04.09.2013 Views

Gemeentenieuws februari 2013 - Doopsgezinde Gemeente Arnhem

Gemeentenieuws februari 2013 - Doopsgezinde Gemeente Arnhem

Gemeentenieuws februari 2013 - Doopsgezinde Gemeente Arnhem

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE GESCHIEDENIS VAN ONZE GEMEENTE, ENKELE AANVULLINGEN<br />

De eerste bemerking als “menigerlei lasterlijke ende verdampte secten, als wederdoepte<br />

wederdoeperen” valt op de 12 de april van den jare 1539 op de Geldersschen landdag te<br />

Nymegen. Dit signaal komt op de 9 de april 1540 bij het stadsbestuur van <strong>Arnhem</strong>. De smid<br />

Jan Wints wordt in 1604 beschuldigd dat hij “deur openbaere vergaderingen van<br />

Mennonisten in synen huyse geholden, gecondemneert is met amende van XXV daeler”. In<br />

1607 vermanen twee predikanten de Magistraat namens de kerkenraad der gereformierde<br />

Christelicke religie om de afgoderij in het St.Agnietenklooster af te schaffen. De<br />

samenkomsten der Wederdoperen, in de mandenmaeckers behuysinge in de Ketelstraat<br />

werden beschouwd als zijnde “tot merkelicq achterdeel und verhindering van de<br />

gereformierde Christelicke religie.<br />

In 1608 zijn er klachten betreffende samenkomsten van Wederdopers in de Turfstraat. 1)<br />

Pas in 1629 is er voor Wederdopers de mogelijkheid om burger te worden en burgerrecht<br />

(eerst het kleinburgerschap) te verkrijgen. Mits geen geheime conventiculen in de<br />

Ketelstraat houdende. Veel later in 1747 heft de Magistraat de ordonnantie op het groot – en<br />

kleinburgerschap op.<br />

Het huis aan de Ketelstraat werd in 1711 verkocht aan het Burgerweeshuis. Vier jaar later<br />

werd met een deel van de opbrengst een huis met erf en tuin in de Rijnstraat aangekocht.<br />

Dit pand stond vervolgens bekend als het Mennistenerf. In 1787 was alleen nog Abraham de<br />

Haas, als laatst overgeblevene van de <strong>Doopsgezinde</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong>, verantwoordelijk<br />

voor dit huis. 2)<br />

Deze broeder de Haas had dit huis onder “syne administratie”, terwijl het eigendom berustte<br />

bij de diaconie van de gemeente. Er was een fonds voor behoeftigen, groot twee honderd<br />

gulden, wat ontstaan was uit de eerder genoemde transactie. De jaarlijkse revenuen werden<br />

onder twee behoeftige vrouwspersonen van ”desselven belijdenisse” verdeeld. Op 21<br />

<strong>februari</strong> 1787 richtte Abraham de Haas zich in een rekest tot de magistraat om bij te dragen<br />

in de kosten van restauratie van het huis in de Rijnstraat. Op zes <strong>februari</strong> 1788 beschikte de<br />

magistraat gunstig op dit verzoek.<br />

De administratie wordt vervolgens gevoerd door Weduwe de Haas en vanaf 1831 door J.<br />

Assz Doyer, boekhandelaar ter stede, dit op verzoek van de Amsterdamse Kerkenraad.<br />

De <strong>Doopsgezinde</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong> werd zowel in 1741 als in 1787 niet meer opgenomen<br />

in een landelijk overzicht van de bestaande kerken.<br />

Het huis in de Rijnstraat word uiteindelijk verkocht in 1840 in overleg en met goedkeuring<br />

van de kerkenraad te Amsterdam. Dit kapitaal, wat op 3 mei 1852 van Diakenen der<br />

<strong>Doopsgezinde</strong> <strong>Gemeente</strong> Amsterdam wordt overgeschreven naar rekening <strong>Doopsgezinde</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong> vormde de grondslag voor de heroprichting van de <strong>Doopsgezinde</strong><br />

<strong>Gemeente</strong> <strong>Arnhem</strong>.<br />

In 1852 is er sprake van een herrijzenis: 28 mensen, waarvan 11 lidmaten/ mannen en 17<br />

vrouwen, die geen lidmaat konden (het vrouwenkiesrecht werd pas in 1919 ingesteld )<br />

verenigden zich tot een nieuwe <strong>Arnhem</strong>se gemeente. Tot de oprichters behoorden M. van<br />

Heukelom die van 1852 tot zijn overlijden in 1865 kerkraadslid was. De naam van<br />

Heukelom kennen we nu nog van het Van Heukelomfonds (boeknr. 8020 in onze financiële<br />

administratie). Het fonds, legaat M. van Heukelom dd. 6 maart 1865 (onder beheer van de<br />

Algemene <strong>Doopsgezinde</strong> Societeit ), waarvan de opbrengsten naar onze gemeente komen.<br />

Een andere oprichter was J.H. Persijn, die niet minder dan 50 jaar deel uitmaakte van de<br />

kerkenraad. In eerste aanleg waren er samenkomsten in een pand aan de Bakkerstraat, een<br />

pand wat al in 1847 middels de koopacte van zes augustus 1847 werd overgedragen aan de<br />

4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!