Jeugdwerkbeleidsplan Nijlen 2002-2004 - Jeugd Nijlen

8.4. DOELSTELLINGEN EN CONCRETE ACTIES
Doelstelling 1: verbeteren overleg en samenwerking culturele raden
Om tot een beter geïntegreerd jeugdwerkbeleid te kunnen komen, moet er vooreerst voldoende
overleg met andere sectoren kunnen plaatsvinden. Dit is echter zeer belastend voor
de uitvoerend ambtenaar, die dan ook op deze overlegmomenten aanwezig moet zijn en
taken zal moeten opnemen in het kader van dit overleg.
Concreet:
Jaarlijks wordt minimaal twee keer een overlegvergadering belegd met de andere culturele
raden. Deze kunnen uitgebreid worden met het Nijlens comité voor ontwikkelingssamenwerking
en de milieuraad.
beoogd resultaat: een op de noden van elke deelsector afgestemd geïntegreerd sociocultureel
beleid bekomen. De inspraak van de verschillende actoren bevorderen.
Doelstelling 2: informatie en adviesvraag bij sectorgebonden initiatieven
Het gemeentebestuur informeert de betrokken adviesraad i.v.m. initiatieven, die een effect
kunnen ressorteren op het werkterrein van de sector.
Concreet:
Wanneer het gemeentebestuur met plannen bezig is rond ruimtelijke ordening en verkeer,
die een ingreep betekenen op de leefwereld van kinderen en jongeren, brengt het de betrokken
adviesraad op de hoogte van deze initiatieven. Zij zal dit doen door de ontwerpplannen
voor te leggen aan de adviesraad of door een informatiesessie hierrond te organiseren,
waarop zij ook de adviesraad zal uitnodigen.
De adviesraad brengt dan een advies over de uitwerking van dit initiatief. Concreet wordt
hier gedacht aan de realisatie van fietspaden, het aanbod rond speelruimte (zowel nieuwe
als af te schaffen speelruimte). Dit advies moet dan bij het dossier gevoegd worden, alvorens
het ter goedkeuring aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. Het advies is niet bindend,
maar het college is verplicht om te motiveren waarom het eventueel niet wordt gevolgd.
beoogd resultaat: uitwerking van een inclusief jeugdbeleid, waar voldoende ruimte is voor
inspraak.
Doelstelling 3: garanderen ondersteuning vzw de Klink
Na het stopzetten van het SIF kan het OCMW waarschijnlijk autonoom beslissen wat men
met de budgetten gaat doen, die men dan waarschijnlijk vanuit een fonds gaat krijgen voor
de werking. We moeten ervoor zorgen dat vzw de Klink minimaal zijn huidige ondersteuning
kan behouden, en indien hier een noodzaak voor wordt aangetoond, deze ondersteuning
zelfs moet kunnen uitgebreid worden.
Concreet:
Het OCMW blijft verder instaan voor de financiële ondersteuning van vzw De Klink. Indien
deze ondersteuning wordt stopgezet of verminderd, moet hier een gefundeerde motivatie
voor gegeven worden. Als hierdoor de werking van de Klink achteruitgaat, dan moet het
gemeentebestuur i.s.m. het OCMW hier een oplossing voor voorzien.
beoogd resultaat: bestendiging en eventueel versteviging van de werking van De Klink.
Gemeentebestuur Nijlen - 54 - JWBP 2002 - 2004