krulslabuurt.<br />

o Er zijn ook grondwaterproblemen in de Egolibuurt en er is grondwateroverlast bij<br />

de flats Gouden Leeuw en Groenhoven.<br />

o Door de veelal geringe deklaag in de hele polder, vormt grondwater een knelpunt.<br />

Hier zijn echter geen directe klachten bekend. Wellicht is dit te verklaren doordat<br />

dit gebied een andere gebruiksfunctie heeft.<br />

62<br />

Thema Bijlmerme<br />

erpolder<br />

Waterkwantiteit<br />

Waterstructuur<br />

Waterketen<br />

Grondwater<br />

Waterkwaliteit<br />

Veiligheid<br />

Beleving<br />

Beheer<br />

Polder<br />

Zuid-<br />

Bijlmer<br />

Gein- en<br />

Gaasperpolder<br />

Venserpolder<br />

Gemeen-<br />

Schapspolderwest<br />

Polder<br />

nieuwe<br />

bullewijk<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


• Het zoutgehalte van het kwelwater kan problemen opleveren voor de waterkwaliteit in het<br />

oppervlaktewater.<br />

• In de polder Zuid Bijlmer is er sprake van grondwateroverlast bij Maldenhof/Meijenhof en<br />

Holendrecht West door opbolling. Hierdoor is lokaal sprake van grondwateroverlast.<br />

Waterkwaliteit<br />

• Als basis voor waterkwaliteit is de systematiek van de KRW richtinggevend. Hierin is<br />

de ‘gewenste ecologische toestand’ een sleutelbegrip. De belangrijkste groepen van<br />

factoren zijn: kwaliteitsaspecten (water, waterbodem en grondwater), (hydro)morfologie en<br />

inrichting (oevers) en beheer en onderhoud<br />

• Voor alle polders zijn nog geen ecologische doelstellingen vastgesteld. Daarom staat voor<br />

alle polders het stoplicht op rood, conform de classificatie ‘het watersysteem op orde’.<br />

• Kwelwater heeft in <strong>Zuidoost</strong> grote invloed op de kwaliteit van het water . De kwel heeft<br />

hoge nutriënten- en chloridengehalten. Het water is hierdoor bruin van kleur en heeft een<br />

zeer slecht doorzicht. Dit komt voor in de polder Bijlmer en de Nieuwe Bullewijk.<br />

• Een tweede belangrijk aspect is het areaal beschoeiingen langs de oever. Hierdoor is de<br />

voortplantingssuccessie van vis gering waardoor er geen goed ecologisch evenwicht kan<br />

ontstaan. Dit komt voor in de polder Bijlmer en de Nieuwe Bullewijk en in lichtere mate in<br />

polder Zuid Bijlmer.<br />

• Bij de Gaasperplas wordt via het gemaal water ingelaten en afgevoerd. Dit leidt tot relatief<br />

hoge belasting aan nutriënten. De belasting ligt niet boven de hoogste kritische grens,<br />

maar er is wel een achteruitgang te constateren in eutrofiëring de afgelopen jaren.<br />

• Door een slechte oeverbedekking is er de score macrofauna van de Gaasperplas<br />

ontoereikend.<br />

• De waterkwaliteit in recreatiegebied ‘De Hoge Dijk’ is redelijk goed te noemen.<br />

• Door beheer en onderhoud aan de watergangen (doorstroming) in de Gein- en<br />

Gaasperpolder de oeverbegroeiing gevarieerd, maar niet abundant aanwezig.<br />

• De waterkwaliteit op het terrein van golfbaan Olympus is rijk aan de nutriënten fosfaat en<br />

stikstof en is redelijk brak.<br />

Veiligheid<br />

• Voor <strong>Zuidoost</strong> is binnen de meerlaagse veiligheidsbenadering de compartimentering van<br />

belang.<br />

• Uit inundatiemodelleringen blijken de compartimenteringskeringen nog niet optimaal.<br />

• Hoogten zijn nog niet vastgesteld en gaten en keringen kunnen worden aangepast of<br />

dienen binnen calamiteitenbeheer te worden opgenomen.<br />

Beleving<br />

• Bij beleving van water spreken we over water als onderdeel van de ruimtelijke structuur,<br />

water waarop en waaraan gerecreëerd kan worden en bewustwording over water.<br />

• Het water in polder Bijlmermeer is meer onderdeel geworden van de bebouwde omgeving.<br />

• De Gaasperplas en Gaasperzoom nodigen uit tot beleving van water. Hierin is nog wel<br />

een optimalisatie te bereiken<br />

• Het water zou op diverse plekken meer betekenis kunnen krijgen, en meer kunnen<br />

bijdragen aan de sfeer, karakter en uitstraling van de omgeving.<br />

• De wateropgave voor een meer duurzaam watersysteem kan een rol van betekenis spelen<br />

in het versterken van de waterstructuur in Amstel III. Ook kan water de identiteit van het<br />

werkmilieu, mogelijk in de toekomst ook woonmilieu, bepalen.<br />

Beheer<br />

• In <strong>Zuidoost</strong> zijn meerdere partijen verantwoordelijk voor het beheer van water<br />

en oevers, soms wel drie beheerders op één waterloop. Hierdoor zijn soms<br />

verantwoordelijkheden en afspraken niet helder.<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2011<br />

63


Bewonersadvies<br />

BIJLMERPOLDER<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Vijf verschillende sferen cq gebieden:<br />

1. Het winkelencentrum Bijlmerplein<br />

2. Het groengebied Bijlmerpark<br />

3. Het groengebied Bijmerweide en Diemerpolder<br />

4. Het Bijlmermuseum<br />

5. De diverse woonbuurten<br />

Sfeer<br />

exotisch stedelijk, groen en wonen, natuur<br />

Inrichting/ openbare ruimte<br />

Variërend van grootschalig, onpersoonlijk en soms ontoegankelijk tot<br />

kleinschalig.<br />

Gebruik<br />

Winkelen, bezoek voorzieningen. Bijlmerplein en het Anton de Komplein<br />

is veel activiteit. Veel gewandel en veel autoverkeer.<br />

Architectuur<br />

Variërend van onpersoonlijke tot spannende architectuur, historische<br />

boerderijen en woningbouw<br />

Landschap<br />

Variërend van weinig groen tot relatief veel maar eenzijdig groen.<br />

Natuurlijk groen met cultuurhistorische elementen in de Bijlmerweide.<br />

Gebruikers<br />

Bezoekers voorzieningen, wandelaars, sporters, winkelend publiek,<br />

natuurliefhebbers<br />

Waterberging<br />

Veel korte en tijdelijke & meerdere langdurige bergingsmogelijkheden<br />

Aanbevelingen vanuit participatie


BIJLMERPOLDER<br />

De Bijlmerpolder huisvest het winkelcentrum de <strong>Amsterdam</strong>se<br />

Poort, het groengebied Bijlmerpark, het groengebied<br />

Bijmerweide en Diemerpolder, het Bijlmermuseum en diverse<br />

woonbuurten. Voor de waterberging zijn er veel mogelijkheden,<br />

zowel voor tijdelijke als langdurige berging. Het gebied is een<br />

exotisch stedelijke mengeling van woon- en groengebieden.<br />

De architectuur varieert van onpersoonlijk tot spannend. In de<br />

openbare ruimte wisselt grootschalige en kleinschalige inrichting<br />

elkaar af. Er is veel verkeersdrukte. Sommige deelgebieden<br />

hebben nauwelijks groen, andere relatief veel, maar eenzijdig.<br />

De Bijlmerpolder trekt veel bezoekers: wandelaars, sporters en<br />

winkelend publiek.<br />

De kansen voor de Bijlmerpolder hebben een exotisch accent:<br />

1. Veel mogelijkheden voor korte/tijdelijke en langdurige<br />

waterberging. Een fijn watergrid van waterlinten en waterpoelen<br />

in de woonwijken en in het winkelgebied biedt een belangrijke<br />

toegevoegde waarde. De functies die daaruit voort kunnen komen<br />

versterken de identiteit van het woongebied en de kansen voor<br />

ontmoeting en informele recreatie, zoals kanoën en zwemmen.<br />

2. Tussen (winkel)voorzieningen, activiteiten en waterberging<br />

zijn tal van spannende combinaties mogelijk, denk aan<br />

een drijvende markt, een drijvend restaurant en informele<br />

ontmoetingsplekken.<br />

3. Nieuwe waterroutes vullen de bestaande fiets, wandel en<br />

autoroutes aan.<br />

4. Nieuwe grootschalige waterberging in de F/D-buurt en<br />

de uitbreiding van het watergrid bieden kansen voor informele<br />

ontmoetingsplekken gericht op specifieke doelgroepen. Denk<br />

in de wijk aan speelpoelen en sfeerverhogende waterlinten,<br />

waterpleinen en -torens die een vanzelfsprekende locatie vormen<br />

voor ontmoeting (winkelend publiek, bewoners onderling).<br />

5. Ondertunneling van de Gaasperdammerweg levert een<br />

belangrijke groene verbinding op met veel kansen voor recreatie<br />

en ontmoeting, maar ook nieuwe waterberging.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Boten en waterrestaurant<br />

waterval<br />

wildwaterbaan<br />

Informele ontmoetingsplekken<br />

Informele recreatie op waterroutes<br />

multicultureel<br />

Aanbevelingen vanuit participatie<br />

Nieuwe ontmoetingsplekken<br />

waterkolommen<br />

Informeel winkelen op water<br />

Parlevinkers<br />

winkelen<br />

waterplein<br />

exotisch<br />

orientatie<br />

ruimte voor diversiteit waterplanten


Zelfzuiverende vijver Bijlmerpark<br />

68<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Hoofdstuk 4<br />

Opgave en maatregelen<br />

De opgave voor <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

bestaat uit een eerste stap op weg naar het<br />

eindbeeld in 2040. Uit het Watergebiedsplan<br />

Bijlmerring en het programma Groen & Blauw<br />

is een gezamenlijke vertaling duurzaam<br />

watersysteem <strong>Zuidoost</strong> opgesteld (hoofdstuk<br />

2). Uit de vergelijking van de huidige situatie<br />

met deze vertaling komen knelpunten naar<br />

voren (hoofdstuk 3). De opgave bestaat om<br />

de knelpunten op te lossen en tegelijkertijd<br />

een eerste stap in de richting een duurzaam<br />

watersysteem te maken, met een planhorizon<br />

van 2017.<br />

Gezamenlijk is gekozen voor een planhorizon<br />

van vijf jaar. Dit is gedaan om de opgave en<br />

de daaruit voortvloeiende maatregelen ook<br />

concreet en haalbaar te houden. Dit plan houdt<br />

rekening met bestuurstermijnen, de financiële<br />

zekerheid, doorzicht in wettelijke eisen, maar<br />

wil ook borgen dat het ‘laaghangend fruit’<br />

nu wordt geplukt. Het einddoel verliezen we<br />

daarbij niet uit het oog, alle maatregelen<br />

mogen de situatie niet verslechteren en bij<br />

ontwikkelingen wordt bekeken of elders de<br />

complete situatie verbeterd kan worden.<br />

De opgave wordt in de tweede paragraaf<br />

uitgewerkt in maatregelen per thema, waarin<br />

beschreven staat waar de maatregel nodig<br />

is, wat de maatregel precies inhoudt, wie de<br />

trekker is en wat de urgentie van de maatregel<br />

(stoplichtmethode) is.<br />

Er is meer nodig om het einddoel te bereiken.<br />

In dit <strong>Waterplan</strong> reiken wij de instrumenten aan<br />

waarmee de opgave voor de periode na 2017<br />

in een volgende stap gedefinieerd kan worden.<br />

Dat zal net als dit <strong>Waterplan</strong> een gezamenlijke<br />

inspanning van de ‘waterpartners’ zijn.<br />

Opgave en maatregelen<br />

4.1. De opgave<br />

Waterkwantiteit<br />

Oplossen knelpunten (A2 t/m A4)<br />

Het oplossen van de knelpunten in<br />

watersysteem op orde is een van de opgaven<br />

bij waterkwantiteit. De toetsing van de<br />

waterkwantiteit rust op drie pijlers: NBW<br />

toetsing, hydraulische toetsing en interactie<br />

waterketen/oppervlaktewater. In 2017 voldoen<br />

alle watergangen in <strong>Zuidoost</strong> aan de NBWnorm.<br />

Voor gebieden waar nu (net) geen<br />

inundatie wordt berekend, ligt de opgave<br />

na 2017. Bij ruimtelijke ingrepen dient bij de<br />

planvorming te worden geborgd dat de situatie<br />

in deze en overige gebieden niet verslechterd.<br />

Bij watersystemen waarbij een opstuwing van<br />

meer dan 10 cm plaatsvindt, is een maatregel<br />

nodig in de komende vijf jaar. Locaties<br />

met een geringere opstuwing worden niet<br />

actief aangepakt, maar de situatie mag niet<br />

verslechteren.<br />

Op locaties waar water op straat ontstaat bij<br />

een neerslaggebeurtenis die eens per twee<br />

jaar voorkomt, wordt ingegrepen vanuit de<br />

rioleringstaak. Ook in watersystemen waar wel<br />

het kritische niveau van beïnvloeding van het<br />

hemelwaterstelsel wordt bereikt, maar dit niet<br />

resulteert in water op straat, mag de situatie de<br />

komende vijf jaar niet verslechteren.<br />

Opstellen waterbank (maatregel A1)<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> kent nog een forse<br />

woningbouwopgave. Voor deze verdere<br />

verstedelijking dient meer open water<br />

gerealiseerd te worden. Om deze wateropgave<br />

te coördineren en het water aan te leggen daar<br />

waar het meest bijdraagt aan het duurzaam<br />

maken van het watersysteem, dient er per<br />

polder een waterbank te worden opgesteld.<br />

Onderzoek vasthouden-bergen-afvoeren<br />

(maatregel A16 t/m A18 en E1)<br />

In Nederland wordt gestreefd om binnen de<br />

eigen polders zoveel mogelijk water vast te<br />

69


houden en te bergen. Het afvoeren dient<br />

zoveel mogelijk te worden beperkt. In de<br />

periode van dit waterplan dient onderzocht<br />

te worden wat het voor de verschillende<br />

polders betekent en tot hoever het afvoeren te<br />

beperken is. Het eerste streven is hierbij om<br />

2 tot 3 dagen zelfvoorzienend te zijn. Bij dit<br />

onderzoek is ook de relatie met grondwater en<br />

waterkwaliteit van belang.<br />

Grondwater<br />

Oplossen knelpunten (maatregel C4, E5 en<br />

E7)<br />

In <strong>Zuidoost</strong> mogen geen structurele meldingen<br />

van overlast zijn. Oplossingen moeten<br />

worden gevonden in duurzame ruimtelijke<br />

ontwikkelingen en beheer van de openbare<br />

ruimte, maar ook in een verdergaande<br />

bewustwording bij bewoners.<br />

Kennis vergaren en ontwikkelen (maatregel<br />

C1, A16 t/m A19)<br />

Het grondwater in <strong>Zuidoost</strong> is een ingewikkeld<br />

systeem. Om dit systeem beter te begrijpen is<br />

verrichten van metingen en verder onderzoek<br />

noodzakelijk. Hierdoor zal de kennis over het<br />

systeem toenemen en kunnen gefundeerde<br />

keuzes voor de toekomst gemaakt worden.<br />

Onderzoek naar 2-3 dagen zelfvoorzienend<br />

en het zuiveren van het water dat binnen de<br />

polder blijft zal de kennis vergroten over een<br />

duurzaam watersysteem in <strong>Zuidoost</strong>.<br />

Beheer (maatregel C3)<br />

De keuze voor het aanleggen van<br />

grondwaterbeheersende maatregelen in<br />

samenhang met het regelen van het beheer<br />

van deze maatregelen moet goed geregeld<br />

worden<br />

Innovatieve ideeënstudie (maatregel C2)<br />

Het grondwater in <strong>Zuidoost</strong> levert problemen,<br />

maar biedt ook kansen. Het is een opgave<br />

van dit waterplan om innovatieve ideeën te<br />

stimuleren en te genereren.<br />

70<br />

Ecologische waterkwaliteit<br />

Oplossen knelpunten (maatregel Ax en B2)<br />

De waterkwaliteit in het stedelijk gebied van<br />

Driemond wordt verbeterd. Dit kan door een<br />

gescheiden rioolstelsel aan te leggen en het<br />

baggeren van de waterlopen.<br />

Uitvoeren Kader Richtlijn Water (maatregel<br />

A10 en A12)<br />

Voor de Gaasperplas (KRW-lichaam) wordt<br />

een bypass gerealiseerd om te zorgen dat<br />

water van schoon naar vervuild stroomt, en<br />

niet andersom.<br />

In het kader van de KRW (2027) wordt er ook<br />

onderzoek verricht naar het natuurvriendelijk<br />

maken van de oevers van de Gaasperplas, hier<br />

wordt een koppeling gelegd met woningbouw-<br />

opgaven.<br />

Opstellen beleidsregels (maatregel A9)<br />

Voor alle overige wateren in het gebied van<br />

<strong>Zuidoost</strong> worden ecologische doelstellingen<br />

(anticiperend op de KRW) vastgesteld. Dit<br />

betreft alle polders op het waterlichaam<br />

Gaasperplas na; hiervoor zijn in 2009 al<br />

ecologische doelen geformuleerd. Voor 2017<br />

kan in beeld worden gebracht in welke overige<br />

wateren er maatregelen nodig zijn om aan<br />

de gewenste ecologische kwaliteit in 2040<br />

(precieze termijn nog onbekend) te voldoen.<br />

De uitvoering hiervan kan vanaf 2017 starten.<br />

Aanpassen stromingsrichting (maatregel A10<br />

t/m A11)<br />

Het aanpassen van het stromingspatroon in<br />

een polder kan positieve gevolgen hebben<br />

voor de ecologische kwaliteit omdat hierdoor<br />

waardevolle gradiënten (bijvoorbeeld in<br />

chloride gehalte) kunnen ontstaan. De bypass<br />

van de Gaasperplas is hier een voorbeeld<br />

van. Daarnaast wordt de stroomrichting in<br />

de Bijlmerweide geoptimaliseerd, naast de<br />

belasting met vervuild water is hier ook sprake<br />

van een chloridegradiënt. In de optimalisatie<br />

zijn de genoemde gradiënten de knoppen om<br />

aan te draaien.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Veiligheid<br />

Op orde keringen en toetshoogten (maatregel<br />

A13)<br />

De compartimenteringskeringen moeten op<br />

orde zijn. Voor 2017 kunnen deze keringen<br />

dan getoetst worden en waar nodig kunnen<br />

maatregelen worden opgesteld. Na 2017 kan<br />

de uitvoering van de maatregelen starten<br />

(planning afhankelijk van werk-met-werk<br />

mogelijkheden).<br />

Onderzoek optimalisering<br />

compartimenteringskeringen (maatregel A13)<br />

De compartimenteringskeringen dienen<br />

de gevolgschade van een doorbraak te<br />

beperken. De analyse in het kader van de<br />

verlaging van de Daalwijkdreef laat zien dat<br />

aanpassingen kunnen leiden tot een verbeterd<br />

systeem. Verder onderzoek hiernaar is in deze<br />

planperiode nodig.<br />

Calamiteitenorganisatie (maatregel A14)<br />

Weten wat te doen bij een calamiteit is<br />

belangrijk om het slachtofferrisico van een<br />

doorbraak te minimaliseren. Binnen de<br />

calamiteitenorganisatie is het nodig op basis<br />

van de actuele situatie (onder andere de staat<br />

van de compartimenteringen) een geoefend<br />

plan te hebben.<br />

Beleving (maatregel A8, A15, A20 en E6)<br />

De opgave is om op zowel korte als lange<br />

termijn de ingrepen die nodig zijn ten behoeve<br />

van een duurzame waterhuishouding zoveel<br />

mogelijk te laten samengaan met een<br />

zorgvuldige ruimtelijke inpassing, zodat de<br />

beleving van water optimaal wordt. Water wordt<br />

ingezet om een rol te spelen in de identiteit<br />

van de omgeving: zichtbaar water, mogelijk<br />

structurerend of beeldbepalend water. De<br />

wateropgave is ook aanleiding om in te zetten<br />

op recreatie, zowel sport als ontspanning in<br />

en naast het water, en op natuurontwikkeling,<br />

educatie en bewustwording.<br />

Uit de brainstorm met bewoners zijn<br />

succesfactoren benoemd en is een<br />

Opgave en maatregelen<br />

advies per polder gedestilleerd. Deze<br />

zijn in het waterplan opgenomen als<br />

intermezzo’s. Zij dienen ter inspiratie en<br />

als richtlijn voor stedenbouwkundigen en<br />

landschapsontwerpers in toekomstige<br />

planvorming.<br />

Beheer (maatregel B1)<br />

Het beheer van het water in de openbare<br />

ruimte is op orde. Bij ingrepen dienen<br />

beheersaspecten in een vroegtijdig stadium te<br />

worden meegenomen. De onduidelijkheden op<br />

het gebied van beheer van drainage moeten<br />

worden weggenomen. Voor elke partij is<br />

duidelijk welke verantwoordelijkheden op het<br />

gebied van beheer zij hebben.<br />

4.2 Uitvoeringsprogramma<br />

In bijlage 1 zijn alle maatregelen van<br />

het <strong>Waterplan</strong> <strong>Zuidoost</strong> opgenomen. De<br />

maatregelen zijn in de tijd uitgezet (op<br />

korte en op lange termijn) en hebben een<br />

urgentie (rood en oranje) meegekregen. Na<br />

vaststelling van het <strong>Waterplan</strong> worden de<br />

A-maatregelen, de op korte termijn op te<br />

pakken maatregelen, verder uitgewerkt in een<br />

uitvoeringsprogramma.<br />

In het uitvoeringsprogramma staan:<br />

- de maatregel<br />

- het resultaat van de maatregel<br />

- de projecttrekker<br />

- de financiële verdeling<br />

- de planning van de uitvoering<br />

- de indicatieve kosten<br />

- niveau van de maatregel (“eigen” of “met<br />

derden”)<br />

71


Bewonersadvies<br />

POLDER ZUID BIJLMER<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Vier verschillende sferen cq gebieden:<br />

1. De Gaasperplas<br />

2. Het groengebied Gein en Gaasperpolder<br />

3. Het groengebied rondom het Suideraspad en tussen<br />

Schoonhovendreef en Valburgdreef<br />

4. De Gaasperdammerweg<br />

Sfeer<br />

Wonen en groen, en diverse vormen van recreatie en ontspanning<br />

Inrichting/openbare ruimte<br />

Veel beschikbare ‘vrije’ groene ruimte.<br />

Gebruik<br />

Wonen, recreëren, verplaatsen<br />

Architectuur<br />

Veel woningbouw<br />

Landschap<br />

Groen en gevarieerd<br />

Gebruikers<br />

Bewoners <strong>Zuidoost</strong>, bezoekers recreatiegebied (brede groep van<br />

binnen en buiten het stadsdeel), specifieks sporters en ontspanningzoekers.<br />

Waterberging<br />

Veel korte en tijdelijke & langdurige bergingsmogelijkheden<br />

Aanbevelingen vanuit participatie<br />

4 3<br />

4<br />

1


POLDER ZUID BIJLMER<br />

Polder Zuid Bijlmer huisvest de Gaasperplas, de<br />

Gaasperdammerweg, het groengebied Gein en Gaasperpolder,<br />

het groengebied rondom het Suideraspad en tussen<br />

Schoonhovendreef en Valburgdreef, en de woonwijken in<br />

Gaasperdam (Holendrecht, Reigersbod, Gein). De polder heeft<br />

veel mogelijkheden voor langdurige waterberging. De sfeer is<br />

die van ruim wonen omringd door groene (recreatie)zones. Het<br />

landschap is groen en gevarieerd. De recreatievoorzieningen<br />

trekken behalve de bewoners van de woonbuurten bezoekers<br />

uit heel <strong>Zuidoost</strong> en daarbuiten.<br />

De kansen voor polder Zuid Bijlmer hebben een speels stedelijk<br />

accent en bestaan uit:<br />

1. In de polder Zuid Bijlmer is naast de bestaande waterberging,<br />

nog veel langdurige waterberging mogelijk, bijvoorbeeld in<br />

het groengebied tussen Valburgdreef en Schoonhovendreef,<br />

waar men kansen ziet voor een waterpark. Reigersbos zou<br />

een klein Venetië in <strong>Zuidoost</strong> kunnen worden.<br />

2. Nieuwe ontmoetingsplekken en kansen om stedelijke<br />

accenten toe te voegen, zowel in de Gaasperplas als het<br />

park. Genoemd werd bijvoorbeeld een aquaduct. Andere<br />

suggesties: een stadstrand aan de Gaasperplas in combinatie<br />

met een drijvend hotel (denk aan het IJhotel).<br />

3. Combineren van bestaande en nieuwe fietsroutes met<br />

een stelsel van (tijdelijke) waterroutes, aangelegd in<br />

‘uiterwaardenlandschap’ met verlaagde groenstroken.<br />

4. Beter benutten van de potentie van de bestaande waterlopen:<br />

kansen te over voor informeel spel en recreatie.<br />

5. Interessante mogelijkheden voor het vertikaal bergen van<br />

water en het als markeringspunten vormgeven van de<br />

inlaadlocaties.<br />

6. Aanleg van wadi’s (regenwateropvang en afvoer).<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


sauna<br />

ijshotel<br />

Nieuwe ontmoetingsplekken<br />

Stedelijk postzegelwaterpark<br />

aquaduct<br />

Fietsen langs waterroute<br />

Waterberging op daken<br />

Inlaadpunten<br />

Uiterwaarden<br />

Verlaagde groenstroken<br />

wellness<br />

Eb en vloed<br />

watertoren<br />

Postzegelwaterpark<br />

Aanbevelingen vanuit participatie<br />

blijburg<br />

waterlift<br />

horeca<br />

Formele Ontmoetingsplek<br />

4<br />

4


Strandje in De Hoge Dijk (in de winter)<br />

76<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Hoofdstuk 5<br />

Participatie en communicatie<br />

5.1 Participatie<br />

Het participatietraject bestaat uit drie fasen:<br />

Ideeën verzamelen, terugkoppelen en<br />

informeren en inspreken.<br />

Ideeën verzamelen<br />

Deze fase bestond uit twee brainstormsessies:<br />

één voor professionals (stedenbouwkundigen<br />

en beleidsmedewerkers) en één voor<br />

bewoners en andere belanghebbenden<br />

(belangengroepenorganisaties, actiegroepen<br />

van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> e.d.). Bewoners uit<br />

<strong>Zuidoost</strong> zijn breed uitgenodigd via de bekende<br />

kanalen (internet, lokale kranten en radio,<br />

netwerk); de belangenorganisaties zijn direct<br />

op naam benaderd. Voorafgaand aan de<br />

brainstormsessie ontving iedereen een korte<br />

toelichting op de watersituatie in <strong>Zuidoost</strong> en<br />

de uitdagingen waar het stadsdeel voor staat.<br />

Participatie en communicatie<br />

Tijdens beide brainstormsessies is op<br />

verschillende manieren nagedacht over<br />

oplossingen en mogelijkheden. De deelnemers<br />

brainstormden in groepjes over concrete<br />

vragen en kregen de kans deze in woord en<br />

beeld te beantwoorden. Daarbij gaven ze<br />

hun ideeën letterlijk een plaats op de kaart<br />

van <strong>Zuidoost</strong>. Beide groepen konden ook<br />

hun voorkeuren aangeven op sfeerpanelen<br />

met verschillende waterlandschappen. Tot<br />

slot hebben bewoners en belanghebbenden<br />

een enquête ingevuld. Deze enquête is ook<br />

voor alle inwoners van <strong>Zuidoost</strong> beschikbaar<br />

gesteld via de website van het stadsdeel. De<br />

ideeën van de professionals en de bewoners<br />

komen in grote lijnen met elkaar overeen.<br />

Van de bewoners waren de ideeën creatiever<br />

en gingen uit van zichtbare oplossingen. De<br />

professionals kwamen vaker met technische<br />

77


oplossingen uit het zicht.<br />

Zoals het verslag laat zien hebben de<br />

brainstormen een overvloed aan ideeën<br />

opgeleverd. Hieronder staat beschreven hoe<br />

deze ideeën verwerkt zijn in het waterplan.<br />

De stukjes succesfactoren en advies per<br />

polder zijn als vier aparte intermezzo’s<br />

opgenomen. Deze maken duidelijk hoe<br />

bewoners het water ervaren per polder en<br />

hoe zij water beleven. Zij dienen ter inspiratie<br />

en ontwerprichtlijn voor ontwerpers openbare<br />

ruimte en stedenbouwkundigen die werken aan<br />

toekomstige planvorming in <strong>Zuidoost</strong>.<br />

De ideeën van de bewoners zijn middelen om<br />

de functionele eisen waar in de maatregen<br />

naar gestreefd wordt vorm te geven. Zo<br />

kan voor verschillende ideeën in de meeste<br />

gevallen verwezen worden naar al op genomen<br />

maatregelen of plannen.<br />

Realisatiestrategie:<br />

1. Uitvoeren wettelijke taken<br />

2. Inbrengen en meeliften met andere te<br />

realiseren projecten<br />

3. Wat overblijft zelf realiseren<br />

4. Open staan voor initiatieven van<br />

derden met betrekking tot water<br />

Bijvoorbeeld:<br />

- terrassen aan het water (horeca westoever<br />

Gaasperplas)<br />

- natuurvriendelijke oevers (2 ha oevers in<br />

Bijlmerweide watercompensatie RWS)<br />

- oeverbegroeiing en schoonwater (bypas<br />

Gaasperplas KRW)<br />

- paddenpoelenplek voor dieren (Diemerbos),<br />

en ecologienota (verdere uitwerking<br />

Natuurzoom)<br />

Voor de derde categorie komen een aantal<br />

ideeën van bewoners in aanmerking, die<br />

naar verwachting niet zullen landen in andere<br />

projecten of initiatieven. Het voorstel is dan ook<br />

om deze als maatregelen op te nemen:<br />

78<br />

- regenmeter / grondwatermeter<br />

- waterfietsen of kanoroute<br />

- ijsbaantje aanleggen<br />

- waterspeelplek (krachtenbundeling met GGA<br />

en AGV)<br />

Voorbeeld van een particulier initiatief kan zijn:<br />

- kwel kuurbaden<br />

Terugkoppelen<br />

Deze fase bestaat Ondermeer uit een<br />

klanksessie waarin aan bewoners het concept<br />

wordt voorgelegd. Zij kunnen dan beoordelen<br />

of de opbrengsten uit de voorgaande fase<br />

op een juiste manier is verwerkt. Daarnaast<br />

kunnen zij hun mening geven over het concept<br />

plan. Het plan is tevens gestuurd naar de<br />

projectbureaus Vernieuwing Bijlmermeer en<br />

<strong>Zuidoost</strong>lob. Ook Groengebied Amstelland is<br />

om een reactie gevraagd.<br />

In het algemeen waren de reacties zeer<br />

positief. Naast verduidelijkingvragen en<br />

tekstuele opmerkingen zijn er ook nog<br />

nieuwe ideeën voor maatregelen ingebracht.<br />

Voorbeelden hiervan zijn:<br />

- waterfietsen op de Gaasperplas<br />

- informatieverstrekking uitvoering maatregelen<br />

waterplan en beheer<br />

- aanlegstijgers in de Gaasp<br />

- aanleggen paddenpoelen in de Bijlmerweide<br />

Inspreken<br />

De laatste fase van het participatie bestaat uit<br />

de formele inspraakprocedure.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


5.2 Communicatie en<br />

bewustwording over water<br />

<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> is gelegen onder<br />

zeeniveau, mensen wonen en werken in<br />

diepe polders. Over het algemeen is men<br />

zich hier niet van bewust, noch van wat<br />

de consequenties hiervan kunnen zijn,<br />

bijvoorbeeld met betrekking tot grondwater of<br />

veiligheid.<br />

Bij wateroverlast wordt onderscheid gemaakt<br />

in verschillende gradaties: hinder, overlast en<br />

schade. Plasvorming in de openbare ruimte bij<br />

piekbuien is hinderlijk, bij ondergelopen huizen<br />

is er sprake van schade, bij een dijkdoorbraak<br />

is er sprake van gevaar.<br />

Klachtenafhandeling / Informatievoorziening<br />

De meeste klachten die het stadsdeel ontvangt<br />

gaan over drijfvuil. Er is één meldpunt voor<br />

alle klachten over de openbare ruimte in het<br />

stadsdeel. Het meldpunt is tijdens kantooruren<br />

bereikbaar (020 2525222).<br />

Zuidelijke strand Gaasperplas<br />

Participatie en communicatie<br />

Meldingen en klachten bij Waternet worden<br />

volgens geldende procedures afgehandeld.<br />

Inwoners van het stadsdeel kunnen de<br />

centrale meldingen- en storingsdiensten van<br />

Waternet benaderen (0900-9394). Hier kunnen<br />

klachten worden gemeld over bij voorbeeld<br />

grondwateroverlast of verstopte kolken.<br />

Op de website van AGV en Waternet is<br />

uitgebreid informatie over water gerelateerde<br />

onderwerpen te vinden. Ook verschijnen<br />

daarop de nieuwe verordeningen en<br />

beleidsstukken. Het stadsdeel heeft op de<br />

eigen website het Programma Groen en Blauw<br />

staan. Voor relevante vergunningenaanvragen<br />

en dergelijke of baggerwerkzaamheden wordt<br />

informatie verstrekt in de stadsdeelkrant (Echo)<br />

op de stadsdeelpagina.<br />

Het stadsdeel gebruikt daarnaast nog het<br />

middel van de nieuwsbrief om in bepaalde<br />

gevallen bewoners te informeren over bij<br />

voorbeeld grondwateroverlast.<br />

79


80<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlagen<br />

Bijlagen<br />

81


Toelichting bij de Maatregelentabel<br />

De maatregelen zijn in de tijd uitgezet als:<br />

A kader lichtgroen<br />

Op korte termijn op te pakken maatregelen<br />

B kader geel<br />

Op het gebied van beheer moet algehele<br />

afstemming komen (beheermaatregelen)<br />

C kader donkergroen<br />

Projecten door andere inititiatiefnemer<br />

opgestart, participerenin ontwikkeling<br />

D kader paars<br />

Niet relevant voor het polderdeel van het<br />

stadsdeel<br />

E lichtblauw<br />

Maatregelen op lange termijn<br />

Onder urgentie wordt verstaan<br />

Rood : MOETEN<br />

volgen uit een wettelijke<br />

verplichting<br />

Oranje: WILLEN<br />

zijn volgend op verplichtingen of zijn<br />

gewenst<br />

82<br />

Nr Maatregel Polder<br />

A1<br />

A2<br />

A3<br />

A4<br />

A5<br />

A6<br />

A7<br />

A8<br />

A<br />

Opstellen waterbank per polder PZB<br />

Actueel peil formaliseren GGP Noordelijk<br />

hoofdpeilv<br />

bij boerde<br />

Langelust<br />

Hoofdwatergang verbreden, in<br />

overleg met GGA belangen bij elkaar<br />

brengen.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

GGP Hoofdwate<br />

Duikers vergroten PNB Met name<br />

bij AMC en<br />

Abcouderstraatweg<br />

Aanleggen poelen BLM Bijlmerwe<br />

Onderzoek vissterfte PZB Wilnisse g<br />

Website maatregelen<br />

Alle<br />

Zichtbaar maken historie Alle


deel<br />

ak<br />

rij<br />

Bijlage 1<br />

Maatregelen<br />

Opgave Urgentie Relatie met ruimtelijke<br />

ontwikkeling<br />

Op korte termijn op te pakken maatregelen<br />

Waterkwantiteit; waterbank Oranje urgentie n.a.v.<br />

watercompensatie verbreding<br />

Gaasperdammerweg<br />

Waterkwantiteit Rood Koppeling met reservering<br />

Zuiveringsmoeras, hierover<br />

afstemming binnen het<br />

Stedelijk <strong>Waterplan</strong><br />

rgang Waterstructuur; knelpunten<br />

oplossen<br />

Waterstructuur; knelpunten<br />

oplossen<br />

ide Waterkwaliteit en Ecologie Oranje Watercompensatie<br />

Gaasperdammerweg<br />

Bijlagen<br />

Initiatief Toelichting<br />

herkomst maatregel<br />

AGV/<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Waterplan</strong><br />

In BLM, PNB is er al<br />

een waterbank.<br />

AGV Peil getoetst<br />

Watergebiedsplan<br />

Bijlmerring<br />

Rood AGV Hydraulische toetsing<br />

(d.d. februari 2010)<br />

zie maatregel A4tje<br />

Bijlmerring<br />

Rood AGV Hydraulische toetsing<br />

(d.d. februari 2010)<br />

zie maatregel A4tjes<br />

Bijlmerring<br />

SDZO/AGV <strong>Waterplan</strong><br />

racht Waterkwaliteit en Ecologie Oranje AGV <strong>Waterplan</strong><br />

Communicatie Oranje AGV/SDZO <strong>Waterplan</strong><br />

Bewustwording Oranje SDZO/AGV <strong>Waterplan</strong><br />

83


84<br />

A9<br />

Ecologische doelstellingen<br />

formuleren<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

Alle Hele polde<br />

Stromingsrichting optimaliseren BLM Bijlmerwe<br />

By-pass Gaasperplas PZB Gaasperp<br />

Oeveropgave Gaasperplas<br />

onderzoeken inclusief ruimtelijke<br />

inpassing studie<br />

Onderzoek naar optimalisering<br />

compartimentering Bijlmerring<br />

PZB Gaasperp<br />

Alle<br />

Toetsingen calamiteiten beheer Alle<br />

Zwemwaterprofiel opstellen PNB Gaasperp<br />

wateropgave Gaasperdam 2-3 dagen<br />

zelfvoorzienend<br />

BLM Gaasperd


Waterkwaliteit en ecologie;<br />

opstellen beleidsregels<br />

ide Waterkwaliteit en<br />

ecologie; aanpassen<br />

stromingsrichting<br />

las Waterkwaliteit en ecologie;<br />

uitvoeren KRW<br />

las Waterkwaliteit en ecologie;<br />

uitvoeren KRW<br />

Veiligheid; optimalisering<br />

compartimenteringskeringen<br />

Veiligheid;<br />

calamiteitenorganisatie<br />

Bijlagen<br />

Oranje situering ecologische oevers<br />

consequent doorvoeren in<br />

waterstructuur per polder<br />

/ ontwerpstudie naar<br />

ecologische oevers per<br />

polder<br />

Oranje In combinatie met maatregel<br />

C7 en C8<br />

Rood Inpassingsstudie stedelijk<br />

waterkanaal Polder Zuid<br />

Bijlmer<br />

Rood Koppeling met Parkenwig,<br />

woningbouw<br />

Oranje Ruimtelijke consequenties in<br />

beeld hebben voor eventuele<br />

inpassingsmaatregelen<br />

AGV Beleid AGV<br />

Gezamenlijke<br />

uitvoering<br />

Waternet<br />

voert uit, RWS<br />

financiert.<br />

<strong>Stadsdeel</strong> doet<br />

ruimtelijke<br />

inpassing<br />

Samenwerking<br />

<strong>Stadsdeel</strong>,<br />

AGV en GGA<br />

Programma<br />

Groen en Blauw<br />

Detailuitwerking KRW<br />

voor Gaasperplas<br />

Detailuitwerking KRW<br />

voor Gaasperplas<br />

AGV Notitie<br />

Compartimentering<br />

Daalwijkdreef,<br />

verslag bestuurlijk<br />

overleg<br />

(vertrouwelijk)<br />

Oranje AGV Notitie<br />

Compartimentering<br />

Daalwijkdreef,<br />

verslag bestuurlijk<br />

overleg<br />

(vertrouwelijk)<br />

las Waterkwaliteit, recreatie Oranje Aanleg nieuw stadstrand met<br />

zwemwater ten noorden van<br />

de Gaasperplas<br />

am Waterkwantiteit; beleving,<br />

visie<br />

Oranje Input voor op te stellen visie<br />

Gaasperdam<br />

AGV<br />

SDZO<br />

GGA<br />

AGV<br />

SDZO<br />

Programma<br />

Groen & Blauw<br />

<strong>Waterplan</strong><br />

85


86<br />

B<br />

B1<br />

B2<br />

wateropgave Bullewijk 2-3 dagen<br />

zelfvoorzienend<br />

wateropgave Bijlmer 2-3 dagen<br />

zelfvoorzienend<br />

Onderzoek naar zuiveren water<br />

binnen polder (relatie met opgave<br />

vasthouden-bergen-afvoeren)<br />

Studie naar optimaliserring<br />

waterrecreatie<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

PNB Polder Nie<br />

Bullewijk<br />

BLM Bijlmerpol<br />

Alle Gaasperd<br />

PZB Gaasperp<br />

Gaasperd<br />

Gaasperz<br />

Waterstructuur verbeteren GSW Watergang<br />

Driemond<br />

Opstellen<br />

samenwerkingsconvenant<br />

Alle<br />

B1.1 afspraken over het beheer van drainage-voorzieninge<br />

B1,2 afspraken worden tav het beheer van afwijkende<br />

type hemelwater afvoersystemen, half verharding,<br />

oeverbeschoeiing en steigers.<br />

B1,3 afspraken over aanlegdiepte<br />

van watergangen, in relatie tot<br />

deklaag<br />

PNB<br />

Baggeren GSW Watergang<br />

Driemond


uwe Waterkwantiteit Oranje Studie versterking<br />

waterstructuur nav<br />

de opgave 2-3 dagen<br />

zelfvoorzienend<br />

der Waterkwantiteit; beleving,<br />

visie<br />

am Waterkwantiteit;<br />

onderzoek vasthoudenbergen-afvoeren<br />

las /<br />

am /<br />

oom<br />

Bijlagen<br />

Oranje Studie versterking<br />

waterstructuur nav<br />

de opgave 2-3 dagen<br />

zelfvoorzienend<br />

Oranje Input voor op te stellen visie<br />

Gaasperdam<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

Beleving; recreatie Oranje AGV<br />

SDZO<br />

GGA<br />

en in Waterstructuur; knelpunten<br />

oplossen<br />

Op het gebied van beheer moet algehele afstemming komen<br />

<strong>Waterplan</strong><br />

<strong>Waterplan</strong><br />

<strong>Waterplan</strong><br />

<strong>Waterplan</strong><br />

Rood AGV Watergebiedsplan<br />

Bijlmering<br />

Beheer Oranje AGV<br />

SDZO<br />

GGA<br />

n Beheer op peil<br />

Beheer op peil<br />

Beheer op peil<br />

en in Beheer; op orde Rood AGV<br />

Afstemming<br />

tussen partijen<br />

en een grotere<br />

rol stadsdeel<br />

Watergebiedsplan<br />

Bijlmering<br />

87


88<br />

C1<br />

C2<br />

C3<br />

C4<br />

C5<br />

C6<br />

C7<br />

C8<br />

C9<br />

C Proj<br />

Continu grondwaterpeilen (ook<br />

diepe filters) meten, om kennismodel<br />

grondwater ter vervolmaken.<br />

Onderzoek naar winning brakke kwel<br />

voor drinkwater<br />

Hanteren van een “protocol bouwrijp<br />

maken” om de juiste keuzes te<br />

maken bij ruimtelijke ontwikkelingen<br />

Vervangen<br />

stadsverwarmingsleidingen<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

PNB,<br />

BLM<br />

BLM<br />

en<br />

PNB<br />

PNB,<br />

BLM<br />

Twee diep<br />

polders<br />

BLM E-buurt/K-<br />

Aanleg watergang BLM G-buurt<br />

Aanlegsteigers Gaasp Boezem<br />

Realisatie Watercompensatie<br />

Gaasperdammerweg (GDW)<br />

Realisatie helofytenfilter t.b.v.<br />

waterzuivering tunnel GDW<br />

Realisatie Watercompensatie<br />

Gaasperdammerweg (GDW)<br />

Gaasp<br />

BLM Bijlmerwe<br />

BLM Bijlmerwe<br />

PZB Centraal P<br />

Gaasperd


ecten door andere intiatiefnemer opgestart, participeren in ontwikkeling<br />

Grondwater; kennis<br />

vergaren<br />

e Grondwater; innovatieve<br />

ideeën<br />

Grondwater; voorkomen<br />

structurele meldingen<br />

overlast<br />

Bijlagen<br />

Oranje Drinkwater winnen uit brak<br />

grondwater<br />

Stap naar<br />

visie<br />

Relatie met KWO-projecten<br />

in <strong>Zuidoost</strong><br />

Rood Inzichten voor r.o. om<br />

te voorkomen dat er<br />

grondwaterproblemen<br />

ontstaan. (bestemmingen,<br />

bouwtypologie, ...)<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

Initieert<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

initieert<br />

SDZO<br />

AGV<br />

PVB<br />

Waternet<br />

buurt Grondwater; beheer Rood <strong>Stadsdeel</strong><br />

i.s.m. Nuon,<br />

Rochdale,<br />

Waternet<br />

Grondwater; knelpunten<br />

oplossen<br />

Rood Is in uitvoering <strong>Stadsdeel</strong><br />

voert uit, AGV<br />

financiert mee<br />

Realiseren aanlegsteigers Oranje in combinatie<br />

met ontwikkeling<br />

Gaasperdammerwegzone<br />

ide Waterkwantiteit;<br />

watercompensatie<br />

ide Waterkwaliteit; oplossen<br />

knelpunten<br />

Beleving<br />

ark<br />

am<br />

Waterkwantiteit;<br />

watercompensatie<br />

Oranje in combinatie met maatregel<br />

A10<br />

Oranje in combinatie met maatregel<br />

A10<br />

Oranje Ontwerpstudie in het kader<br />

van de Parkenwig<br />

Grondwateronderzoek<br />

(Acacia Water)<br />

Onderzoeksvoorstel<br />

Waternet<br />

Grondwateronderzoek<br />

Acacia Water.<br />

Notitie Bouwrijp<br />

maken school in<br />

D-buurt.<br />

Overeenkomst<br />

Rochdale, Nuon,<br />

<strong>Stadsdeel</strong> en<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

Overeenkomst<br />

stadsdeel en AGV<br />

ZOL/AGV Programma<br />

Groen en Blauw<br />

RWS<br />

AGV<br />

SDZO<br />

RWS<br />

AGV<br />

SDZO<br />

RWS<br />

AGV<br />

SDZO<br />

Gaasperdammerweg<br />

(GDW)<br />

Gaasperdammerweg<br />

(GDW)<br />

Gaasperdammerweg<br />

(GDW)<br />

89


90<br />

D1<br />

E1<br />

E2<br />

E3<br />

E4<br />

E5<br />

E6<br />

E7<br />

E8<br />

D<br />

Baggeren om doorstroomprofiel te<br />

vergroten<br />

E<br />

Onderzoek hoe in de polders<br />

vasthouden-bergen-afvoeren kan<br />

worden verbeterd<br />

Per polder in het kader van de<br />

komende ruimtelijke ontwikkelingen<br />

bepalen waar het beste water<br />

kan worden gerealiseerd om<br />

watersysteem duurzamer te maken.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

VP Hoofdwate<br />

bij gemaa<br />

Alle<br />

Alle<br />

Duiker/koppelriool renoveren BLM A’damse p<br />

Overstorten saneren GSW Gemengd<br />

rioolstelse<br />

Driemond<br />

Leven met hoge grondwaterstanden BLM<br />

Plaatsen grondwatermeter (zichtbaar<br />

voor bewoners)<br />

Gebiedsspecifieke aanpak<br />

probleemgebieden<br />

Ruimtelijke studie naar de oevers van<br />

de Bijlmerpolder in samenhang met<br />

implementatie ecologische oevers<br />

Alle<br />

PZB Holendrec<br />

west, Mald<br />

Meijenhof<br />

BLM Bijlmerpol


gang<br />

l<br />

Niet relevant voor het polderdeel van het stadsdeel<br />

Waterstructuur; knelpunten<br />

oplossen<br />

Bijlagen<br />

Maatregelen op lange termijn<br />

Waterkwantiteit;<br />

onderzoek vasthoudenbergen-afvoeren<br />

Waterkwantiteit; Oplossen<br />

knelpunten<br />

oort Waterketen; interactie met<br />

watersysteem<br />

l in<br />

htenhof/<br />

Waterketen; verbeteren<br />

waterkwaliteit<br />

Grondwater;<br />

bewustwording<br />

Grondwater<br />

Beleving; bewustwording<br />

Grondwater; knelpunten<br />

oplossen<br />

der Waterkwaliteit; opstellen<br />

beleidsregels<br />

Rood AGV Hydraulische toetsing<br />

(d.d. februari 2010)<br />

Oranje Waterbergingsmogelijkheden<br />

en locaties in<br />

kaart brengen<br />

Oranje Waterbergingsmogelijkheden<br />

en locaties in<br />

kaart brengen<br />

Oranje Alleen als schop in grond<br />

gaat bij Hoekenrodeplein.<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

Oranje Waternet<br />

Oranje Nieuwe vormen van drijvend<br />

wonen onderzoeken<br />

Oranje Als markant element of<br />

kunstwerk in de openbare<br />

ruimte opnemen<br />

Oranje Watergang graven<br />

bij verlaging van de<br />

Meerkerkdreef<br />

Oranje Naar aanleiding van<br />

maatregel 20 ruimtelijke<br />

studie uitbreiden naar alle<br />

oevertypologiën BLM<br />

NBW en vertaling<br />

<strong>Waterplan</strong><br />

Waternet expert judgement en<br />

studie studenten HvA<br />

(d.d. 5 januari 2011)<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

AGV<br />

SDZO<br />

Weerslag staat in het<br />

<strong>Waterplan</strong><br />

<strong>Waterplan</strong><br />

Maatregel A4tje<br />

Bijlmerring*<br />

Programma G&B<br />

91


92<br />

E9<br />

Onderzoek naar beleefbaar maken<br />

oorspronkelijke ringdijk Bijlmerpolder<br />

/ bescherming en herkenbaar maken<br />

van de nog bestaande stukken<br />

ringdijk<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

BLM Bijlmerpol


der Beleving; indentiteit Oranje AGV<br />

SDZO<br />

Bijlagen<br />

<strong>Waterplan</strong><br />

93


94<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlagen<br />

maatregelenkaart<br />

95


96<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlage 2<br />

Beleidskader<br />

Nationaal Bestuursakkoord Water<br />

De Nederlandse overheden hebben in 2003<br />

afspraken gemaakt over de voorbereiding<br />

van het land op klimaatverandering in<br />

het ‘Nationaal Bestuursakkoord Water’.<br />

Afgesproken is dat voor 2015 de maatregelen<br />

genomen moeten zijn om wateroverlast te<br />

bestrijden. Het NBW bevat procesafspraken<br />

tussen rijk, provincie, waterschappen<br />

en gemeenten omtrent nationale<br />

waterproblematiek.<br />

Waterbeleid 21 ste eeuw (WB21)<br />

In deze nota van de rijksoverheid uit 2001<br />

staat waterkwantiteit centraal. In deze nota<br />

wordt verondersteld dat het in de toekomst<br />

vaker en intenser zal regenen, afgewisseld<br />

met perioden van droogte. Daarnaast is er<br />

toenemende verstedelijking, bodemdaling<br />

en zeespiegelstijging, wat bij toenemende<br />

neerslag zal leiden tot lokale, tijdelijke<br />

wateroverlast. Technische oplossingen alleen<br />

zijn niet meer toereikend, zodat er meer ruimte<br />

voor water gecreëerd moet worden. De nieuwe<br />

aanpak moet voorkomen dat wateroverlast<br />

wordt afgewenteld naar lagere delen of naar<br />

benedenstrooms gelegen gebieden. Voor de<br />

aanpak van wateroverlast gelden drie stappen:<br />

1. Overtollig water zoveel mogelijk<br />

bovenstrooms vasthouden<br />

2. Zo nodig water tijdelijk bergen<br />

3. Indien vasthouden en bergen ontoereikend<br />

zijn, het water (vertraagd) afvoeren naar<br />

elders<br />

Deze drietrapsstrategie biedt tegelijkertijd<br />

een oplossing voor de watertekorten. Doordat<br />

het neerslagoverschot niet meer direct<br />

wordt afgevoerd en uitgemalen, maar wordt<br />

opgeslagen in de bodem en in plassen, kan<br />

het in periode van droogte worden benut. Er<br />

hoeft daardoor minder gebiedsvreemd water<br />

te worden ingelaten waardoor een grotere<br />

ecologische diversiteit mogelijk is.<br />

Bijlagen<br />

WB21 betekent anders omgaan met water:<br />

meebewegen met het natuurlijk systeem<br />

in plaats van het technisch proberen te<br />

beheersen.<br />

Kader Richtlijn Water 2007<br />

De Europese Kader Richtlijn Water<br />

(KRW) is bedoeld om de kwaliteit van het<br />

oppervlaktewater in Europa, zowel chemisch<br />

als ecologisch, te verbeteren. In 2015, met<br />

een uitloop naar 2027, moet de waterkwaliteit<br />

o.a. in de grotere wateren (een ‘waterlichaam’)<br />

voldoen aan de chemische en ecologische<br />

doelen. De lidstaten stellen deze grotendeels<br />

zelf vast binnen de speelruimte die Europa<br />

biedt. De KRW hanteert de stroomgebieden<br />

van de Europese rivieren als indeling. Binnen<br />

een stroomgebied worden waterlichamen<br />

onderscheiden die door de lidstaten<br />

gekarakteriseerd worden als ‘natuurlijk’, ‘sterk<br />

veranderd’ of ‘kunstmatig’.<br />

De Gaasperplas is aangeduid als een<br />

‘waterlichaam’ en valt onder reikwijdte van de<br />

KRW.<br />

Algemene gegevens over de Gaasperplas uit<br />

het onderzoek van AGV/Waternet:<br />

De Gaasperplas is een kunstmatig<br />

waterlichaam, dat ontstaan is door<br />

zandwinning voor ophoging van de woonwijk<br />

Bijlmermeer in de jaren 60 van de vorige<br />

eeuw. Derhalve is het een diepe plas met<br />

steile oevers en een zandige bodem. Er is veel<br />

harde oeververdediging bestaande uit harde<br />

beschoeiing en basaltblokken.<br />

De water-landovergangen zijn geen goede<br />

vestigingsplaats voor oevervegetatie.<br />

Vanwege de open verbinding met de wateren<br />

in de aangrenzende stadswijk Gaasperdam,<br />

is er altijd een vast streefpeil van het<br />

oppervlaktewater gehanteerd.<br />

In 2005-2006 is de Gaasperplas gebaggerd,<br />

het onderhoud is op orde volgens de Groen<br />

Gebied Amstelland.<br />

97


De KRW kent een aantal nieuwe begrippen.<br />

Zo geldt voor waterplassen die van nature zijn<br />

ontstaan als kwaliteit de ‘Goede Ecologische<br />

Toestand (GET)’. Als ecologische referentie<br />

geldt ‘Oost-Polen’. Aangezien de waterkwaliteit<br />

van ‘Oost-Polen’ dit gebied tot onrealistische<br />

niet-haalbare doelen zou leiden voor veel<br />

wateren in Nederland, is ook een ander<br />

referentiebeeld gekozen, het zogenaamde<br />

‘Goed Ecologisch Potentieel (GEP)’. Voor elk<br />

waterlichaam is een eigen GEP vastgesteld.<br />

Voor de Gaasperplas is de ecologische<br />

potentie groot omdat de waterkwaliteit al<br />

heel goed is. Daarom is het GEP bepaald<br />

alsof het natuurlijk water betreft (aangeduid<br />

met kwaliteitsklasse G1) met uitzondering<br />

van het doel voor macrofauna; hier is het<br />

doel aangepast aan het maximaal potentieel<br />

voor deze kunstmatige plas (aangeduid met<br />

kwaliteitsklasse G3).<br />

Het Waterschap (AGV)/Waternet heeft de<br />

beoordeling van de huidige ecologische<br />

toestand gebaseerd op meetgegevens<br />

van biologische (fytoplankton, vegetatie,<br />

macrofauna en vis) en fysisch-chemische<br />

kwaliteitselementen (stikstof, fosfaat, chloride,<br />

zuurstofverzadiging, zuurgraad, temperatuur<br />

en doorzicht) en overige relevante chemische<br />

stoffen (bij voorbeeld koper, zink). In de KRW<br />

systematiek bepaalt de slechtste score van de<br />

verschillende soortengroepen de eindscore.<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke hemelwaterzorgplicht<br />

Er bestaat op grond van Wet gemeentelijke<br />

watertaken een zorgplicht voor de gemeente<br />

voor het goed beheren van het water in de<br />

openbare ruimte. Van ontwerp tot beheer is<br />

aandacht voor hemelwater noodzakelijk om<br />

een goede, veilige en betaalbare leefomgeving<br />

te creëren en te behouden. Waternet en<br />

het stadsdeel geven samen vorm aan deze<br />

zorgplicht. De samenwerking houdt o.a. in dat<br />

richtlijnen, eisen en werkwijzen gezamenlijk<br />

worden afgestemd op het voorkomen<br />

van problemen en optimaliseren van de<br />

hemelwaterberging en afvoer binnen het<br />

stadsdeel. Bestaande problemen worden<br />

gezamenlijk aangepakt.<br />

Water op straat is hinderlijk maar pas echt een<br />

probleem als het water gebouwen instroomt of<br />

doorgaande wegen geblokkeerd raken.<br />

98<br />

<strong>Gemeente</strong>lijke grondwaterzorgplicht<br />

De grondwaterzorgtaak valt<br />

onder gemeentelijke zorgtaken.<br />

Grondwatervergunning viel voor de Waterwet<br />

onder de provinciale taken, en is met de<br />

ingang van de Waterwet overgeheveld naar de<br />

waterschappen.<br />

Er bestaat voor gemeenten een zorgplicht met<br />

betrekking tot het grondwater, wat inhoudt<br />

dat de gemeente zich zoveel mogelijk in moet<br />

spannen om structurele problemen als gevolg<br />

van een voor de gebruiksfunctie nadelige<br />

grondwaterstand in openbaar bebouwd gebied,<br />

te voorkomen of te beperken. De gemeente<br />

<strong>Amsterdam</strong> heeft deze grondwaterzorgtaak<br />

neergelegd bij Waternet.<br />

De grondwaterzorgtaak heeft twee<br />

beleidslijnen: het streven naar een<br />

duurzame grondwaterhuishouding in<br />

nieuwbouwgebieden, en het voorkomen<br />

en oplossen van problemen in bestaande<br />

gebieden. Het eerste wordt gedaan door<br />

een grondwaternorm te stellen waar een<br />

nieuwbouwgebied aan moet voldoen. Hierbij<br />

wordt een voorkeursvolgorde van maatregelen<br />

gehanteerd.<br />

De tweede beleidslijn bestaat uit een<br />

gebiedsgerichte aanpak met particulieren<br />

en de beheerder van de openbare ruimte.<br />

Dit is gemeentelijk beleid en is een<br />

gebiedsspecifieke invulling van de Waterwet en<br />

raakt aan het Bouwbesluit.<br />

De <strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong> heeft de Nota<br />

Grondwater <strong>Amsterdam</strong> (2007-2011)<br />

vastgesteld. Deze heeft als hoofddoel het<br />

verminderen van de grondwateroverlast en<br />

grondwateronderlast. Het streefbeeld voor<br />

de langere termijn gaat uit van 80% minder<br />

bestaande grondwateroverlast en geen nieuwe<br />

problemen.<br />

De zorg voor het ondiepe grondwater is<br />

door het gemeentebestuur van <strong>Amsterdam</strong><br />

opgedragen aan Waternet. Deze zorg bestaat<br />

uit klachtenbehandeling en gebiedsgerichte<br />

aanpak van probleemgebieden (bij voorbeeld<br />

water in kruipruimte in E- en K-buurt). De zorg<br />

voor het diepe grondwater ligt deels bij de<br />

provincie en deels bij AGV.<br />

Om problemen met grondwater in de<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


kruipruimtes van nieuwe woningen in<br />

de toekomst te voorkomen werkt het<br />

stadsdeel voor alle nog te vernieuwen<br />

gebieden in de Bijlmer met zogenaamde<br />

‘bouwrijpadviezen’. Dit betekent concreet<br />

dat naast geohydrologisch onderzoek ook<br />

bodemonderzoek, stijghoogtemetingen, het<br />

monitoren van de grondwaterstanden in<br />

peilbuizen en de bevindingen uit het onderzoek<br />

naar deklagen in <strong>Zuidoost</strong> worden betrokken.<br />

Het bouwrijpadvies gaat ter goedkeuring<br />

naar Waternet en Waternet geeft schriftelijk<br />

aan of dit wel of niet akkoord is. In overleg<br />

met het stadsdeel, ontwikkelaar en Waternet<br />

wordt besloten welke maatregel(en) wordt<br />

(of worden) toegepast in het betreffende<br />

plangebied.<br />

Toetsing waterkeringen<br />

De Wet op de Waterkering (1996) schrijft<br />

voor dat iedere dijkbeheerder in Nederland<br />

vijfjaarlijks verslag doet van de toestand<br />

van de primaire waterkeringen. De toetsing<br />

gebeurt aan de hand van het Voorschrift<br />

Toetsen op Veiligheid en de hydraulische<br />

randvoorwaarden. Er wordt expliciet gekeken<br />

of de waterkering voldoet aan de gestelde<br />

norm, zoals in vastgelegd in de wet. Tussen<br />

2006 en 2011 vindt de 3 de Toetsronde op<br />

Veiligheid plaats. De verantwoordelijkheid<br />

voor de toestand van de keringen ligt bij het<br />

waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV).<br />

Meerlaagse veiligheidsconcept, of:<br />

<strong>Amsterdam</strong> waterbestendig<br />

Met betrekking tot waterkeringen wordt het<br />

meerlaags veiligheidsconcept gehanteerd. In<br />

zijn algemeenheid komt dit op de volgende drie<br />

lagen neer:<br />

- het voorkomen van overstromingen<br />

(preventie) behoudt de allerhoogste prioriteit<br />

door te zorgen voor o.a. sterke dijken<br />

- een duurzame ruimtelijke inrichting kan<br />

de gevolgschade van een gebeurtenis<br />

beperken. Compartimenteringskeringen en<br />

compartimenteringswerken vormen hier een<br />

wezenlijk onderdeel van<br />

- een goede rampenbeheersing bij<br />

overstromingen is essentieel om efficiënt te<br />

kunnen handelen bij een overstroming. De<br />

calamiteitenorganisatie moet goed geoefend<br />

zijn en voldoende op de hoogte zijn van de<br />

actuele (ruimtelijke) situatie in een crisisgebied.<br />

Bijlagen<br />

De uitwerking van de drie lagen vereist<br />

maatwerk per gebied. Het nationale beleid<br />

is dat de waterschappen daar zelf invulling<br />

aan kunnen geven. Uitgangspunt is dat<br />

het stadsdeel beschermd is en blijft tegen<br />

water. Aan compartimenteringskeringen<br />

kunnen verschillende functionaliteiten<br />

(hoe werkt het) worden toegekend. Aan de<br />

waarborging van een veiligheidsniveau kan<br />

op verschillende manieren invulling gegeven<br />

worden, met verschillende consequenties<br />

voor ruimtegebruik en beheer. Met name de<br />

ruimtelijke impact is voor het stadsdeel van<br />

belang.<br />

• Ten alle tijde waterkerend<br />

• Waterkerend voor een beperkte tijd<br />

• Kering heeft met name vertragend effect<br />

De keuze voor wat betreft de functionaliteit<br />

heeft consequenties voor de hoogte en<br />

dimensie van de waterkeringen.<br />

Voor de Daalwijkdreef en de andere<br />

compartimenterende keringen (o.a.<br />

Gaasperdammerweg) wordt in het Bijlmerring<br />

stroomgebied onder regie van AGV voor<br />

een gebiedgerichte invulling gekozen. Dit<br />

betekent dat met de maatschappelijke partners<br />

een afweging over de functionaliteit van de<br />

compartimenteringskeringen wordt gemaakt.<br />

Uiteindelijk heeft het bestuur van AGV<br />

de bevoegdheid te besluiten hoe met<br />

compartimenteringskeringen wordt omgegaan.<br />

Het stedelijk waterplan <strong>Zuidoost</strong> is het juiste<br />

kader om een discussie te voeren over de<br />

veiligheid en maatschappelijke impact van de<br />

compartimenteringskeringen in <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong>.<br />

99


Programma Groen & Blauw <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong> 2030<br />

De Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020 uit 2006<br />

stelt dat de hoeveelheid groen in de<br />

toekomst is afgenomen, maar in kwaliteit en<br />

differentiatie is toegenomen. Tevens is het<br />

water in <strong>Zuidoost</strong> een drager geworden van<br />

de ruimtelijke kwaliteit. Dit programma Groen<br />

& Blauw <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2030 is hier een<br />

uitwerking van. Het doel van dit programma is<br />

het ontwikkelen van een visie voor de groen-<br />

en waterstructuur van <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

én een realisatiestrategie. Het programma<br />

Groen & Blauw heeft een nauwe relatie met de<br />

Verkenning woningbouwlocaties <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong> 2010 - 2030. In dit programma zijn de<br />

volgende drie ambities geformuleerd:<br />

1. het ontwikkelen van een<br />

samenhangende groenstructuur met<br />

herkenbaar groen;<br />

2. het ontwikkelen van een duurzaam<br />

klimaatbestendig watersysteem;<br />

3. het vergroten van de esthetische,<br />

ecologische en gebruikskwaliteit.<br />

Deze ambities zijn uitgewerkt in groenopgaven,<br />

wateropgaven en kwaliteitsopgaven.<br />

Groenopgaven<br />

1 Heldere samenhangende groenstructuur<br />

2. Verbetering herkenbaarheid door meer<br />

variatie in groentypen<br />

3. Betere verbindingen<br />

Wateropgaven<br />

1. Waterkwantiteit op orde<br />

Om de waterkwantiteit op orde te krijgen<br />

is het nodig om de capaciteit van het<br />

watersysteem af te stemmen op de ambities<br />

met betrekking tot wateroverlast. Normeringen<br />

dienen te worden aangepast vanwege de<br />

klimaatsverandering en als gevolg van het<br />

toenemende oppervlak van bestrating en<br />

daken. In de Bijlmerweide, Centraal Park<br />

Gaasperdam, zuidzijde Gaasperplas en aan<br />

de A2 wordt extra open water gemaakt. In<br />

de Gaasperzoom kunnen zones zo worden<br />

ingericht dat de bij extreme regenperiodes<br />

kunnen overstromen.<br />

2. Beheersen van het grondwaterniveau door<br />

structurele ingrepen<br />

In <strong>Zuidoost</strong> is duidelijk te zien dat een te hoge<br />

grondwaterstand samenvalt met een vergroting<br />

100<br />

van de maaswijdte van het watersysteem. Het<br />

voorstel is dan ook om op die plaatsen nieuwe<br />

waterlopen te realiseren zodat de maaswijdte<br />

verkleind wordt en de grondwaterstand lager<br />

wordt. In de Bijlmermeer is dat in de G-,<br />

K-buurt en H-buurt en in Gaasperdam parallel<br />

aan de Langbroekdreef, Meerkerkdreef en<br />

Valburgdreef.<br />

3. Verbeteren van de waterkwaliteit<br />

De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de<br />

belangrijkste wetgeving voor de waterkwaliteit.<br />

Om de chemische kwaliteit te verbeteren<br />

is het belangrijk om water schoon en vast<br />

te houden. Dit kan met name door geen<br />

vuilwater in te laten vanuit de boezemwateren.<br />

Een tweede belangrijke principe is het<br />

water te laten stromen van schoon naar<br />

belast. Een verandering in de stroomrichting<br />

is noodzakelijk bij de Gaasperplas en de<br />

Bijlmerweide.<br />

Kwaliteitsopgaven<br />

1. Verhogen Esthetische Kwaliteit<br />

2. Verhogen Ecologische Kwaliteit<br />

3. Verhogen Gebruikskwaliteit<br />

Het programma Groen & Blauw <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong> 2030 wordt afgesloten met een<br />

realisatiestrategie waarin ‘arrangementen’<br />

worden gepresenteerd. Er zijn zeven<br />

arrangementen uitgewerkt: natuur, park,<br />

recreatie, blauw, kwaliteit, betrokkenheid en<br />

beheer.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Watergebiedsplan Bijlmerring<br />

In het Watergebiedsplan Bijlmerring is door<br />

de integrale benadering van enerzijds het<br />

watersysteem en de waterketen en anderzijds<br />

het watersysteem en de ruimtelijke ordening,<br />

gestreefd naar een efficiëntere inrichting van<br />

de waterhuis houding in het plangebied. De<br />

polders in het plangebied van de Bijlmerring<br />

hebben een dusdanige interactie (de<br />

watersystemen worden door één boezemwater<br />

omringd) dat gestreefd wordt naar samenhang<br />

tussen de watersystemen van de verschillende<br />

polders en zodoende een duurzame<br />

waterhuishouding.<br />

Zo is door de samenloop van de<br />

waterinrichting en de in het gebied geplande<br />

ruimtelijke herinrichtingen gestreefd naar een<br />

goedkopere en efficiëntere inrichting van de<br />

waterhuishouding binnen het gebied. Ook<br />

door de samenwerking van het waterschap<br />

met de inliggende gemeenten en stadsdelen,<br />

als uitvoerder van de Wet gemeentelijke<br />

watertaken, worden de wederzijdse belangen<br />

gediend en vallen de maatschappelijke<br />

kosten van het water- en rioolbeheer lager<br />

uit. De samenwerking tussen het waterschap<br />

en de gemeente vindt plaats binnen de<br />

waterplannen, zoals het <strong>Waterplan</strong> Diemen en<br />

het <strong>Waterplan</strong> <strong>Zuidoost</strong>. Door het gezamenlijk<br />

opstellen van het <strong>Waterplan</strong> wordt de<br />

gezamenlijke focus aangebracht. Deze heeft<br />

een inhoudelijke dimensie – de samenhang<br />

– en een procesmatige dimensie – de<br />

samenwerking. Door zowel de samenhang<br />

als de samenwerking te versterken, kunnen<br />

ambities, resultaten op het gebied van integraal<br />

waterbeheer en kwaliteit van de leefomgeving<br />

worden vergroot.<br />

In het Watergebiedsplan Bijlmerring wordt<br />

huidige situatie van de polders binnen<br />

het plangebied beschreven en worden<br />

voorstellen opgesteld om het watersysteem<br />

te optimaliseren. Onderwerpen die aan de<br />

orde komen zijn bijvoorbeeld het waterpeil, de<br />

aan- en afvoer van water, de waterkwaliteit,<br />

planten- en dierenleven in en om het water en<br />

de functie van het water. Daarnaast spelen<br />

ook aspecten als recreatief medegebruik en<br />

cultuurhistorie een belangrijke rol in het plan.<br />

Het watergebiedsplan leidt tot concrete<br />

maatregelen zoals peilbesluiten voor<br />

de verschillende inliggende polders,<br />

Bijlagen<br />

een waterinrichting en een beheer- en<br />

onderhoudsparagraaf. De nieuwe peilbesluiten<br />

worden door het bestuur van het waterschap<br />

per polder genomen.<br />

Het Watergebiedsplan Bijlmerring omvat<br />

het gebied wat door boezemwater met een<br />

waterpeil van NAP-0,40 m is omsloten. Het<br />

gebied (ongeveer 5000 ha) wordt begrensd<br />

door de boezemwateren de Amstel, de<br />

Bullewijk, de Holendrecht, de Gein, het<br />

<strong>Amsterdam</strong> Rijnkanaal en de ringvaart<br />

Watergraafsmeer en omvat de volgende twaalf<br />

in liggende polders/watersystemen die op de<br />

boezem uitmalen:<br />

Watergraafsmeer, Nieuwe Bullewijk ,<br />

Gemeenschapspolder West, Venserpolder,<br />

Bijlmermeer, Broekzijdse polder, Diemerpolder,<br />

Zuid Bijlmer, Gein en Gaasperpolder, Klein<br />

Duivendrechtsepolder, Overdiemerpolder,<br />

Holendrechter en Bullewijkerpolder.<br />

Milieueffectrapport Vernieuwing Bijlmermeer<br />

In het Milieueffectrapport Vernieuwing<br />

Bijlmermeer (MER) zijn de uitkomsten van<br />

de Watertoets verwerkt. In het MER is in<br />

het kader van het Meest Milieuvriendelijke<br />

Alternatief (MMA) een aantal planvoorwaarden<br />

meegegeven. Belangrijk onderdeel van de<br />

MER daarvan is het water. Door toename van<br />

verharding en bebouwing in het plangebied<br />

is het noodzakelijk om de waterberging<br />

in het gebied te vergroten. Een tweede<br />

punt van het MER in relatie tot water is de<br />

aanleghoogte van het maaiveld. Vanwege<br />

inklinking van de bodem is bij regen sprake<br />

van wateroverlast in dit gebied. Het huidige<br />

maaiveld ligt op circa NAP -2,90 meter. In<br />

het MER wordt geadviseerd het huidige<br />

maaiveld op te hogen met ca. 40 centimeter<br />

tot een nieuwe maaiveldhoogte van NAP -2,50<br />

meter. Daarnaast zijn ook richtlijnen t.a.v. de<br />

waterkwaliteit en doorstroming in het MER<br />

opgenomen.<br />

101


Integrale keur waterschap Amstel, Gooi en<br />

Vecht 2011<br />

Om deze doelen te kunnen realiseren<br />

beschikken de waterschappen over een eigen<br />

verordening, die van oudsher de Keur heet.<br />

De Keur kent “verboden” en “geboden” voor<br />

de manier van inrichten, gebruik en onderhoud<br />

van waterkeringen, oevers en wateren. Voor<br />

een deel van de verboden activiteiten uit de<br />

Keur kan onder voorwaarden vergunning<br />

worden verleend.<br />

Het bestuur van Amstel, Gooi en Vecht<br />

heeft een nieuwe Keur vastgesteld. De Keur<br />

AGV 2011, het Keurbesluit Vrijstellingen en<br />

de Beleidsregels treden 1 december 2011<br />

in werking. In het Keurbesluit Vrijstellingen<br />

staat beschreven onder welke voorwaarden<br />

bepaalde activiteiten zijn toegestaan zonder<br />

dat een keurvergunning nodig is. Dit scheelt<br />

administratief werk voor burgers en bedrijven.<br />

In veel gevallen geldt wel een meldplicht.<br />

Wanneer uw activiteit onder een verbod van<br />

de Keur valt en er geen vrijstelling op rust<br />

dan moet u een vergunning aanvragen. Het<br />

bestuur van Amstel, Gooi en Vecht beoordeelt<br />

de vergunningsaanvraag en bepaalt de<br />

voorwaarden met behulp van de beleidsregels<br />

Keurvergunningen. In de beleidsregels zijn<br />

overzichtelijke tabellen opgenomen om inzicht<br />

te krijgen per groep van activiteiten naar de<br />

beschikbare mogelijkheden.<br />

102<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlage 3<br />

Achtergrondinformatie<br />

Grondwater in <strong>Zuidoost</strong><br />

Freatisch grondwater<br />

Over het algemeen heeft in <strong>Amsterdam</strong> vooral<br />

het freatische (ondiepe) grondwater impact.<br />

De freatische grondwaterstand in het stedelijk<br />

gebied wordt bepaald door neerslag en<br />

verdamping, door kwel en wegzijging en door<br />

allerlei menselijke ingrepen. Over het algemeen<br />

is de grondwaterstand aan het einde van de<br />

winter het hoogst en aan het einde van de<br />

zomer het laagst. Invloeden op het freatisch<br />

grondwater zijn:<br />

- regionaal grondwater: dieper in de grond<br />

bevindt zich het regionale grondwater. Over<br />

het algemeen is er slechts geringe uitwisseling<br />

met het freatische grondwater door middel van<br />

kwel en wegzijging. De deklaag is een slecht<br />

doorlatende laag, bestaande uit veen of klei,<br />

die een scheiding vormt tussen het freatische<br />

en het regionale grondwater. Als de deklaag<br />

dun is of volledig ontbreekt, is de uitwisseling<br />

tussen regionaal en freatisch grondwater groter.<br />

Een dunne deklaag kan zowel het gevolg zijn<br />

van natuurlijke processen als van menselijk<br />

handelen.<br />

- bodemdaling: door de bodemdaling wordt<br />

de afstand tussen de grondwaterstand en het<br />

maaiveld kleiner wat overlast ter plaatse van<br />

bebouwing of tuinen, of in parken en andere<br />

openbare groenvoorzieningen tot gevolg heeft.<br />

- klimaatverandering: op termijn zullen de<br />

neerslagpatronen veranderen met nattere<br />

winters en drogere zomers, en neemt het<br />

aantal extreme buien toe. Dit kan leiden tot<br />

hogere grondwaterstanden in de winter en<br />

lagere in de zomer. Ook kunnen door de<br />

toenemende warmte de oxidatieprocessen in<br />

de veenbodem toenemen, waardoor ook de<br />

bodemdaling toeneemt.<br />

Bijlagen<br />

wegzijging en door allerlei menselijke ingrepen. Over het algemeen is de grondwate<br />

van de winter het hoogst en aan het einde van de zomer het laagst. Invloeden op he<br />

zijn:<br />

- regionaal grondwater: dieper in de grond bevindt zich het regionale grondwater. Ov<br />

slechts geringe uitwisseling met het freatische grondwater door middel van kwel en w<br />

is een slecht doorlatende laag, bestaande uit veen of klei, die een scheiding vormt tu<br />

het regionale grondwater. Als de deklaag dun is of volledig ontbreekt, is de uitwissel<br />

freatisch grondwater groter. Een dunne deklaag kan zowel het gevolg zijn van natuu<br />

menselijk handelen.<br />

- bodemdaling: door de bodemdaling wordt de afstand tussen de grondwaterstand e<br />

wat overlast ter plaatse van bebouwing of tuinen, of in parken en andere openbare g<br />

gevolg heeft.<br />

- klimaatverandering: op termijn zullen de neerslagpatronen veranderen met nattere<br />

zomers, en neemt het aantal extreme buien toe. Dit kan leiden tot hogere grondwate<br />

- afstand tussen de ontwateringsmiddelen:<br />

en lagere in de zomer. Ook kunnen door de toenemende warmte de oxidatieprocess<br />

hoe groter de afstand tussen de<br />

toenemen, waardoor ook de bodemdaling toeneemt.<br />

ontwateringsmiddelen (zowel open<br />

watergangen als drainage), hoe groter de<br />

- afstand tussen de ontwateringsmiddelen: hoe groter de afstand tussen de ontwater<br />

open<br />

opbolling<br />

watergangen<br />

van het<br />

als<br />

grondwater,<br />

drainage), hoe<br />

hoe<br />

groter<br />

hoger<br />

de opbolling<br />

de<br />

van het grondwater, hoe h<br />

grondwaterstand.<br />

grondwaterstand.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document..1 schematische weergave v<br />

ontwateringsdiepte, Schematische weergave opbolling en van drooglegging verschillen tussen ontwateringsdiepte,<br />

opbolling en drooglegging<br />

Deklaag <strong>Zuidoost</strong><br />

De geohydrologische situatie in de polders in het stadsdeel is complex. De deklaag<br />

heeft Deklaag een grote <strong>Zuidoost</strong> invloed op kwelvorming en het ontstaan van wellen. Tevens is er spr<br />

zoutbelasting De geohydrologische vanuit het kwelwater. situatie in de polders<br />

in het stadsdeel is complex. De deklaag<br />

varieert in dikte. Dit heeft een grote invloed<br />

op kwelvorming en het ontstaan van<br />

wellen. Tevens is er sprake van een hoge<br />

zoutbelasting vanuit het kwelwater.<br />

Er is een onderzoek gedaan in het<br />

kader van het programma Leven met<br />

Zout Water, en aanvullend in het kader<br />

van de grondwaterproblematiek in de<br />

Bijlmerpolder. In het onderzoek zijn bestaande<br />

gegevensbronnen geanalyseerd en verwerkt<br />

tot een gebiedsdekkende kaart. Deze kaart<br />

toont dat er binnen het aandachtsgebied een<br />

grote ruimtelijke variatie is van de dikte van de<br />

deklaag.<br />

103


Er is een onderzoek gedaan in het kader van het programma Leven met Zout Water, en aanvullend in<br />

het kader van de grondwaterproblematiek in de Bijlmerpolder. In het onderzoek zijn bestaande<br />

gegevensbronnen geanalyseerd en verwerkt tot een gebiedsdekkende kaart. Deze kaart toont dat er<br />

binnen het aandachtsgebied een grote ruimtelijke variatie is van de dikte van de deklaag.<br />

Er is een onderzoek gedaan in het kader van het programma Leven met Zout Water, en aanvullend in<br />

het kader van de grondwaterproblematiek in de Bijlmerpolder. In het onderzoek zijn bestaande<br />

gegevensbronnen geanalyseerd en verwerkt tot een gebiedsdekkende kaart. Deze kaart toont dat er<br />

binnen het aandachtsgebied een grote ruimtelijke variatie is van de dikte van de deklaag.<br />

Figuur Deklaagkaart 6.2 Deklaagkaart <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> <strong>Zuidoost</strong>.<br />

Het<br />

Het<br />

onderzoek<br />

onderzoek<br />

wijst<br />

wijst<br />

uit<br />

uit<br />

dat<br />

dat<br />

er<br />

er<br />

een sterke<br />

sterke correlatie<br />

De<br />

is tussen<br />

kwelstroom<br />

de hoogte<br />

is bij een<br />

van<br />

dunne<br />

het chloridegehalte<br />

deklaag groot<br />

en de<br />

correlatie is tussen de hoogte van het<br />

genoeg om de ondiepe grondwaterstand<br />

dikte van deze deklaag. Daar waar de deklaag dun is wordt veel brak water aangetroffen. De conclusie<br />

chloridegehalte en de dikte van deze deklaag. blijvend op een hoog peil te houden, dat zelfs<br />

is Daar dat zout waar water, de deklaag via wellen dun is of wordt diffuus, veel opkwelt brak in de de watergangen diepe grondwaterstand daar waar kan de deklaag benaderen. het dunst is.<br />

Lokaal water aangetroffen. staat het regionale De conclusie grondwater is dat dus zout nagenoeg Enkele in open van verbinding deze zwakke met plekken het freatische bevinden<br />

grondwater. water, via wellen Zie ook of diffuus, onderstaande opkwelt schets in de voor de werking ich onder van woonwijken. dit principe. Een permanent hoge<br />

watergangen daar waar de deklaag het dunst grondwaterstand is hier een onwenselijke<br />

is. Lokaal staat het regionale grondwater situatie. In de studie ‘Analyse wateroverlast<br />

dus nagenoeg in open verbinding met E-buurt het Krulslabuurt’ (Acacia K-buurt<br />

Water 2009) is<br />

freatische grondwater. Zie ook onderstaande geconcludeerd dat de hoge grondwaterstanden<br />

schets Freatisch voor grondwater de werking van dit principe.<br />

ter plaatse alleen verklaard kunnen worden<br />

Figuur 6.2 Deklaagkaart <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>.<br />

door de dunne deklaag, waardoor er een<br />

Deklaag (± 6m -mv)<br />

bijna directe verbinding is met het regionale<br />

Het onderzoek wijst uit dat er een sterke correlatie is tussen watervoerend de hoogte pakket. van het De chloridegehalte zwakke plekken en de<br />

dikte van deze deklaag. Daar waar de deklaag dun is wordt in de veel deklaag brak in water de polders aangetroffen. Bijlmermeer De conclusie en<br />

is Regionaal dat zout water, grondwater via wellen of diffuus, opkwelt in de watergangen Nieuwe Bullewijk daar waar leiden de deklaag tot hoge het freatische dunst is.<br />

Lokaal staat het regionale grondwater dus nagenoeg in grondwaterstanden open verbinding met die het het freatische niveau van de<br />

diepe grondwaterstand structureel benaderen.<br />

grondwater. Figuur 6.3 Kwelstroom Zie ook onderstaande van regionaal schets grondwater voor de naar werking freatisch van grondwater dit principe. bij afwezige of dunne deklaag.<br />

Freatisch grondwater<br />

Deklaag (± ± - 6m 6m -mv) NAP<br />

Regionaal grondwater<br />

Figuur 6.3 Kwelstroom van regionaal grondwater naar freatisch grondwater bij afwezige of dunne deklaag.<br />

104<br />

E-buurt K-buurt<br />

Kwelstroom van regionaal grondwater naar freatisch grondwater bij afwezige of dunne deklaag<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Grondwaterstanden en overlast<br />

Leidingen van stadsverwarming<br />

<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> bestaat grotendeels De grondwaterstanden zijn in voorkomende<br />

uit verstedelijkt gebied verspreid over een gevallen zo hoog dat de leidingen onder<br />

aantal polders. Deze polders hebben grote grondwaterniveau komen waardoor<br />

verschillen in maaiveldhoogtes en hierdoor drinkwaterleidingen opgewarmd kunnen<br />

grote verschillen in grondwaterstanden. In worden. Wanneer leidingen aangelegd<br />

de dieper gelegen polders, met name de worden in de kruipruimtes met aftakkingen<br />

Bijlmerpolder en Polder Nieuwe Bullewijk, naar de woningen, worden de centrale<br />

komen hoge grondwaterstanden voor. De leidingen waterdicht geïsoleerd echter de<br />

gewenste ontwateringsdiepte (afstand<br />

aftakkingen vaak alleen thermisch. Defecte<br />

De tussen kwelstroom het maaiveld is bij en een de grondwaterstand)<br />

dunne deklaag groot leidingen genoeg van om de de stadsverwarming ondiepe grondwaterstand zorgen blijvend op een<br />

hoog is afhankelijk peil te houden, van de bebouwing dat zelfs en de het diepe grondwaterstand in sommige gevallen kan benaderen. voor opwarming Enkele van van deze zwakke plekken<br />

gebruik van de grond. In het algemeen is een<br />

bevinden zich onder woonwijken. Een permanent<br />

het grondwater.<br />

hoge grondwaterstand<br />

Mogelijke oplossingen<br />

is hier<br />

zijn<br />

een onwenselijke situatie.<br />

ontwateringsdiepte ter plaatse van bebouwing de stadsverwarmingleidingen waterdicht<br />

In kleiner de studie dan 0,5 ‘Analyse meter ongewenst, wateroverlast tussen Krulslabuurt’ 0,5 aanleggen, (Acacia de Water temperatuur 2009) van is geconcludeerd het<br />

dat de hoge<br />

grondwaterstanden en 0,9 meter veelal acceptabel ter plaatse en groter alleen dan verklaard getransporteerde kunnen worden water door verlagen, de dunne waardoor deklaag, waardoor er een<br />

bijna<br />

0,9 meter<br />

directe<br />

ideaal.<br />

verbinding<br />

Afhankelijk<br />

is<br />

of<br />

met<br />

er woningen<br />

het regionale watervoerend ander materiaal pakket. kan worden De zwakke toegepast.<br />

plekken in de deklaag in de<br />

met kruipruimten zijn gebouwd kan het zijn<br />

polders dat er in Bijlmermeer perioden water en in Nieuwe de kruipruimtes Bullewijk leiden tot hoge freatische grondwaterstanden die het niveau van<br />

de staat. diepe Mits grondwaterstand er een goede dampdichte structureel vloer benaderen.<br />

aanwezig is, zal dit niet tot problemen leiden.<br />

De oorzaak van vochtoverlast door grondwater<br />

De bij begane ondiepe grondwoningen grondwaterstand kan ontstaan kan worden beheerst met de aanleg van ontwaterende middelen zoals<br />

drainagebuizen door een combinatie of het van graven een beperkte van extra watergangen. Het gevolg van dergelijke maatregelen is echter dat<br />

een ontwateringsdiepte continue stroom en bouwkundige van regionaal gebreken. grondwater wordt afgetapt en vervolgens naar het gemaal wordt<br />

Ook kan onvoldoende ventilatie bijdragen aan<br />

afgevoerd,<br />

het probleem.<br />

waardoor de uitmaalhoeveelheden zullen toenemen en er onnodig schoon water wordt<br />

gezuiverd door de RWZI. De stijghoogte en stromingsrichting van het regionale grondwatersysteem is in<br />

figuur 3.12 weergegeven.<br />

Hoogte Figuur Fout! en regionale Geen tekst grondwaterstromen met opgegeven opmaakprofiel Bijlmerring in document..4 Hoogte en regionale grondwaterstroming<br />

Bijlmerring<br />

Bijlagen<br />

De freatische grondwaterstand zal nauwelijks afnemen als gevolg van maatregelen omdat het direct weer<br />

aangevuld wordt. Wel is het opkwellend grondwater brak tot zout, waardoor het oppervlaktewater in de<br />

105


Veiligheid: inundatiemodellen<br />

Bij de beoordeling van een ‘aanpassing’ van de infrastructuur is het inundatiepatroon maatgevend.<br />

De mate waarin slachtofferrisico, overstromingsschade of hinder optreedt verschilt namelijk per<br />

scenario, of een gebied diep of ondiep inundeert en of die inundatie snel of langzaam optreedt. Dit<br />

inundatiepatroon bepaalt de gevolgschade en het slachtofferrisico. Vanuit deze kenmerken moet<br />

de focus van het meerlaags veiligheidsconcept afgeleid worden.<br />

Voor de beoordeling van een ingreep aan de compartimenteringskeringen binnen het<br />

stroomgebied Bijlmerring (waaronder de Daalwijkdreef) is het uitgangspunt het standstill-beginsel.<br />

Immers het veiligheidsniveau mag niet achteruit gaan.<br />

Voor de huidige situatie is vanuit 15 onderscheidende brespunten een inundatiescenario<br />

doorgerekend. Hieruit is een geaggregeerde kaart af te leiden wat de gebieden zijn die snel-diep<br />

tot langzaam-ondiep geïnundeerd worden.<br />

Door aanpassingen aan de compartimenteringen in het model door te voeren, kan getoetst<br />

worden wat de veranderingen zijn in het inundatiepatroon als gevolg van deze aanpassingen. Ook<br />

hier kan dan een geaggregeerde kaart van gemaakt worden.<br />

De scenario’s voor verlaging zijn:<br />

• De huidige situatie<br />

• De huidige situatie zonder doorsnijdingen<br />

• Verlaging tot NAP -0.40 m (waarbij maximaal boezempeil wordt gehanteerd en geen<br />

doorsnijdingen)<br />

• Verlaging tot maaiveld (in geval Daalwijkdreef NAP -1.20 m)<br />

Bij deze scenario’s is aan het licht gekomen dat bij alleen het doorrekenen van verlagingen van<br />

(de hoge) delen van de compartimenteringskering, de effecten hiervan vertroebeld worden door<br />

de suboptimale inrichting van het westelijke compartimenteringsdeel. Daarom is ook gekeken wat<br />

de compartimentering zou betekenen als hij over de gehele ring op een tweetal hoogtes ligt (NAP-<br />

0,40 m en NAP -0,80 m).<br />

Resultaten van de scenario’s<br />

In onderstaande figuur is de maximale waterdiepte te zien die optreedt bij de verschillende<br />

breslocaties weergegeven in 1 kaartbeeld. Dit is dus niet een situatie die optreedt bij een<br />

willekeurige doorbraak, maar een geaggregeerd beeld van de maximale waterdiepte bij de meeste<br />

ernstige doorbraak.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document..1 Maximale waterdiepte in huidige situatie<br />

Maximale waterdiepte in de<br />

huidige situatie<br />

106<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

Hierbij is te zien dat de grootste waterdieptes (logischerwijs) optreden in de diepste polders. Echter de<br />

compartimentering zou dit eigenlijk moeten voorkomen. Hieruit blijkt al dat de compartimentering (zeker in<br />

het westelijk deel van de Bijlmerring) niet optimaal functioneert.


Hierbij is te zien dat de grootste waterdieptes (logischerwijs) optreden in de diepste polders.<br />

Echter de compartimentering zou dit eigenlijk moeten voorkomen. Hieruit blijkt al dat de<br />

compartimentering (zeker in het westelijk deel van de Bijlmerring) niet optimaal functioneert.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document..2 Snelheid van overstroming<br />

In bovenstaande figuur is de snelheid van overstroming te zien op een kaartbeeld. Ook dit is weer<br />

In figuur 5 is de snelheid van overstroming te zien op een kaartbeeld. Ook dit is weer een geaggregeerd<br />

een geaggregeerd beeld. De snelheid van overstroming is van belang voor het bepalen van het<br />

beeld. De snelheid van overstroming is van belang voor het bepalen van het aantal slachtoffers bij een<br />

aantal doorbraak slachtoffers en om te zien welke bij mogelijkheden een doorbraak tot schadebeperkingen en om te er zien zijn middels welke ingrepen mogelijkheden door de tot schadebeperkingen<br />

er calamiteitenorganisatie. zijn middels ingrepen Van deze twee door aspecten de kan calamiteitenorganisatie. een gecombineerde kaart gemaakt Van worden deze waarin twee te aspecten kan een<br />

zien is welke gebieden snel-diep tot langzaam-ondiep overstromen. Dit kaartbeeld is in figuur 6<br />

gecombineerde kaart gemaakt worden waarin te zien is welke gebieden snel-diep tot langzaam-<br />

weergegeven.<br />

ondiep overstromen. Dit kaartbeeld is in volgende figuur weergegeven.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document..3 Inundatiepatroon in huidige situatie<br />

Hieruit is te zien dat de problematische gebieden in de Nieuwe Bullewijk (Bij het AMC en Arena) en in de<br />

Bijlmermeer Hieruit is bevinden. te zien Vervolgens dat de zijn problematische er een aantal gebieden gebieden in de Venserpolder in de (Verrijn Nieuwe Stuart en Bullewijk (Bij het AMC en Arena)<br />

Wenckebachweg) die grote schade en slachtofferrisico’s veroorzaken. Echter is dit niet gerelateerd aan de<br />

en in de Bijlmermeer bevinden. Vervolgens zijn er een aantal gebieden in de Venserpolder (Verrijn<br />

compartimenteringskeringen.<br />

Stuart en Wenckebachweg) die grote schade en slachtofferrisico’s veroorzaken. Echter is dit niet<br />

gerelateerd aan de compartimenteringskeringen.<br />

Bijlagen<br />

Snelheid van overstromingen<br />

Inundatiepatroon in de huidige situatie<br />

107


Beleving: water als onderdeel van de ruimtelijke structuur<br />

Bijlmermeerpolder<br />

De Bijlmermeerpolder is een droogmakerij, in<br />

de jaren ’60 opgespoten met ongeveer 2 meter<br />

zand ten behoeve van de verstedelijking. In de<br />

oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet van<br />

de Bijlmermeer waren de waterlopen onderdeel<br />

van een heldere ruimtelijke structuur. Deze<br />

waterstructuur is gekenmerkt door drie<br />

grote watergangen in de oost- westrichting<br />

en drie watergangen in noord-zuidrichting.<br />

De noord-zuid gerichte watergangen<br />

hebben geen namen; de oost-westgerichte<br />

watergangen zijn de Meander, Groene Wig<br />

en het Achterpad. Deze drie watergangen<br />

verzorgen de waterafvoer naar het gemaal in<br />

de Bijlmerweide naar de Weespertrekvaart.<br />

Met de vernieuwing van de Bijlmermeer,<br />

ingezet in de jaren ’90, neemt de hoeveelheid<br />

oppervlaktewater toe en is het water meer<br />

onderdeel van de woonomgeving geworden.<br />

De drie oost-westgerichte watergangen zijn in<br />

die periode gethematiseerd.<br />

De noordelijke waterloop, de Meander,<br />

loopt door de Bijlmervernieuwingsbuurten<br />

D, E, F en G met een grote diversiteit aan<br />

oevers. Langzaamverkeersroutes volgen de<br />

oevers van de Meander. De Groene Wig is<br />

centraal gelegen en verbindt het Bijlmerpark<br />

met de Bijlmerweide en doorsnijdt het<br />

Bijlmermuseum. De Groene Wig heeft het<br />

karakter van een parksingel met een hoekig,<br />

meanderend beloop. Het zuidelijk gelegen<br />

Achterpad ligt ingeklemd tussen de berm van<br />

de Gaasperdammerweg en de bebouwing<br />

van de aanliggende H- en K-buurt. In de<br />

K-buurt vormt het water de begrenzing van<br />

de achtertuinen. Met de overkluizing van de<br />

Gaasperdammerweg, voorzien in 2014-2020,<br />

komt aan de zuidoever van het Achterpad een<br />

overdekte tunnel te liggen.<br />

De maaswijdte van de watergangen in de<br />

Bijlmer is groter dan in Gaasperdam. Grote<br />

gaten in de structuur liggen er in de H–buurt,<br />

K–buurt, Noord Bijlmer en ook in Holendrecht.<br />

108<br />

Het zijn mogelijk ook de natste plekken. Een<br />

grote hoeveelheid duikers verknippen de<br />

watergangen in kleine stukken.<br />

Het Bijlmerpark is aan de noord- en<br />

westzijde met doorgaande waterlopen<br />

begrensd. In het noordelijke deel van het<br />

park ligt een zelfzuiverende vijver, die een<br />

ontwateringsfunctie heeft voor de aanliggende<br />

sportvelden en ook gekoppeld is aan de<br />

hemelwaterafvoer van de toekomstige<br />

aanliggende woonwijken. De vijver heeft<br />

een filter van zuiverende planten, die het<br />

water schoon maakt. Het schone water wordt<br />

afgevoerd naar de noordelijke doorgaande<br />

waterloop.<br />

Het zuidelijke deel van het Bijlmerpark is<br />

natuurlijker ingericht. Het grote aandeel<br />

water in deze zone wordt ingezet om een<br />

unieke karakteristiek te maken, met diverse<br />

watergangen, een afgesloten poel, en grote<br />

velden van oeverbeplanting. Ook wordt ingezet<br />

op versterken van de ecologische waarden,<br />

door onder meer oevers met plasdraszones<br />

aan te leggen. De afgesloten poel is bewust<br />

geïsoleerd van het globale watersysteem in<br />

de polder en heeft daardoor een waterkwaliteit<br />

die veel zoeter is dan het overige vrij brakke<br />

water in de Bijlmermeer. Bijzondere bruggen<br />

en een doordacht padenstelsel, waaronder<br />

een doorgaand vlonderpad over het water,<br />

maken dat de beleving van het water in het<br />

Bijlmerpark sterk is.<br />

De Bijlmerweide is een langgerekte<br />

parkstrook met veel vijvers, waterlopen,<br />

weilanden en bospercelen, en ligt tussen<br />

de Weespertrekvaart en de bebouwing in<br />

de Bijlmerpolder. Het creëert een overgang<br />

tussen het bebouwde gebied en de landelijke<br />

omgeving. Langs de Weespertrekvaart is het<br />

park open van karakter, richting de woonwijken<br />

Geerdinkhof en Kantershof wordt de beplanting<br />

dichter en zorgen brede waterlopen voor<br />

een duidelijke scheiding. De natuurlijkheid<br />

van het gebied wordt bepaald door de<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


meanderende watergangen met natuurlijke<br />

beplantingsranden, de Bijlmerweide lijkt meer<br />

op een natuurgebied dan op een park. De<br />

natuurwaarde van het gebied is hoog, de<br />

Bijlmerweide maakt deel uit van de ecologische<br />

verbindingszone De Natuurboog.<br />

Knelpunt/kans<br />

Op een aantal locaties in de Bijlmerpolder zou<br />

het water een grotere rol van betekenis kunnen<br />

spelen als identiteitsdrager van de plek.<br />

Polder Zuid Bijlmer<br />

Polder Zuid Bijlmer is oorspronkelijk een<br />

veenpolder. Zowel de woongebieden<br />

in Gaasperdam en Holendrecht als de<br />

Gaasperdammerweg zijn opgehoogd met zand<br />

uit de Gaasperplas. Met de verstedelijking van<br />

Polder Zuid Bijlmer is ook een waterstructuur<br />

aangelegd.<br />

In Reigersbos en Gein ligt een duidelijke<br />

structuur van singels met brede openbare<br />

groene bermen. Het is een relatief fijnmazige<br />

structuur. De waterlopen zijn smal, de<br />

buurten zijn niet op het water gericht. Het<br />

noord-westelijke deel van de polder heeft<br />

verspringende watergangen die lijken op die<br />

van de Bijlmerpolder. De onderlinge afstand<br />

tussen de watergangen in deze noordwesthoek<br />

is groter.<br />

De Gaasperplas is de identiteitsdrager<br />

van Polder Zuid Bijlmer. Ze is ontstaan<br />

door zandwinning ten behoeve van de<br />

verstedelijking van de polder en de aanleg<br />

van de Gaasperdammerweg. De plas is<br />

ca 35m diep, heeft een zandige bodem en<br />

voornamelijk beschoeide oevers of oevers<br />

van basaltblokken. De Gaasperplas heeft een<br />

bijzondere kwaliteit door haar ligging op de<br />

overgang stad-land, zijn goede bereikbaarheid,<br />

de aanwezigheid van een metrohalte en zijn<br />

verkeersluwe omgeving. De plas heeft een<br />

regionale functie, mede door de ligging en de<br />

recreatieve functies rond de plas.<br />

Het watergebonden sportaanbod in<br />

stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> concentreert zich rond de<br />

Gaasperplas.<br />

Er is een zwemstrand, een surfstrand, een<br />

duikplek, een haventje en een botenhelling. Er<br />

zijn<br />

verschillende watersportverenigingen actief:<br />

een zeilvereniging, een windsurfvereniging<br />

Bijlagen<br />

en een kanovereniging. Gemotoriseerd<br />

vaarverkeer is op de plas verboden. Langs de<br />

Gaasperplas zijn<br />

er ligweiden, een waterspeelplaats,<br />

een keiensloot, een kabelbaan en een<br />

sluisjescomplex. Rond<br />

de Gaasperplas zijn er fiets- wandel- en<br />

ruiterpaden. Er loopt een kanoroute van<br />

de Gaasperplas naar de Hoge Dijk. Deze<br />

route is enigszins belemmerd door twee<br />

overstappunten in de Gaasperzoom.<br />

De Gaasperzoom bestaat uit een brede<br />

waterloop met oevers met rietzomen,<br />

en uit een begroeiing van struweel en<br />

ruigte. Onderdeel van de Gaasperzoom<br />

is de Hollandse Kade, deze vormt de<br />

landschappelijke begrenzing met de<br />

veenweiden van het Gein. De Gaasperzoom<br />

is een waterrijk gebied die de Gaasperplas<br />

verbindt met de Hoge Dijk. Zij maakt deel uit<br />

van de ecologische verbinding de Natuurboog,<br />

net als de Hoge Dijk en de oostoever van de<br />

Gaasperplas.<br />

Het Centraal Park Gaasperdam heeft<br />

meanderende waterpartijen, met gras<br />

begroeide open ruimten omsloten door dichte<br />

bosbeplanting met natuurlijke randen. Het<br />

water van Centraal Park Gaasperdam staat<br />

in verbinding met de Gaasperplas via het<br />

haventje aan de plas.<br />

Het noordelijke deel van het Gaasperpark<br />

was het terrein van de Floriade van 1982.<br />

Het is een park met verschillende siertuinen<br />

en een diversiteit aan beplanting. Het<br />

park grenst aan de Gaasperplas, heeft<br />

een structuur van smalle, meanderende<br />

watergangen uitmondend op de Gaasperplas.<br />

In het noordelijke deel van het park ligt een<br />

waterspeelplaats.<br />

Knelpunt/kans<br />

In het landschap rondom Gaasperdam kan<br />

water een beeldbepalende rol spelen. De<br />

Gaasperplas en Gaasperzoom zijn hiervoor<br />

aangewezen locaties. De relatie tussen de<br />

Gaasperplas en de infrastructuur voor recreatie<br />

kan worden versterkt. Kanoroutes worden<br />

nu belemmerd door duikers. In het Centraal<br />

Park Gaasperdam kan een deel van de<br />

watercompensatieopgave voor de overkluizng<br />

van de Gaasperdammerweg worden verwerkt.<br />

109


Gein– en Gaasperpolder<br />

Een klein deel van de Gein- en<br />

Gaasperpolder ligt op het grondgebied van<br />

<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>. De polder is een open<br />

veenweidegebied met een voornamelijk<br />

agrarische functie. Boerderijen zijn<br />

gesitueerd aan de dijk, het lager gelegen<br />

veenweidegebied heeft een ontginningspatroon<br />

dat haaks op de Gaasp is georiënteerd.<br />

Het oude gemaal is een cultuurhistorisch<br />

interessant gebouw.<br />

Venserpolder<br />

De waterstructuur in de Venserpolder<br />

bestaat uit een assenkruis en twee parallelle<br />

watergangen. Het assenkruis is drager van de<br />

ruimtelijke structuur, maar heeft weinig relatie<br />

met de bebouwing.<br />

De oost-westsingel heeft een continu profiel,<br />

de noord-zuidsingel is gesegmenteerd. De<br />

maat van het water in oost-westrichting is te<br />

klein ten opzichte van het gehele openbare<br />

ruimteprofiel.<br />

Knelpunt/kans<br />

Het water zou meer betekenis kunnen krijgen<br />

als het passend zou zijn bij de maat en schaal<br />

van de singelprofielen. De betekenis van de<br />

waterstructuur in zijn geheel zou meer kunnen<br />

bijdragen aan de sfeer, karakter en uitstraling<br />

van de wijk.<br />

Gemeenschapspolder West<br />

De Gemeenschapspolder West is<br />

onderdeel van de bufferzone Amstelland<br />

Vechtstreek en maakt deel uit van de<br />

Randstad Groenstructuur. De polder moet<br />

tegenwicht bieden aan verstedelijking van<br />

<strong>Amsterdam</strong>, door behoud en versterking van<br />

de landschappelijke waarden. Het deel van<br />

Gemeenschapspolder West dat in <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Zuidoost</strong> ligt heeft een voornamelijk agrarische<br />

functie.<br />

De ruimtelijke opbouw van het gebied<br />

wordt bepaald door de rivier de Gaasp,<br />

met de hoger gelegen Lange Stammerdijk<br />

en het lager gelegen veenweidelandschap<br />

met een loodrecht op de dijk gerichte<br />

ontginningsstructuur. De polder heeft een<br />

open karakter, doch ongeveer in het midden<br />

van het gebied ligt volkstuinencomplex<br />

Linnaeus, omgeven door bossages. Deze<br />

vormt in ruimtelijk opzicht een barrière.<br />

110<br />

Het volkstuinencomplex heeft een eigen<br />

waterstructuur.<br />

Polder Nieuwe Bullewijk<br />

Polder Nieuwe Bullewijk is een diepe polder<br />

die deel uitmaakt van de Amstelscheg en van<br />

werkgebied Amstel III. Voor de aanleg<br />

van de A2 hadden beide gebieden één<br />

waterpeil. Amstel III is ruim 30 jaar geleden<br />

tot ontwikkeling gekomen en is in snel tempo<br />

verstedelijkt, wat gepaard<br />

ging met een forse toename van verhard<br />

oppervlak. Het werkgebied bestaat uit<br />

verschillende bedrijven en kantoren, ieder op<br />

eigen terrein gesitueerd. Deze eigen terreinen<br />

verschillen sterk van inrichting.<br />

Amstel III heeft een watergrid van singels<br />

in noord-zuid en oost-westrichting. De<br />

waterstructuur<br />

van de polder is niet voltooid, onder meer<br />

delen van het Centrumgebied ontbreken. Het<br />

Paasheuvelweggebied, de kantorenlocatie ten<br />

zuiden van de A9, vormt een uitzondering op<br />

de waterstructuur. Hier is een kleinschaliger<br />

watergrid ontstaan. In het recreatiegebied<br />

De Hoge Dijk loopt de waterstructuur niet<br />

door. Hier lopen variërende watergangen. Het<br />

golfterrein in het recreatiegebied benut het<br />

water als extra landschappelijke kwaliteit. De<br />

Hoge Dijk is een recreatiegebied waar een<br />

zwemwaterlocatie en een golfbaan aanwezig<br />

zijn.<br />

Knelpunten<br />

De watercompensatieopgave van<br />

uitbreidingsprojecten kan een rol van betekenis<br />

spelen in het versterken van de waterstructuur<br />

in Amstel III. Ook kan water de identiteit van<br />

het werkmilieu, mogelijk in de toekomst ook<br />

woonmilieu, bepalen.<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Beheer<br />

Beheerpartijen<br />

Bij het waterbeheer in <strong>Zuidoost</strong> zijn vele<br />

partijen betrokken. De grotere ‘rijkswateren’<br />

in <strong>Amsterdam</strong>, zoals het <strong>Amsterdam</strong><br />

Rijnkanaal, worden beheerd door het Rijk,<br />

waarbij het dagelijks beheer is opgedragen<br />

aan Rijkswaterstaat. De provincie heeft<br />

de regionale beheertaken over de overige<br />

wateren, overgedragen aan waterschappen of<br />

hoogheemraadschappen. Voor <strong>Zuidoost</strong> is dat<br />

Waternet, de gemeenschappelijke organisatie<br />

van het waterschap Amstel Gooi en Vecht<br />

(AGV) en de gemeente <strong>Amsterdam</strong>. Voor<br />

<strong>Amsterdam</strong> beheert Waternet de veiligheid<br />

(dijkbeheer), het oppervlaktewaterbeheer,<br />

zowel kwantitatief als kwalitatief, het ondiepe<br />

grondwater, en is verantwoordelijk voor<br />

onderhoud en aanleg van de riolering, voor de<br />

drinkwatervoorziening en voor het baggeren<br />

van de hoofdwatergangen.<br />

De verantwoordelijkheid voor inrichting en<br />

beheer van de openbare ruimte is in de<br />

gemeente <strong>Amsterdam</strong> overgedragen aan de<br />

stadsdelen. Het stadsdeel voert taken uit als<br />

het verwijderen van drijfvuil, beheer steigers<br />

in watergangen, beheer natuurvriendelijke<br />

oevers, beheer oeverbeschoeiing, baggeren<br />

van de sierwatergangen, onderhoud en beheer<br />

duikers (voor een betere doorstroming van<br />

het water) plus één gemaal (Linaeus). De<br />

overige inlaten/gemalen worden beheerd door<br />

Waternet.<br />

De volgende gemeentelijke diensten leveren<br />

een bijdrage aan de ordening op het water van<br />

het stadsdeel:<br />

• Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer,<br />

bij voorbeeld beheren van sluizen en<br />

beweegbare bruggen<br />

• Het Ontwikkelingsbedrijf <strong>Gemeente</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong> (OGA), bij voorbeeld<br />

ontwerp en tijdelijk beheer van duikers<br />

en oeverconstructies in groot stedelijk<br />

gebieden, zoals Amstel III<br />

Bijlagen<br />

• De Dienst Milieu en Bouwtoezicht, bij<br />

voorbeeld verlenen van vergunningen voor<br />

het lozen van water op de riolering door<br />

bedrijven of tijdelijke bouwputten<br />

Ook enkele particuliere partijen beheren<br />

diverse watergangen in <strong>Zuidoost</strong>, zoals<br />

Groen Gebied Amstelland (Gaasperplas,<br />

Gaasperzoom, De Hoge Dijk), het Academisch<br />

Medisch Centrum, de Nederlandse<br />

Spoorwegen (taluds van spoorlijnen<br />

en aangrenzende watergangen) en<br />

Staatsbosbeheer (Diemerbos).<br />

Onderhoudsbaggeren<br />

Regelmatig baggeren is noodzakelijk voor<br />

het waarborgen van de aan de wateren<br />

toegekende algemene of specifieke<br />

gebruiksfuncties, met name de aan- en afvoer<br />

van water en de vaarwegfunctie. Baggeren<br />

heeft daarnaast ook een (grote) positieve<br />

invloed op de water(bodem)-kwaliteit, op<br />

het ecologisch functioneren van wateren<br />

en op het herstel van natte natuurwaarden.<br />

Het zogenaamde onderhoudsbaggeren is<br />

onderdeel van het reguliere onderhoud van<br />

wateren om het gewenste of vereiste profiel<br />

voor water aan- en afvoer of van de vaarweg in<br />

stand te houden.<br />

Baggeren moet gebeuren door de beheerder<br />

van een watergang. Veel watergangen<br />

in het stadsdeel worden door Waternet<br />

gebaggerd. Waternet brengt voor zowel<br />

het waterschap AGV als de gemeente<br />

<strong>Amsterdam</strong> de baggeropgave in beeld met<br />

Baggerbeleidsplannen, waaraan planningen en<br />

jaarlijkse budgetten worden gekoppeld.<br />

De watergangen van het stadsdeel worden als<br />

het praktisch is, op verzoek van het stadsdeel,<br />

ook door Waternet gebaggerd en anders<br />

neemt het stadsdeel zelf het initiatief om in<br />

dezelfde periode als waarin Waternet baggert,<br />

de aangrenzende baggerwerkzaamheden uit te<br />

voeren. Het stadsdeel baggert de sierwateren<br />

in de Bijlmerweide, Bijlmerpark (m.u.v. de<br />

111


zelfzuiverende vijver in het vernieuwde park),<br />

het Centraal Park Gaasperdam (inclusief<br />

watergangen bij het Brinkie), de ringsloten van<br />

de volkstuinparken en de ecozone van Gein/<br />

Reigersbos.<br />

Baggerplanning<br />

De watergangen in <strong>Zuidoost</strong> waar het<br />

waterschap de beheerder van is zijn bijna<br />

allemaal de afgelopen jaren gebaggerd met<br />

uitzondering van een deel van de Bijlmerpolder<br />

en Driemond.<br />

Drie jaar geleden is men begonnen in de<br />

Bijlmerpolder. De baggerwerkzaamheden<br />

stonden gepland in periode 2007-2012. Anno<br />

2010 was een derde gebaggerd. Er zijn weinig<br />

stankklachten. Er wordt van west naar oost<br />

gebaggerd waarbij rekening wordt gehouden<br />

met de planning van de Bijlmervernieuwing<br />

in die zin dat er gebaggerd wordt voor de<br />

vernieuwing plaatsvindt. Na de vernieuwing<br />

is er immers meer bebouwing en is er minder<br />

of zelfs geen ruimte meer op de oevers om<br />

de bagger op te slaan. Dan moet de bagger<br />

worden afgevoerd wat veel duurder is. De<br />

vernieuwing biedt ook kansen om bagger te<br />

laten indrogen op de tijdelijke braakliggende<br />

terreinen. En dat is handig omdat er uit de<br />

watergangen veel bagger vrijkomt wegens<br />

achterstallig onderhoud.<br />

Baggeren was in 2010 een probleem bij<br />

Waternet, onder andere doordat er een lange<br />

vorstperiode in 2010 aanwezig was. De<br />

geplande werkzaamheden in het stadsdeel<br />

zijn naar achteren geschoven. Zo worden de<br />

werkzaamheden in de Bijlmer in de periode<br />

tot 2014 uitgevoerd. Baggerwerk in Driemond<br />

is verschoven van 2010 naar 2011. De<br />

Bijlmerweide, is stadsdeel water, staat gepland<br />

om te worden gebaggerd in 2011 evenals de<br />

ringsloten van de volkstuinparken.<br />

Ontvangstplicht<br />

In de Keur van het waterschap is de<br />

ontvangstplicht voor baggerspecie geregeld.<br />

Eigenaren en beheerders van percelen zijn<br />

verplicht om ‘verspreidbare’ baggerspecie<br />

uit aanliggende watergangen te ontvangen.<br />

In stedelijk en bebouwd gebied dragen<br />

gemeenten en stadsdelen zorg voor de<br />

verwerking van de baggerspecie die op de<br />

kant gestort mag worden. Indien verspreiding<br />

op de kant niet mogelijk is wordt de bagger<br />

112<br />

afgevoerd, óf naar een ander perceel om in<br />

te drogen óf naar een depot (slibdepot De<br />

Toekomst, Holterbergweg, Duivendrecht).<br />

• De schouwstrook wordt steeds beperkter<br />

in het stadsdeel door het neerzetten van<br />

bebouwing op de oever en het aanleggen<br />

van natuurvriendelijke oevers. Zeker als<br />

er aan beide zijdes van een watergang<br />

natuurvriendelijke oevers worden<br />

aangelegd. De schouw kan dan niet meer<br />

of moeilijker via de oever plaatsvinden. De<br />

verwijdering van vegetatie vindt minder<br />

gemakkelijk plaats waardoor er vaker<br />

gebaggerd moet worden<br />

• Baggeren in de toekomst wordt<br />

duurder: Bebouwing op de oevers<br />

(Bijlmervernieuwing) en de aanleg van<br />

meer natuurvriendelijke oevers leiden tot<br />

minder bergingscapaciteit voor bagger op<br />

de kant. Dit zal tot hogere afvoerkosten<br />

leiden<br />

Voor alle polders is de ontvangstplicht op dit<br />

moment geen knelpunt. Voor de toekomst<br />

zou dit wel een knelpunt kunnen worden als<br />

er te weinig opslag op de kant mogelijk is na<br />

de vernieuwing van de Bijlmer en als er meer<br />

ecologische oevers in heel het stadsdeel<br />

worden aangelegd. Alle stoplicht op oranje.<br />

Certificering beheer openbare ruimte van het<br />

stadsdeel<br />

De afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR)<br />

is een eind op weg met het invoeren van<br />

VCA-certificering. VCA staat voor VCM<br />

(VeiligheidGezondheidMilieu) Checklist<br />

Aannemers. Er is een handboek beschikbaar<br />

en alle werknemers inclusief leiding-gevenden<br />

hebben een opleiding gevolgd. Alleen de<br />

officiële erkenning van VCA gecertificeerd<br />

bedrijf is nog niet aangevraagd.<br />

De leidinggevenden die na de convergentie<br />

werkzaam zijn bij BOR zullen beslissen of<br />

dit gaat gebeuren. Een officieel erkend VCA<br />

bedrijf wordt ieder jaar door een externe partij<br />

geaudit. Hiermee wordt de organisatie scherp<br />

gehouden. Het kost wel geld en de organisatie<br />

kan de certificering kwijt raken als niet aan alle<br />

eisen wordt voldaan.<br />

Stadsdelen beheren de openbare ruimte.<br />

Regenwater, dat via verharde oppervlakken<br />

(wegen, daken, enzovoorts) in deze openbare<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


uimte getransporteerd wordt naar het<br />

oppervlaktewater, kan worden vervuild met<br />

stoffen in die openbare ruimte. Voorbeelden<br />

zijn chemische onkruidbestrijdingsmiddelen<br />

en uitlogende bouwmaterialen. De<br />

waterkwaliteitsbeheerders in <strong>Amsterdam</strong><br />

AGV en Hollands Noorderkwartier en Rijnland<br />

hebben in 2007 de bestaande vergunningen<br />

op grond van de Wet Verontreiniging<br />

Oppervlaktewateren (WVO) van de gemeente<br />

<strong>Amsterdam</strong> geactualiseerd.<br />

Waternet (het uitvoerend orgaan van AGV en<br />

de gemeente <strong>Amsterdam</strong>) heeft, als beheerder<br />

van het rioolstelsel van de gemeente<br />

<strong>Amsterdam</strong> namens B&W van de gemeente<br />

<strong>Amsterdam</strong>, een nieuwe Wvo-vergunning<br />

gekregen. <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> moest in dit<br />

proces een plan van aanpak schrijven over<br />

de mogelijkheden om de uitstoot van diffuse<br />

bronnen in het stadsdeel te verminderen.<br />

Onkruidbestrijdingsmiddelen, vooral het<br />

gebruik op verhardingen, zijn een bron van<br />

verontreiniging. Op onderdelen wordt gewerkt<br />

volgens certificeringsrichtlijnen. Voorbeeld<br />

is de toepassing van bestrijdingsmiddelen<br />

volgens de Duurzaam Onkruid Beheermethode<br />

(de DOB-methode). Hiermee zijn per<br />

deelgebied exacte getallen te geven over de<br />

hoeveelheid gebruikte bestrijdingsmiddelen. Bij<br />

een eventuele controle van de waterbeheerder<br />

kunnen gegevens overhandigd worden.<br />

De waterkwaliteitsnormen worden niet<br />

overschreden.<br />

Bijlagen<br />

113


114<br />

jk<br />

PEILAG 18<br />

PEILAG 42<br />

Legenda<br />

PEILAG 65<br />

PEILAG 24<br />

PEILAG 43<br />

PEILAG 49<br />

PEILAG 35<br />

PEILAG 45<br />

PEILAG 53<br />

PEILAG 59<br />

Te verwijderen oppervlak water<br />

Afname verharding<br />

Toename verharding<br />

PEILAG 57<br />

PEILAG 7<br />

PEILAG 37<br />

Tunneldak<br />

M´<br />

Nieuwe peilvakgrenzen<br />

Oude peilvakgrenzen<br />

0 500 1.000<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />

ov


eters<br />

PEILAG 21<br />

Bijlage 4<br />

Kaart watercompensatie Gaasperdammerweg<br />

1<br />

Bijlagen<br />

2<br />

4<br />

3<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

10<br />

PEILAG 40<br />

Opdrachtgever<br />

Rijkswaterstaat<br />

Onderdeel<br />

Verandering verhard oppervlak<br />

en waterdemping<br />

Schaal<br />

Project<br />

Formaat<br />

Waterbeheerplan Schiphol <strong>Amsterdam</strong> Almere A3<br />

PEILAG 12<br />

PEILAG 41<br />

1:15000<br />

Datum 02-09-2010<br />

Get. VDA<br />

Gec. EGC<br />

Status<br />

CONCEPT<br />

Projectnummer<br />

4715815<br />

Tekeningnummer<br />

Blad 3<br />

Zekeringstraat 43 g<br />

1014 BV <strong>Amsterdam</strong><br />

Telefoon (020) 606 32 22<br />

Fax (020) 684 89 21<br />

PEILAG 47<br />

4715815_10006M.MXD<br />

115


116<br />

<strong>Waterplan</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>


Bijlage 5<br />

Bronnen<br />

- Watergebiedsplan Bijlmerring, Waterschap AGV,<br />

- Programma Groen & Blauw, stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, februari 2009<br />

- Grondwateronderzoek, Acacia Water<br />

- Bardet J. DPW Polderboek van <strong>Amsterdam</strong>. De inrichting van de waterhuishouding. <strong>Amsterdam</strong><br />

DPW (Hoogheemraadschap Amstelland) 1981<br />

Bijlagen<br />

117

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!